Es besteht ein ewiges Gesetz, dem ihr alle euch unterordnen müsset, wollet ihr selig sein.... Ihr könnet zwar abweichen, ihr könnet wider das Gesetz auch verstoßen, aber dann gebet ihr auch eure Seligkeit auf, dann geratet ihr in einen Zustand, wo alle Harmonie aufgehoben ist.... wo ihr unselig seid. Das Gesetz von Ewigkeit aber heißt: Liebe.... Und nun wisset ihr auch, wann ihr gegen das Gesetz verstoßet.... wenn ihr euch gegen die Liebe versündigt. Wo Liebe ist, ist Ordnung, Harmonie und Vollkommenheit.... und darum auch Seligkeit.... Wird die Liebe außer acht gelassen, dann wird auch alles andere zerstört, es entstehen aus der Lieblosigkeit andere gesetzwidrige Eigenschaften, die alle nur dazu beitragen, einen elenden Zustand zu schaffen und Böses zu gebären, das sich ständig vermehrt und also jegliche Harmonie ausschließt, die zur Seligkeit Bedingung ist.... Ein Leben wider das Gesetz göttlicher Ordnung, ein Leben wider die Liebe, wird sich auswirken in einem chaotischen Zustand, weil es niemals aufbauende, sondern stets zerstörende Folgen hat.... bis zuletzt dieser Zustand einen Grad erreicht hat, wo diese zerstörenden Wirkungen sichtbar werden.... wo darum ein gewaltsames Zurückführen zur göttlichen Ordnung stattfindet, ansonsten ein nicht zu übersehendes Chaos ein Leben der Menschen auf der Erde unmöglich werden ließe und somit auch der Hauptzweck der Schöpfung.... das Ausreifen des Geistigen in ihr.... nicht mehr erfüllt werden könnte. Gott aber richtet alles recht.... Er stellt die Ordnung wieder her, sowie die Zeit gekommen ist, da die Grenzen überschritten werden, da der Menschheit die Liebe mangelt und sie deshalb ganz aus der göttlichen Ordnung herausgetreten ist.... Es ist aber ein solches Herstellen der göttlichen Ordnung überaus leidvoll, es erfordert eine harte Hand, die recht richtet, was verkehrt worden ist.... die geradebiegt, was krumm war. Und die Leidtragenden werden die Menschen sein, die sich im Widerstand aufbäumen, die sich durch ihre Lieblosigkeit beweisen als völlig aus der Ordnung getreten.... Diese müssen durch ein Läuterungsfeuer hindurchgehen, das ihren Widerstand noch brechen kann, bevor sich der Richtakt vollzieht.... oder aber sie zum Einhalten der ewigen Ordnung gezwungen werden durch Fesselung, der sie sich nicht mehr widersetzen können.... Es muß die Ordnung wiederhergestellt werden um der Erlösung des Geistigen willen.... Es muß die Liebe wieder herrschen auf Erden, es muß wieder Harmonie und Glückseligkeit den Bewohnern der Erde gewährleistet sein, die sich dem ewigen Gesetz unterordnen, die also leben in Liebe und inniger Verbundenheit mit Gott, Der die ewige Liebe Selbst ist.... Erst die Erfüllung Seines Gesetzes befreit das Geistige aus seiner Fessel.... die aber von neuem sich um das Geistige schließt, das gegen das Gesetz der Liebe verstößt in einem Maß, wie es vor dem Ende einer Erlösungsperiode ersichtlich ist.... daß geistig und irdisch nur von einem Chaos gesprochen werden kann, das einmal völlige Zerstörung auslöst. Einmal wieder wird die göttliche Ordnung hergestellt, auf daß zur Seligkeit gelangen kann das Gute und gebannt wird das Böse.... Denn Gott ist der Herr über Himmel und Erde, und Ihm muß sich beugen alles, was aus Ihm hervorgegangen ist.... Sein Wille muß erfüllt werden, und Sein Wille ist Liebe....
Amen
ÜbersetzerEr bestaat een eeuwige wet waar u zich allen aan moet onderwerpen als u gelukzalig wilt zijn. U zult er weliswaar van af kunnen wijken, u zult ook kunnen handelen in strijd met de wet, maar dan geeft u ook uw gelukzaligheid op, dan komt u in een toestand waarin alle harmonie is opgeheven, waarin u onzalig bent.
De wet van eeuwigheid echter heet Liefde. En nu weet u ook wanneer u handelt in strijd met de wet; wanneer u zondigt tegen de liefde. Waar Liefde is, is ordening, harmonie en volmaaktheid. En daarom ook gelukzaligheid. Wordt de liefde buiten beschouwing gelaten, dan wordt ook al het andere geruïneerd, uit de liefdeloosheid ontstaan andere eigenschappen die in strijd zijn met de wet, die er alle alleen maar toe bijdragen een ellendige toestand teweeg te brengen en kwaad voort te brengen dat steeds toeneemt en dus elke harmonie uitsluit, die een vereiste is voor gelukzaligheid.
Een leven in strijd met de wet van de goddelijke ordening, een leven in strijd met de liefde zal zijn uitwerking hebben in een chaotische toestand, omdat het nooit opbouwende, maar steeds verwoestende gevolgen heeft - tot uiteindelijk deze toestand een graad bereikt heeft waarin deze verwoestende effecten zichtbaar worden - waarin er daarom een gewelddadig terugvoeren haar de goddelijke ordening plaatsvindt, daar er anders 'n niet te overziene chaos een leven van de mensen op de aarde onmogelijk laat worden en daardoor ook het hoofddoel van de schepping: het rijp worden van het geestelijke in deze schepping, niet meer zou kunnen worden nagekomen.
Maar GOD brengt alles in orde. HIJ herstelt de ordening zodra de tijd gekomen is waarin de grenzen overschreden worden, waarin het de mensheid aan liefde ontbreekt en ze daarom helemaal uit de goddelijke ordening is gestapt. Maar zo'n tot stand brengen van de goddelijke ordening is uitermate smartelijk, het vereist een harde hand, die in orde brengt wat verkeerd is, die recht buigt wat krom was. En de slachtoffers zullen die mensen zijn die zich verzetten en weerstand bieden, die door hun liefdeloosheid bewijzen, dat ze geheel uit de ordening zijn gestapt.
Dezen moeten door een louteringsvuur gaan dat hun weerstand nog kan breken voor het rechtspreken plaatsvindt - of dat ze gedwongen worden zich te houden aan de eeuwige ordening door kluistering, waartegen ze zich niet meer kunnen verzetten.
De ordening moet hersteld worden terwille van de verlossing van het geestelijke. De liefde moet weer heersen op aarde, harmonie en gelukzaligheid moet weer gewaarborgd zijn aan de bewoners van de aarde die zich onderwerpen aan de eeuwige wet, die dus leven in liefde en innige verbondenheid met GOD, DIE de eeuwige LIEFDE Zelf is. Pas het nakomen van GOD's wet bevrijdt het geestelijke van zijn keten, die zich echter opnieuw om het geestelijke sluit dat in strijd handelt met de wet van de liefde in een mate, zoals het voor het einde van een verlossingsperiode duidelijk zichtbaar is - dat geestelijk en aards slechts van een chaos gesproken kan worden die eens 'n totale vernietiging in gang zet. Eens wordt de goddelijke ordening hersteld, opdat het goede de gelukzaligheid kan bereiken en het kwade verbannen wordt. Want GOD is de HEER over hemel en aarde en voor HEM moet alles buigen wat uit HEM is voortgekomen. Zijn Wil moet vervuld worden en Zijn Wil is Liefde.
Amen
Übersetzer