Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Vereinigung des Geistesfunkens mit dem Vatergeist.... Jesus....

Wenn der Geist im Menschen zum Leben erwacht, dann ist auch die Verbindung mit Mir hergestellt, denn der Geist im Menschen ist ein Funke Meines göttlichen Vatergeistes, er ist Mein Anteil und also das gleiche wie Ich Selbst, so daß ihr nun auch vollberechtigt sagen dürfet: "Gott ist in mir...." Denn der Geist in euch erwacht erst dann zum Leben, wenn ihr die Liebe übet, und dann auch kann Ich, als die Ewige Liebe, Selbst in euch sein. Nun traget ihr zwar alle diesen göttlichen Funken in euch, doch er kann durch euren eigenen Willen, durch euren Lebenswandel, verschüttet sein und bleiben bis zu eurem Tode.... Dann also seid ihr euer Leben "ohne Gott" gegangen.... weil ihr ohne Liebe lebtet und Mir darum jede Bindung mit euch unmöglich machtet.... Aber ihr habt euer Erdenleben gelebt und somit eine große Gnade ungenützt gelassen, ihr habt nicht getan, was Zweck eurer Verkörperung als Mensch ist: Ihr habt euch nicht vereint mit Mir, sondern ihr seid in der Isolierung geblieben, in die ihr euch selbst einstmals durch euren Abfall von Mir begeben habt. Auf daß euch die Vereinigung möglich wurde, kam Ich euch durch einen großen Gnadenakt entgegen: Ich legte ein Fünkchen Meines Gottesgeistes in euch erstmalig und regte euch nun andauernd an, dieses Fünkchen zu entzünden, indem Ich schicksalsmäßig euch in Lagen versetzte, wo ihr Liebewerke verrichten konntet bei gutem Willen.... Es war und ist euch Menschen oft möglich, den Liebefunken in euch zur Flamme werden zu lassen. Es fehlt euch wahrlich nicht an Gelegenheiten, aber es ist ein Akt des freien Willens, und ihr könnet darum es auch versäumen, liebetätig zu sein, und der Geist in euch schlummert, er kann sich nicht äußern, ihr habt also keine Verbindung mit Mir hergestellt, und ihr seid tot, wenngleich ihr zu leben glaubet.... Und es ist euer Erdenleben ein Leerlauf, weil ein Leben "ohne Gott" niemals zu einem Aufstieg führen kann, sondern die Verbindung mit Meinem Gegner beweiset. Ich Selbst kann also nicht in euch sein, weil ihr selbst Mir den Zugang zu euch verwehrt durch euer liebeloses Wesen. Dieser Zustand unter den Menschen ist weit mehr zu beobachten als jener, wo sich die Menschen Mir innig anschließen, wo sie ein Liebeleben führen und von Meinem Geist sich leiten lassen.... Und es ist jener Zustand immer dann zu erkennen, wenn die Menschen keinen Glauben mehr haben an Jesus Christus, Der ihnen durch Seinen Kreuzestod verhelfen wollte zur Stärkung ihres schwachen Willens, sich zu lösen von Meinem Gegner. Die göttliche Liebelehre, die der Mensch Jesus auf Erden predigte, sollte den Menschen den Weg zeigen zur Einigung des Geistesfunkens in ihnen mit dem Vatergeist von Ewigkeit. Und darum lebte Jesus Seinen Mitmenschen ein Leben in Liebe vor und bewies ihnen auch die Auswirkung eines solchen Lebenswandels: die völlige Vereinigung mit Mir, die in Seinem Reden und Wirken auf Erden erkenntlich wurde.... Was vor dem Opfertod Jesu unmöglich war, durch die Willensschwäche der Menschen, die noch mit der Ursünde belastet waren, das konnten die Menschen nach Seinem Kreuzestode ausführen, weil ihnen die Kraft geschenkt wurde dazu, so sie Jesus Christus anerkannten als Gottes Sohn und Erlöser der Welt und sie Seine Hilfe in Anspruch nahmen. Und nun war es auch möglich, daß sie selbst die Einigung mit Mir herstellten, daß sie durch Liebewirken den Geistesfunken in sich zum Leben erweckten und nun Ich Selbst also in ihnen wirken konnte. Ohne Jesus Christus aber kann keines Menschen Geist erweckt werden, denn Ich Selbst kann nicht sein in dem, der Mich Selbst ablehnt, der nicht an Mich glaubt, daß Ich ihn erlöst habe von Sünde und Tod.... Mein Geistesfünkchen ruht zwar in eines jeden Menschen Seele, doch die Liebe erst erweckt ihn zum Leben, die Liebe aber erkennt Jesus Christus, sie erkennet Mich in Ihm, und sie verbindet sich mit Mir.... oder auch: Die Liebe ist der göttliche Funke, der sich mit dem Feuer der ewigen Liebe vereinigen will.... Dann aber ist Leben in euch, und ob ihr auch das irdische Leben verlieret.... Ihr seid vom Tode schon auferstanden zum Leben, sowie der Geist in euch lebendig wurde, und ihr könnet nun dieses Leben ewig nicht mehr verlieren, weil ihr nun zurückgekehrt seid zu Mir und bei Mir es ewig keinen Tod mehr geben kann....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

