Der Gang als Mensch durch das Erdenleben ist die letzte Phase auf dem Entwicklungsgang des einst gefallenen Urgeistes auf dieser Erde.... er ist der Abschluß jener Zeit, die diesem Geistigen zugebilligt wurde in seiner Aufwärtsentwicklung, es ist der Abschluß der Zeitspanne, in welcher der Urgeist wieder die Vollkommenheit erreichen kann, wenn er die letzte Phase, das Stadium als Mensch, gut auswertet, wenn er seinen Willen recht richtet in dieser Zeit. Er kann also sein Ziel erreichen, als völlig vergeistigt wieder einzugehen in das Reich, von dem er einst ausgegangen ist; er kann zum Licht zurückkehren, zu dem Urquell von Ewigkeit, zum Vater, als Dessen Geschöpf er einstens hervorgegangen ist. Aber so kurz diese Erdenlebenszeit auch ist, gemessen an der endlos langen Zeit der Vorentwicklung, so besteht doch die große Gefahr, daß der Mensch erneut seinen Willen mißbraucht, daß er nicht seine Vollendung anstrebt, sondern wieder zurücksinkt zur Tiefe.... Und da dies sein freier Wille ist, kann er auch nicht daran gehindert werden, wie er auch umgekehrt nicht gezwungen werden kann, seinen Willen recht zu richten. Es gilt also, ein zweites Mal seinen Willen zu erproben, und er muß diese Probe bestehen als Mensch, ansonsten sein Gang durch das Erdenleben ergebnislos war.... was auch eine erneute Bannung in der Materie zur Folge haben kann, wenn ihm nicht noch die letzte Gnade gewährt ist, im jenseitigen Reich langsam zur Höhe zu steigen unter weit schwereren Bedingungen wie auf der Erde. Solange eine Erdperiode noch nicht abgeschlossen ist, besteht auch diese Möglichkeit, weil immer noch das jenseitige Reich offen ist für die Seelen, die unreif abscheiden von dieser Erde. Doch die Pforten zum jenseitigen Reich werden sich schließen, sowie diese Erlösungsperiode ihr Ende nimmt und wieder eine neue beginnt.... Denn das Beenden einer alten Epoche bedeutet auch völlige Scheidung der Geister, es bedeutet ein Neueinordnen alles Geistigen in die Außenformen oder Schöpfungen, die seinem Reifegrad entsprechen. Und es wird auch in der letzten Zeit die Hölle alles ausspeien zwecks neuer Bannung, es wird dann auch jede Möglichkeit im jenseitigen Reich vorüber sein, sich fortschrittlich zu entwickeln, weshalb zuvor noch große Erlöserarbeit geleistet wird, um auch aus der Tiefe noch Seelen zu retten vor einer nochmaligen Bannung in der Materie. Es wird ein großes Sichten sein im Jenseits und auf Erden. Und wenn die Menschen auf Erden das bedenken würden, wie weit sie schon vorangeschritten sind und wie kurz sie vor ihrer Vollendung stehen, sie würden wahrlich alle Kraft aufwenden, um die kurze Zeit noch auszunützen, die ihnen noch bleibt bis zum Ende.... Doch sie nehmen nichts ernst, was ihnen auch darüber unterbreitet wird; sie nützen die Zeit nicht, um ihr Ziel zu erreichen, und die letzte Gnade der Verkörperung als Mensch geht wirkungslos an ihnen vorüber, denn auch alle Gnadenmittel, die ihnen in dieser Zeit geschenkt werden, werden nicht angenommen oder recht verwertet, und ein endlos langer Entwicklungsprozeß geht zu Ende, ohne den rechten Ausgang gefunden zu haben für die menschliche Seele.... für den einst gefallenen Urgeist, der zu Gott zurückkehren soll.... Aber es können die Menschen nur ermahnt und gewarnt werden, und das geschieht in hohem Maß durch das göttliche Wort, das von der Höhe durch Gottes übergroße Liebe den Menschen auf Erden zugeleitet wird als ungewöhnliches Gnadenmittel.... Und alle Menschen werden davon angesprochen und brauchen nur Herz und Ohr zu öffnen, um die Kraft des göttlichen Wortes auch zu spüren und sicher aufwärtszuschreiten. Es hat also jeder Mensch die Möglichkeit, sich Kraft zu holen, nur muß er guten Willens sein und den Zweck seines Erdenlebens zu erfüllen trachten.... Er muß die kurze Zeit bis zu seinem Lebensende bewußt leben, er muß wollen, daß er den Willen Dessen erfüllt, Der ihm das Leben gab, er muß sich Ihm übergeben und Ihn bitten um Kraft und Gnade. Und er wird auch dann sein Ziel erreichen, denn diese Bitte wird immer Erfüllung finden, und Gott wird jeden segnen, der Ihn um Kraft und Gnade angeht, und sein Erdenweg wird nicht vergeblich gewesen sein....
