• Zurück

Unvergängliche Wesen.... "Selbst Leben nehmen"....

Immer und ewig bleibet ihr bestehen, denn was aus Mir hervorgegangen ist, kann ewiglich nicht mehr vergehen.... Und darum kann und werde Ich auch nicht vernichten, was sich Mir widersetzt, wenngleich dies wohl Meiner Macht möglich ist, sondern Ich werde immer suchen, das wieder zurückzugewinnen, was sich im Auflehnungswillen von Mir abwandte.... Denn Meine Liebe zu allem von Mir Erschaffenen verhindert eine völlige Vernichtung, weshalb auch Mein Gegner.... der erst-geschaffene und erst-gefallene Geist.... niemals eine Vernichtung zu fürchten hat, weil auch er zu denen gehört, die wieder heimkehren sollen in ihr Vaterhaus. Ich kann wohl seine Handlungen mißbilligen, Ich kann sein Wesen, als völlig Meiner ewigen Ordnung-entgegen-gerichtet, brandmarken und euch Menschen vor ihm warnen.... Ich kann alles tun, um euch vor seinem Einfluß zu schützen.... aber Ich entziehe auch ihm nicht Meine Liebe, nur trifft ihn dieser Liebestrahl nicht, d.h., er verliert seine Wirksamkeit, weil sich Mein Gegner Meiner Liebeanstrahlung widersetzt. Aber auch er kann nicht ewig in seinem Widerstand verharren, auch er wird einmal zu Mir zurückkehren und ein Leben in höchster Seligkeit führen, wenngleich noch Ewigkeiten vergehen bis zu dieser seiner Willenswandlung und Rückkehr zu Mir.... Doch er kann nicht vergehen.... Alles von Mir Erschaffene bleibt ewig bestehen. Darum ist es für Mich auch unwichtig, wie lange das von Mir Abgefallene in seiner Abwehr verharrt, denn Ich bin von Ewigkeit zu Ewigkeit, für Mich gibt es keine Zeit, und tausend Jahre sind vor Mir wie ein Tag.... Aber für das Wesen ist es bedeutsam, welche Zeiträume es in völliger Unseligkeit verbringt, in einem Zustand, der nicht Leben und Seligkeit genannt werden kann.... Und ihr Menschen würdet entsetzt sein, könntet ihr rückschauend euren bisherigen Entwicklungsgang übersehen und dessen endlose Zeit ermessen, denn ihr seid weder "aus nichts hervorgegangen", noch versinket ihr mit eurem Leibestod wieder in ein "Nichts".... Ihr bleibt bestehen, ihr könnet nur in sehr großem Widerstand euer Ichbewußtsein verlieren und dann wieder endlos lange Wege zurücklegen müssen in Finsternis und Qual.... Und kehret ihr endlich wieder zum Ichbewußtsein zurück, dann könnet ihr in diesem Zustand auch noch versagen und als ichbewußtes Wesen im Jenseits noch Ewigkeiten ringen müssen, bis euch das Lichtreich aufnimmt und ihr nun zur Höhe steigt. Aber ihr vergehet nicht.... Und darum könnet ihr auch nicht als Mensch euer Sein auslöschen, wenn ihr auch eure körperliche Hülle selbst untauglich machet zum weiteren Erdengang, wenn ihr selbst euch "das Leben nehmen zu können glaubt".... Denn euer eigentliches Ich bleibt bestehen, weil das Geistige, das von Mir einst seinen Ausgang nahm, nicht vergehen kann. Und so greifet ihr nur in Meinen Entwicklungsprozeß ein, der euch Freiheit bringen sollte aus einem Zustand, der nicht Leben und Seligkeit ist.... Ihr handelt wider Meinen Willen, ihr handelt eigenmächtig und verkehrt, ihr beraubt euch selbst der Gelegenheiten, die in Meinem Heilsplan für euch geschaffen wurden.... Ihr haltet gleichsam den Gang eurer Entwicklung auf und geratet zudem in größte Gefahr, wieder zurückzusinken in die Tiefe, wenn ihr nicht im Jenseits euch eines Besseren besinnet und dort die Möglichkeiten ausnützet, die Meine Liebe euch bietet. Daß ihr immer und ewig bestehenbleibt, solltet ihr euch ernstlich bedenken und darum auch nicht leichtfertig mit eurem Erdenleben umgehen, das ihr einmal als unerhörtes Gnadengeschenk erkennen werdet, weil es euch die endgültige Freiheit bringen konnte. Der Glaube an ein Fortbestehen aber fehlt zumeist den Menschen, und darum gehen sie verantwortungslos durch das Erdenleben, und sie nützen das große Gnadengeschenk nicht aus. Und Mein Gegner, der selbst sich am weitesten von Mir entfernt hat, bestärkt sie in ihrem Unglauben, um es zu verhindern, daß das Geistige zum Leben in Seligkeit gelangt, das er selbst in die Tiefe gezogen hat. Darum aber wird auch für ihn die Zeit zur Ewigkeit werden, die er ferne von Mir verbringt. Und ob auch er sich stark und mächtig wähnet.... die Zeit wird kommen, wo er schwach und hilflos am Boden liegt, wo er sich ein Ende seiner selbst wünschen wird und doch nicht vergehen kann.... Und dann erst wird er Meine Liebeanstrahlung begehren und sie auch empfangen, dann erst wird auch er zum Leben erwachen und heimkehren in sein Vaterhaus....