De vereniging van de geestvonk met de geest van de Vader - Jezus

Als de geest in de mens tot leven ontwaakt, dan is ook de verbinding met Mij tot stand gebracht. Want de geest in de mens is een vonk van mijn Vadergeest, hij is een deel van Mij en zodoende hetzelfde als Ik zelf, zodat u nu ook met recht mag zeggen: "God is in mij!" Want de geest in u ontwaakt pas tot leven als u de liefde beoefent. En dan kan Ik als de eeuwige Liefde zelf ook in u zijn.

U allen draagt nu weliswaar deze goddelijke vonk in u, maar hij kan door uw eigen wil - door uw levenswandel - bedolven zijn en blijven tot aan uw dood. Dan hebt u dus uw leven geleefd zonder God, omdat u zonder liefde leefde en Mij daarom iedere verbinding met u onmogelijk maakte. Maar u hebt uw aardse leven geleefd en zodoende een grote genade onbenut gelaten. U bent het doel van uw belichaming als mens niet nagekomen. U hebt u niet verenigd met Mij maar bent in het isolement blijven steken waarin u uzelf eens door uw afval van Mij begeven hebt.

Om deze vereniging mogelijk te maken kwam Ik u door een grote daad van genade tegemoet. Ik legde voor het eerst een vonkje van mijn goddelijke geest in u en spoorde u nu gedurig aan, dit vonkje te doen ontbranden, doordat Ik u door middel van lotgevallen in situaties bracht, waarin u vanuit een goede wil werken van liefde kon verrichten.

Het was en is u mensen vaak mogelijk de liefdesvonk in u tot een vlam te laten worden. Het ontbreekt u waarlijk niet aan gelegenheden, maar het is een daad van de vrije wil en u kunt dus ook verzuimen in liefde te leven. Dan sluimert de geest in u en kunt u zich niet uiten. U hebt de verbinding met Mij dus niet tot stand gebracht en bent dood, ofschoon u denkt te leven. En uw aardse leven is dan tevergeefs omdat een leven zonder God nooit tot vooruitgang kan leiden, maar de verbinding met mijn tegenstander aantoont. Ik zelf kan dus niet in u zijn omdat u zelf Mij de toegang tot u belet door uw liefdeloze aard.

Deze toestand valt veel vaker onder de mensen waar te nemen dan die, waarin de mensen zich innig bij Mij aansluiten, waarin zij in de liefde leven en zich laten leiden door mijn geest. Die eerste toestand blijkt altijd wanneer de mensen geen geloof meer hebben in Jezus Christus, die hen door Zijn kruisdood wilde helpen hun zwakke wil te versterken om zich los te maken van mijn tegenstander.

De goddelijke leer van de liefde die de mens Jezus op aarde predikte, moest de mensen de weg tonen tot de eenwording van de geestvonk in hen met de Vadergeest van eeuwigheid. En daarom leefde Jezus Zijn medemensen een leven in liefde voor en bewees Hij hun ook het resultaat van zo'n levenswandel - de totale vereniging met Mij, die in Zijn spreken en werken op aarde te zien was.

Wat vóór de offerdood van Jezus onmogelijk was door de zwakke wil van de mensen die nog met de oerzonde belast waren, dat konden de mensen ná Zijn kruisdood volbrengen, omdat hun daartoe de kracht werd geschonken zodra zij Jezus Christus erkenden als Gods Zoon en Verlosser der wereld en zij een beroep op Zijn hulp deden. En nu was het ook mogelijk dat zijzelf de vereniging met Mij tot stand brachten, dat zijzelf door werken van liefde de geestvonk in zich tot leven wekten en Ik zelf nu in hen kon werken. Zonder Jezus Christus echter kan van geen enkele mens de geest gewekt worden, want Ik zelf kan niet zijn in degene die mijzelf afwijst, die niet in Mij gelooft en dat Ik hem verlost heb van zonde en dood.

Mijn geestvonk rust weliswaar in iedere mensenziel, maar de liefde wekt hem pas tot leven. De liefde echter herkent Jezus Christus. Ze herkent Mij in Hem en ze verbindt zich met Mij - of anders gezegd: de liefde is de goddelijke vonk, die zich met het vuur van de eeuwige Liefde verenigen wil. Dan echter is er leven in u, al verliest u ook uw aardse leven. U bent al uit de dood opgestaan tot leven zodra de geest in u levend werd en u kunt nu dit leven voor eeuwig niet meer verliezen, omdat u nu bent teruggekeerd naar Mij - en er bij Mij voor eeuwig geen dood meer bestaat.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte