Kundgabe mit Übersetzung vergleichen
Neue Erde.... Römer 8....
Der großen Umwälzung wird kein Schöpfungswerk auf dieser Erde entgehen, sie wird alles betreffen, von der harten Materie an, das Pflanzen- und Tierreich hinauf bis zum Menschen.... Alles wird betroffen werden von einem Werk der Zerstörung, dessen Ausmaße alles übertreffen, was sich auf Erden schon ereignet hat.... Denn alles ist in Mitleidenschaften gezogen, so daß in Wahrheit nachher von einer neuen Erde gesprochen werden kann, wenn das Werk der Umgestaltung der Erde wird vollendet sein. Alles gebannte Geistige also wird vorerst einmal frei aus der Form; es wird aber seinen Freiheitszustand nicht lange genießen können, denn es wird wieder gebunden in neuen Schöpfungen, wie es jeweilig dem Reifegrad des Geistigen entspricht. Darum können auch die neuen Schöpfungen in ganz kurzer Zeit erstehen, sie brauchen keinen langen Entwicklungsgang, weil für alle Schöpfungen auch die entsprechend ausgereiften geistigen Substanzen vorhanden sind und nur eine andere Form benötigt wird, auf daß die Entwicklung weiter aufwärtsschreitet auf der neuen Erde. Und diese Neuschöpfungen sind so vielseitig, daß wahrlich ein großer geistiger Fortschritt erzielt werden kann in weit kürzerer Zeit als auf der alten Erde, denn dem Geistigen setzen sich nicht so viele Widerstände entgegen, wie dies in der letzten Zeit der Fall ist, in der überall das Einwirken schlechter Kräfte sich hinderlich bemerkbar macht. Der Umgestaltungsakt vollzieht sich also in kurzer Zeit, ist aber keinem Menschen bewußt, denn die Entrückten werden der neugestalteten Erde zugeführt, können aber selbst nicht ermessen, wie lange Zeit sie der Erde fern waren, weil ihnen jeglicher Zeitbegriff fehlte. Aber nichts wird in der alten Verformung belassen werden. Und selbst die Menschen werden ihr Erdenkleid nicht mehr so schwer empfinden.... es ist gleichsam schon eine vergeistigtere Form, die sie umhüllt, wenngleich es noch irdisch-materielle Substanz ist, aber sie empfinden keine körperlichen Schwächen und Beschwerden und können ihr Leben auf der neuen Erde in einem Zustand verbringen, der wahrhaft paradiesisch genannt werden kann. Und dieser Zustand wird anhalten, solange die Menschen innig Gott-verbunden leben, solange sie direkte Bindung haben mit der Lichtwelt und ihren Bewohnern und in allem nach dem Willen Gottes leben. Eine Änderung wird mit der Zeit auch wiedereintreten, wenn der Fürst der Finsternis wieder Macht gewinnt über die Menschen; aber es vergeht bis dahin eine lange Zeit, denn die ersten Generationen sind noch so völlig Gott-verbunden, Den sie in aller Macht und Herrlichkeit kennenlernen durften, daß sie Ihm treu bleiben und ständig unter Seiner Liebe und Gnade ihr Leben führen. Und es wird darum auch der Einfluß der Menschen auf alle Kreatur ein äußerst günstiger sein; die Liebe der Menschen spürt das Geistige in allen Schöpfungswerken, und es kommt desto schneller zur weiteren Entwicklung, je mehr Liebe es empfindet und auch seinen inneren Widerstand schneller aufgibt in einer liebeerfüllten Umgebung. Es dienet bereitwillig und kann oft sehr schnell eine Form verlassen, um die nächst-höhere beziehen zu können, so daß der Entwicklungsgang erheblich verkürzt wird, gemessen an der Zeit zuvor auf der alten Erde. Und schon um dieses noch in der Form gebundenen Geistigen willen sollte das Umwälzungswerk den Menschen die Liebe Gottes erkennen lassen, denn nicht nur der Mensch benötigt die Hilfe Gottes, sondern alle Kreatur seufzet nach Erlösung.... Der Mensch aber hat die Möglichkeit, sich frei zu machen aus der Form während des Erdenlebens.... Wenn er versagt, so ist das seine eigene Schuld, daß er erneut seinen freien Willen mißbraucht hat und er nun auch die Folgen auf sich nehmen muß, denn es wird ihm dann nur zuteil, was er selbst angestrebt hat im Erdenleben.... die Materie wird seine Außenform werden, die allein er begehrt hat....