Amen

Onvergankelijke wezens - Zichzelf van het leven beroven

Altijd en eeuwig blijft u bestaan, want wat uit Mij is voortgekomen, kan eeuwig niet meer vergaan.

En daarom kan en zal Ik ook niet vernietigen wat zich tegen Mij verzet, hoewel dit wel voor mijn macht mogelijk is. Integendeel, Ik zal steeds proberen dat weer terug te winnen, wat zich wilde verzetten en zich van Mij afkeerde.

Want mijn liefde voor al het door Mij geschapene verhindert een totale vernietiging, om welke reden ook mijn tegenstander - de eerst geschapen en eerst gevallen geest - nooit een vernietiging hoeft te vrezen, omdat ook hij tot diegenen behoort die weer terug moeten keren in hun vaderhuis. Ik kan wel zijn handelingen afkeuren. Ik kan zijn wezen, als geheel tegen mijn eeuwige ordening gericht, brandmerken en u mensen voor hem waarschuwen.

Ik kan alles doen om u tegen zijn invloed te beschermen, maar Ik onttrek ook hem mijn liefde niet, alleen treft deze straal van liefde hem niet. Dat wil zeggen: deze verliest zijn doeltreffendheid, omdat mijn tegenstander zich verzet tegen de straal van mijn liefde. Maar ook hij kan niet eeuwig in zijn weerstand volharden, ook hij zal eens naar Mij terugkeren en een leven leiden in hoogste gelukzaligheid, ofschoon er nog eeuwigheden voorbijgaan tot aan deze verandering van zijn wil en terugkeer naar Mij.

Maar hij kan niet vergaan.

Al het door Mij geschapene blijft eeuwig bestaan. Daarom is het voor Mij ook onbelangrijk, hoelang het van Mij afgevallene in zijn verzet volhardt. Want Ik ben van eeuwigheid tot eeuwigheid. Voor Mij bestaat er geen tijd en duizend jaar zijn voor Mij als een dag.

Maar voor het wezen is het belangrijk welke perioden het in algeheel onzalige toestand doorbrengt. Een toestand waarin niet van leven en gelukzaligheid kan worden gesproken.

En u mensen zou ontsteld zijn, als u terugblikkend uw ontwikkelingsgang tot dusver zou kunnen overzien en hiervan de eindeloze tijd in zijn volle omvang beseffen. Want u bent noch uit niets voortgekomen, noch zinkt u met uw lichamelijke dood weer weg in het niets.

U blijft bestaan. Alleen in zeer grote weerstand zult u uw zelfbewustzijn kunnen verliezen. En dan zult u weer een eindeloos lange weg moeten afleggen in duisternis en kwelling.

En keert u eindelijk weer terug in het zelfbewustzijn, dan zult u in deze toestand ook nog kunnen falen en als zelfbewust wezen in het hiernamaals nog eeuwigheden moeten worstelen, totdat het lichtrijk u opneemt en u nu opwaarts klimt. Maar u vergaat niet.

En daarom zult u ook niet als mens uw bestaan kunnen uitwissen, wanneer u ook uw lichamelijk omhulsel zelf onbruikbaar maakt voor een verdere gang over de aarde. Wanneer u gelooft zelf u van het leven te kunnen beroven.

Want uw eigenlijke ik blijft bestaan, omdat het geestelijke dat eens uit Mij is voortgekomen, niet kan vergaan. En zo grijpt u alleen in mijn proces van ontwikkeling in, die u vrijheid zou moeten brengen uit een toestand zonder leven en gelukzaligheid.

U handelt tegen mijn wil in. U handelt eigenmachtig en verkeerd. U berooft uzelf van de gelegenheden die in mijn heilsplan voor u werden geschapen.

U houdt in zekere zin de gang van uw ontwikkeling tegen en geraakt tevens in het grootste gevaar weer terug te zinken in de diepte, wanneer u in het hiernamaals niet van gedachten verandert en daar de mogelijkheden benut die mijn liefde u biedt. Dat u altijd en eeuwig blijft bestaan, daar zou u ernstig over na moeten denken. En daarom zou u ook niet lichtvaardig moeten omgaan met uw aardse leven, dat u eens zult herkennen als een ongelofelijk geschenk van genade, omdat het u de definitieve vrijheid kan brengen. Maar het geloof aan een voortbestaan ontbreekt meestal bij de mensen. En daarom gaan ze onverantwoordelijk door het leven op aarde. En ze benutten het grote genadegeschenk niet. En mijn tegenstander die zelf zich het verste van Mij heeft verwijderd, versterkt hen in hun ongeloof, om te verhinderen dat het geestelijke dat hijzelf in de diepte heeft getrokken, het leven in gelukzaligheid bereikt. Maar daarom zal ook voor hem de tijd tot eeuwigheid worden, die hij ver van Mij doorbrengt. En al waant hij zich ook sterk en machtig - de tijd zal komen waarin hij zwak en hulpeloos op de grond ligt, waarin hij voor zichzelf zijn einde zal wensen en toch niet kan vergaan.

En dan pas zal hij de straling van mijn liefde begeren en ze ook ontvangen. Dan pas zal ook hij ontwaken ten leven en terugkeren naar zijn vaderhuis.

Amen