Amen
ÜbersetzerDe gang als mens door het aardse leven is de laatste ontwikkelingsfase op de ontwikkelingsgang van de eens gevallen oergeest op deze aarde. Die gang is de afsluiting van een tijd die aan dit geestelijke werd toegestaan voor zijn opwaartse ontwikkeling. Het is de afsluiting van een periode waarin de oergeest weer zijn volmaaktheid kan bereiken, als hij die laatste fase, d.w.z. het stadium als mens, nuttig gebruikt en zijn wil juist richt. Hij kan dus zijn doel bereiken en volledig vergeestelijkt weer in dat rijk binnengaan waarvan hij eens is uitgegaan. Hij kan tot het "Licht" terugkeren, tot de OERBRON van eeuwigheid, tot de VADER uit WIE hij als Diens schepsel eens is voortgekomen.
Maar hoe kort deze aardse levenstijd ook is in vergelijking met de eindeloos lange tijd van voorontwikkeling, toch bestaat het grote gevaar dat de mens opnieuw weer zijn wil misbruikt, dat hij niet naar de voleinding streeft maar weer afglijdt naar de diepte. En omdat dit zijn vrije wil is wordt hem dat ook niet belet, zoals hij omgekeerd ook niet gedwongen kan worden zijn wil juist te richten.
Het gaat er dus om een tweede keer zijn wil te beproeven, en hij moet deze proef afleggen als mens. Anders zou zijn gang door het aardse leven vergeefs zijn, wat ook een hernieuwde kluistering in de materie ten gevolg kan hebben als hem niet nog de laatste genade toegestaan is in het hiernamaals langzaam hoger te stijgen, echter onder veel moeilijkere omstandigheden dan op de aarde.
Zolang een aards tijdperk nog niet is afgesloten bestaat ook deze mogelijkheid, omdat altijd nog het rijk hierna open staat voor die zielen die onvoltooid van deze aarde scheiden. Maar de poorten tot het rijk hierna zullen zich sluiten zodra deze verlossingsperiode afloopt en er weer een nieuwe begint. Want het beëindigen van een oud tijdperk betekent ook een volledige scheiding der geesten, het betekent een opnieuw ordenen van al het geestelijke in die uiterlijke vormen of scheppingen die beantwoorden aan zijn ontwikkelingsgraad. En ook in de laatste tijd zal de hel alles uitspuwen ten behoeve van de hernieuwde kluistering, dan zal ook elke mogelijkheid in het rijk hierna voorbij zijn om zich trapsgewijs te ontwikkelen. Daarom wordt er van tevoren nog veel verlossingsarbeid verricht om ook uit de diepte nog veel zielen te redden voor een tweede kluistering in de materie. Er zal een grote schifting zijn in het hiernamaals en op aarde. En als de mensen op aarde zouden bedenken hoever zij al gevorderd zijn en hoe kort zij voor hun voleinding staan, dan zouden zij waarlijk al hun kracht aanwenden om die korte tijd nog te benutten die hun nog over blijft vóór het einde.
Maar zij nemen niets ernstig, wat hun daarover ook ter overweging gegeven wordt. Zij benutten de tijd niet om hun doel te bereiken en de laatste genade, van belichaming als mens, gaat zonder resultaat aan hen voorbij. Want ook alle genademiddelen die hun Mijn Liefde doet toekomen worden of niet aangenomen of niet gebruikt. En een eindeloos lang ontwikkelingsproces loopt ten einde zonder resultaat voor de menselijke ziel, voor de eens gevallen oergeest die tot GOD terug moet keren.
De mensen kunnen echter alleen maar vermaand en gewaarschuwd worden, en dat geschiedt in hoge mate door het goddelijke Woord dat vanuit den hogen de mensen wordt doorgegeven als ongewoon genademiddel van de overgrote Liefde van GOD. En alle mensen worden aangesproken en behoeven alleen maar hart en oren te openen om de Kracht van het goddelijke Woord ook te bemerken, en in zekerheid opwaarts te gaan. Ieder mens heeft dus de mogelijkheid "kracht" te halen, maar hij moet van goede wil zijn en trachten het doel van zijn aardse leven te vervullen. Hij moet in de korte tijd tot aan het eind van zijn leven bewust leven, hij moet de wil van HEM willen vervullen DIE hem het leven gaf en zich aan HEM overgeven en HEM bidden om genade en kracht. En dan zal hij ook zijn doel bereiken, want deze bede zal altijd vervuld worden en GOD zal ieder zegenen die HEM om kracht en genade vraagt - en zijn aardse weg zal niet vergeefs zijn.
Amen
Übersetzer