Amen
Übersetzer
Nieuwe aarde - Romeinen 8: 19-22
Geen scheppingswerk op aarde zal de grote omwenteling ontgaan en alles zal er in betrokken worden, beginnend bij de harde materie, het planten en dierenrijk tot en met de mens. Alles zal getroffen worden door een vernietigingswerk dat alles overtreft wat ooit op deze aarde is voorgevallen. Want alles is eveneens beschadigd, zodat daarna waarlijk, als het werk van de omvorming der aarde volbracht is, van een nieuwe aarde gesproken kan worden.
Al het gekluisterde geestelijke komt eerst vrij van de vorm. Het zal echter de vrijheid niet lang kunnen genieten want het wordt weer gebonden in de nieuwe scheppingen, overeenkomstig de geestelijke graad van rijpheid in die bepaalde tijd. En daarom kunnen ook de nieuwe scheppingen in een heel korte tijd ontstaan. Zij hebben geen lange ontwikkelingsweg nodig omdat voor alle scheppingen ook de daaraan beantwoordende uitgerijpte geestelijke substanties voorhanden zijn, en er dus alleen een andere vorm nodig is opdat de ontwikkeling kan voortgaan op de nieuwe aarde. En deze scheppingen zijn zo veelzijdig, dat waarlijk een grotere vooruitgang bereikt kan worden in een kortere tijd dan op de oude aarde. Want het geestelijke ondervindt niet zoveel weerstand zoals het in de laatste tijd het geval is, waarin overal de hinderlijke invloed van slechte krachten te bemerken is.
Het werk van omvorming zal zich dus in een korte tijd voltrekken, maar geen mens is er zich van bewust. Want zij die weggenomen zijn, worden naar de nieuw gevormde aarde gebracht, maar kunnen zelf niet beoordelen hoe lang zij van de aarde weg waren, daar hun ieder tijdsbegrip ontbrak. Maar niets zal in de oude vorm blijven bestaan.- Zelfs de mensen zullen van hun aardse kleed (lichaam) niet meer zo veel last ondervinden, want het is als het ware reeds een vergeestelijkte vorm die hen omhult, ofschoon het nog aardse materiële substantie is. Ook ondervinden zij geen lichamelijke zwakheid en ongemak en kunnen hun leven op de nieuwe aarde beleven in een staat, die waarlijk paradijselijk genoemd kan worden.
En deze toestand zal aanhouden zolang de mensen innig met GOD verbonden blijven, zolang zij de directe verbinding hebben met de lichtwereld en haar bewoners en in alles naar GOD's wil leven. Na verloop van tijd zal er toch weer een verandering intreden, wanneer de vorst der duisternis weer macht krijgt over de mensen. Maar voordien zal er nog een lange tijd verlopen, want de eerste generaties zijn zo volkomen met GOD verbonden, DIE zij in Zijn Macht en Heerlijkheid mogen leren kennen, dat zij HEM trouw blijven en hun leven in Zijn Liefde en genade doorbrengen. En daarom zal de invloed der mensen op alle schepselen uiterst gunstig zijn. De liefde van de mensen bespeurt het geestelijke in al de scheppingswerken en dit komt daardoor sneller tot een verdere ontwikkeling; hoe meer liefde het ondervindt hoe vlugger het ook zijn innerlijke weerstand opgeeft in een omgeving die van liefde vervuld is. Het is bereidwillig om dienstbaar te zijn en kan vaak zeer snel een vorm verlaten om de volgende hogere te kunnen betrekken, zo dat de weg van ontwikkeling aanzienlijk verkort wordt, gemeten aan de tijd tevoren op de oude aarde.
En al het omvormingswerk omwille van het nog in de vorm gekluisterde geestelijke zou de mensen GOD's Liefde moeten laten beseffen, want niet alleen de mens heeft de hulp van GOD nodig maar elk schepsel zucht naar verlossing. De mens echter heeft de mogelijkheid zich geheel vrij te maken uit de vorm gedurende het aardse leven. En als hij weer faalt is het door eigen schuld, want dan heeft hij opnieuw zijn vrije wil misbruikt en moet nu ook de gevolgen op zich nemen.- Want nu valt hem slechts dat ten deel wat hij zelf in het aardse leven altijd nagestreefd heeft, nml. de materie waar alleen zijn begeren naar was en die zal nu ook zijn uiterlijke vorm worden.
Amen
Übersetzer