Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Merkmal des nahen Endes.... "Wer Ohren hat zu hören...."

Es werden noch viele Menschen die Gnade Gottes erfahren, von Ihm angesprochen zu werden in ungewöhnlicher Weise, denn Er weiß um den Reifegrad jeder einzelnen Seele, Er weiß es auch, wer sich von Seiner Gnade berühren lässet, und Er will allen zu Hilfe kommen, die eines guten Willens sind, aber sich auf falschen Wegen befinden. Und so werden sich auch noch so manche Menschen entschließen zur Umkehr, von denen die Mitwelt es nicht erwartet.... und diese werden oft eine deutlichere Mahnung sein an ihre Mitmenschen, als es Predigten sein können, die nicht in aller Lebendigkeit vorgetragen werden. Seine Schäflein sucht Gott noch zusammen, bevor das Ende kommt, und Sein Lockruf bleibt nicht immer ohne Erfolg. Und doch bleibt jedes Menschen Wille frei.... Es ist auch keine ungewöhnliche Gnadengabe zwingend, denn die gleiche Gabe kann vielen angeboten werden in gleicher Weise, aber es werden nicht alle so darauf reagieren wie einzelne.... Nur das soll euch Menschen immer wieder gesagt werden, daß Gott um eine jede Seele wirbt bis zum Tode des Menschen, daß Er nicht nachläßt, ihm Seine Hand zu reichen, die er nur zu erfassen braucht, um gerettet zu sein auf ewig. Und es ist die letzte Zeit auf dieser Erde eine ungewöhnliche Gnadenzeit, weil auch des Gegners Wirken ungewöhnliches Ausmaß annimmt. Und ob er noch so sehr wütet in dieser Zeit, es hat dennoch jeder Mensch die Möglichkeit, auch mit den Gnadengaben Gottes in Berührung zu kommen, aber sein freier Wille entscheidet, ob und wie er letztere nützet. Der geringste Wille, auf Erden nur das Rechte zu tun und der eigentlichen Erdenaufgabe gerecht zu werden, kann ihm schon offensichtliche Hinweise eintragen, weil Gott einen solchen Willen lohnet, weil Er diesem Willen gemäß Sich Selbst dem Menschen zu erkennen gibt.... weil Er Selbst ihn erfaßt und liebevoll dem rechten Weg zudrängt. Aber auch das Wirken des Gegners von Gott tritt immer deutlicher hervor, und es könnte vielen Menschen die Augen öffnen, und viele könnten es erkennen, wer in der letzten Zeit sein Zepter schwingt.... Die Gewissenlosigkeit der Menschen aber macht sie auch blind allem Geschehen gegenüber, das satanischen Einfluß beweiset. Und gewaltsam wird kein Mensch sehend gemacht, nur immer ihnen zugerufen: "Wer Ohren hat, der höre.... wer Augen hat, der sehe...." Und das ist ein deutliches Merkmal des nahenden Endes und des Wirkens des Fürsten der Finsternis, daß überschäumende Lebensfreude, Sinnengenuß und Wohlleben gesucht und erstrebt wird, daß er die Menschen antreibt zu Handlungen niedrigster Art, daß alles aus der Ordnung gerät und daß keinerlei Harmonie mehr zu finden ist, sei es im Zusammenleben der Menschen oder auch im Schaffen und Wirken auf jeglichem Gebiete.... Es ist alles verworren, verzerrt, es ist die göttliche Ordnung umgestoßen, es ist ein Zustand, wie er bald nicht mehr schlimmer gedacht werden kann. Und dennoch waltet die Gnade Gottes inmitten dieses Chaos und will die Menschen noch erretten vor dem Untergang. Und es bedarf nur des guten Willens, daß Seine Gnade wirksam werde.... den immer wieder einzelne aufbringen werden und nun sich auch befreien können aus den Fesseln dessen, der darum ungewöhnlich wirket, weil er weiß, daß er nicht mehr viel Zeit hat....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Kenmerk van het nabijzijnd einde "Wie oren heeft om te horen..."

Er zullen nog veel mensen de genade GOD's ondervinden door HEM aangesproken te worden op 'n ongewone manier, want HIJ kent de graad van rijpheid van iedere afzonderlijke ziel, DIE ook weet wie zich door Zijn genade zal laten aanraken, en HIJ wil allen te hulp komen die van goede wil zijn, maar zich op verkeerde wegen bevinden. En zo zullen nog vele mensen besluiten om om te keren, van wie de omgeving het niet verwacht en dezen zullen vaak een duidelijkere vermaning zijn voor hun medemensen, dan preken het kunnen zijn die niet in alle levendigheid uiteen worden gezet.

Zijn schaapjes zoekt GOD nog bijeen, vóór het einde komt en Zijn lokroep blijft niet altijd zonder gevolg. En toch blijft de wil van ieder mens vrij. Er is ook geen enkele ongewone genadegave dwingend. Dezelfde gave kan velen op de zelfde wijze worden aangeboden, maar niet allen zullen er zo op reageren als enkelen. Alleen dat moet u, mensen steeds weer gezegd worden, dat GOD iedere ziel tot aan de dood van de mens tracht te winnen, dat HIJ niet ophoudt hem Zijn hand te reiken, die hij slechts vast hoeft te pakken om voor eeuwig gered te zijn. En de laatste tijd op deze aarde is een ongewone tijd van genade omdat de activiteiten van de tegenstander ook een ongewone omvang aannemen.

En al woedt hij nog zo erg in deze tijd, toch heeft ieder mens de mogelijkheid ook met de genadegaven GOD's in aanraking te komen, maar zijn vrije wil kiest of en hoe hij deze laatste benut. De geringste wil om op aarde alleen het juiste te doen en te voldoen aan de eigenlijke opgave op aarde, kan hem al duidelijke aanwijzingen opleveren, omdat GOD zo'n wil beloont, omdat HIJ overeenkomstig deze wil Zich Zelf aan de mens te zien geeft - omdat HIJ Zelf hem vastpakt en liefdevol de juiste weg opdringt.

Maar ook het werkzaam zijn van de tegenstander van GOD komt steeds duidelijker te voorschijn en het zou vele mensen de ogen kunnen openen en vele zouden kunnen beseffen wie er de laatste tijd zijn scepter zwaait. Maar de gewetenloosheid van de mensen maakt hen ook blind jegens al wat gebeurt, wat een satanische invloed bewijst. En geen mens wordt met geweld ziende gemaakt, alleen wordt hem steeds toegeroepen: "Wie oren heeft moet horen - wie ogen heeft moet zien...!"

En dat is een duidelijk kenmerk van het nabijzijnd einde en het werkzaam zijn van de vorst der duisternis: dat er naar uitbundige levensvreugd, zingenot en 'n luxueus leventje gezocht en gestreefd wordt, dat hij de mensen aanzet tot handelingen van de laagste soort, dat alles uit z'n ordening raakt en dat er geen enkele harmonie meer te vinden is, zowel in het samenleven van de mensen, maar ook in het tot stand brengen van dingen en het werkzaam zijn op elk gebied. Alles is verward, vertekend, de goddelijke ordening is omvergestoten, het is een toestand zoals die bijna niet erger meer gedacht kan worden.

En toch is de genade GOD's temidden van deze chaos aan het werk en wil de mensen nog redden voor de ondergang. En alleen de goede wil is maar nodig dat Zijn genade werkzaam wordt - die steeds weer door enkelen zal worden opgebracht en die zich nu ook bevrijden kunnen uit de boeien van hem die daarom abnormaal aan het werk is, omdat hij weet dat hij niet veel tijd meer heeft.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte