Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Vor Gott sind tausend Jahre wie ein Tag....

Ewige Zeiten noch werden vergehen, bis alle Schöpfungswerke, die gesamte materielle Welt, die unerlöstes Geistiges birgt, aufgelöst werden kann.... bis alles Materielle sich vergeistigt hat.... bis alles Unvollkommen-Gewordene wieder die Vollkommenheit erreicht hat.... Ewige Zeiten werden vergehen.... Aber vor Gott sind tausend Jahre wie ein Tag, denn Er ist von Ewigkeit zu Ewigkeit, für Ihn ist jegliche Zeit wie ein Augenblick.... Doch für das unvollkommene Geistige sind es endlose Zeiten, bis es wieder zur Vollendung gelangt ist, dann aber gleichfalls die Zeit der Rückwandlung ihm wie ein Augenblick erscheint. Und so könnet ihr Menschen getrost es glauben, daß auch die Erde noch ewige Zeiten bestehen wird, um ihre große Aufgabe zu erfüllen, den Menschen zur Gotteskindschaft zu verhelfen; ihr könnet es glauben, daß immer wieder Menschen diese Erde beleben werden und daß somit ein "Ende" des Schöpfungswerkes Erde noch lange nicht spruchreif ist.... Daß sich aber die Erde immer wieder wandeln, d.h. erneuern wird, daß sie immer wieder instand gesetzt werden muß, um ihrer Aufgabe nachkommen zu können, und daß dieses sich immer in gewissen Zeiträumen abspielen wird, das könnet ihr genauso überzeugt glauben, wenngleich auch der Entwicklungsprozeß noch lange nicht vollendet ist und ihr nicht von einem Weltuntergang sprechen könnet.... wenn ihr darunter ein völliges Aufhören irdisch-materieller Schöpfungen versteht. Noch harret unendlich viel Geistiges seiner Erlösung, noch ist das einstmals gefallene Geistige nur zu einem ganz geringen Teil erlöst und zurückgekehrt zu Gott.... Noch befindet sich der größte Teil im Gericht, d.h., es ist gebunden in Schöpfungen jeglicher Art.... Und alles dieses Gebundene muß noch bis zum Stadium als Mensch gelangen und dann sich also als Mensch auf der Erde verkörpern dürfen.... Und darum wird die Erde immer wieder neu erstehen, wenn eine solche Entwicklungsperiode ins Stocken gerät. Aber immer bedeutet das Erstehen einer neuen Erde, die totale Umgestaltung ihrer Erdoberfläche, ein Ende für die die Erde belebenden Menschen.... bis auf wenige, denen der Erdengang die Reife eingetragen hat. Und darum also muß auch den Menschen ein bevorstehendes Ende angekündigt werden, es muß ihnen verständlich gemacht werden, was darunter zu verstehen ist, weil sie ein Beenden der gesamten Weltschöpfung nicht glauben wollen und können und die Argumente dafür ihr ihnen nicht werdet widerlegen können.... Für die Menschen aber ist es belanglos, ob ein "Weltuntergang" möglich ist.... Sie sollen sich nur mit dem Gedanken vertraut machen, daß für sie selbst das Ende gekommen ist, daß dieser Stern Erde eine Umformung erlebt, der die Menschen zum Opfer fallen, auch wenn noch Ewigkeiten vergehen werden, bis die Erde sich einmal wird völlig vergeistigt haben. Noch ist dieser Zeitpunkt nicht gekommen, und dennoch steht die Menschheit vor dem Ende.... weil eine ordnungsmäßige Fortentwicklung des Geistigen auf der Erde eine Auflösung und Neuverformung der Schöpfung bedingt und eine solche immer in gewissen Zeiträumen vor sich gehen wird. Dieses Wissen kann nur auf geistigem Wege den Menschen vermittelt werden, und es wird daher kaum Glauben finden. Und es wird desto weniger geglaubt werden, je mehr es dem Ende zugeht, weil die Erkenntnislosigkeit der Menschen auch ein Zeichen ist, daß die Aufwärtsentwicklung des Geistigen auf der Erde ins Stocken geraten ist, daß die Menschen nicht mehr den Reifegrad erreichen, den sie erreichen sollen und auch könnten.... ansonsten sie Verständnis hätten für den Heilsplan Gottes. Ewig noch wird die Erde Schulungsstation bleiben für das zutiefst gefallene Geistige, immer aber wieder neu instand gesetzt werden müssen, um dem göttlichen Heilsplan gemäß das Geistige zur Reife zu bringen. Und immer wieder werden neue Menschengeschlechter die Erde beleben, denn Gott Selbst führt der neugestalteten Erde die Menschen zu, aus denen solche Geschlechter hervorgehen sollen.... die am Ende einer Erlösungsperiode nahe vor ihrer Vollendung stehen, so daß eine jede Epoche wieder neu beginnen wird in vollster Harmonie mit Gott und Streben nach der Vereinigung mit Ihm und dann auch immer die Garantie gegeben ist, daß die Menschen zur Vollendung gelangen, daß sie als selige, im Licht stehende Geistwesen wieder zurückkehren zu ihrem Vater von Ewigkeit....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Voor GOD zijn duizend jaar als één dag

Nog eeuwige tijden zullen voorbijgaan tot alle scheppingswerken, de gehele materiële wereld, die het onverloste geestelijke in zich draagt, kan worden opgelost, tot al het materiële zich heeft vergeestelijkt - tot al wat onvolmaakt is geworden weer de volmaaktheid heeft bereikt. Eeuwige tijden zullen vergaan. Maar voor GOD zijn duizend jaar als een dag, want HIJ is van eeuwigheid tot eeuwigheid, voor HEM is welke tijd dan ook als een ogenblik. Maar voor het onvolmaakte geestelijke zijn het eindeloze tijden tot het weer de volmaaktheid heeft bereikt, maar dan komt het de tijd van de terugkeer eveneens voor als een ogenblik.

En zo zult u, mensen getroost kunnen geloven dat ook de aarde nog eeuwige tijden zal bestaan om haar grote taak te vervullen de mensen te helpen het kindschap GOD's te bereiken, u zult kunnen geloven dat steeds weer mensen deze aarde zullen bevolken en dat bijgevolg er van een "einde" van het scheppingswerk aarde nog lang geen sprake is.

Maar dat de aarde steeds weer zal worden veranderd, d.w.z. vernieuwd, dat ze steeds weer hersteld en in staat gesteld moet worden om zich van haar taak te te kunnen kwijten en dat dit zich steeds in bepaalde perioden zal afgspelen, zult u evenzo overtuigd kunnen geloven, hoewel ook het ontwikkelingsproces nog lang niet is voltooid en u niet van een ondergang van de wereld zult kunnen spreken als u daar een totaal ophouden van de aards materiële scheppingen onder verstaat.

Nog wacht oneinig veel geestelijks vurig op zijn verlossing, nog is het eens gevallen geestelijke slechts voor een heel gering deel verlost en teruggekeerd naar GOD. Nog bevindt zich het grootste deel in het gericht, d.w.z. het is gebonden in scheppingen van allerlei aard. En al dit gekluisterde moet nog het stadium van mens bereiken en zich dan dus als mens op de aarde mogen belichamen. En daarom zal de aarde steeds weer opnieuw verrijzen, wanneer zo'n ontwikkelingsperiode blijft steken, maar steeds betekent het verrijzen van een nieuwe aarde de totale omvorming van haar aardoppervlak, een einde voor de mensen die de aarde bevolken, op enkele na aan wie de gang over de aarde de rijpheid heeft opgeleverd. En dus daarom moet ook een ophanden zijnd einde aan de mensen worden aangekondigd, het moet hun begrijpelijk worden gemaakt wat daar onder is te verstaan; omdat ze een beëindiging van de gehele wereldschepping niet willen en kunnen geloven en u hun argumenten hiervoor niet zult kunnen weerleggen.

Maar voor de mensen is het onbelangrijk of een ondergang van de wereld mogelijk is. Ze moeten zich alleen met de gedachte vertrouwd maken dat voor hen zelf het einde is gekomen, dat het hemellichaam aarde een omvorming meemaakt, waarvan de mensen het slachtoffer worden, ook wanneer er nog eeuwigheden zullen vergaan tot de aarde zich eens volledig vergeestelijkt zal hebben. Nog is dit tijdstip niet gekomen en toch staat de mensheid voor het einde, omdat een verdere ontwikkeling van het geestelijke volgens de gegeven ordening, op de aarde een ontbinding en nieuwe omvorming van de schepping vereist en een zodanig gebeuren steeds in bepaalde perioden plaats zal vinden. Dit weten kan alleen op geestelijke wijze aan de mensen worden overgebracht en daarom zal het nauwelijks geloof vinden. En het zal des te minder geloofd worden hoe meer het naar het einde loopt, omdat het ontbreken van inzicht van de mensen ook een teken is, dat de positieve ontwikkeling van het geestelijke op aarde is blijven steken, dat de mensen niet meer de graad van rijpheid bereiken die ze moeten en ook zouden kunnen bereiken, daar ze anders begrip zouden hebben voor het heilsplan van God.

Nog eeuwig zal de aarde een scholingsplaats blijven voor het diepst gevallen geestelijke, maar steeds weer opnieuw hersteld en in staat gesteld moeten worden om volgens het goddelijke heilsplan het geestelijke tot rijpheid te brengen.

En steeds weer zullen nieuwe mensengeslachten de aarde bevolken, want GOD Zelf brengt de mensen naar de nieuw gevormde aarde, uit wie zulke geslachten moeten voortkomen die aan het einde van een verlossingsperiode dicht voor hun volmaaktheid staan, zodat elk tijdperk weer opnieuw beginnen zal in volledige harmonie met GOD en het streven naar de vereniging met HEM en er dan ook steeds de garantie is gegeven dat de mensen tot volmaaktheid komen, dat ze als zalige, zich in het licht bevindende geesten, weer terugkeren naar hun VADER van eeuwigheid.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte