Voller Erbarmen sah Ich zur Erde herab auf die geknechtete Menschheit.... Ich sah ihre große Not, die zwar selbstverschuldet war, doch Ich sah auch die große Schwäche der Menschen, die darum von ihrer Last niedergedrückt wurden und sich aus eigener Kraft nicht mehr erheben konnten.... Und Meine Liebe wurde so mächtig, daß sie der leidenden Menschheit Hilfe bringen wollte.... Meine Liebe war so groß, daß Ich Selbst zur Erde herniederstieg, um die Menschen von ihrer Sündenlast zu befreien und ihnen wieder den Weg zu Mir frei zu machen. Meine Niederkunft zur Erde war ein Akt der Liebe und Barmherzigkeit eures Schöpfers und Vaters von Ewigkeit.... Ich wollte den Menschen den Frieden bringen, das Heil.... Ich wollte, daß sie sich wieder des Lichtes und der Kraft erfreuen konnten, die sie verloren hatten durch die Sünde der einstigen Auflehnung wider Mich.... Die Menschheit steckte so tief in der Finsternis, und sie konnte aus ihr nicht mehr hinausfinden, weil sie auch völlig kraftlos war.... Es war ein Zustand größter Unglückseligkeit, denn sie wurden gefangengehalten von einem Herrn, der sie in seiner Gewalt hatte, der sie ewig nicht mehr freigeben wollte.... Ich aber besaß auch Anspruch auf euch, weil ihr einst aus Meiner Liebekraft hervorgegangen waret.... Und Meinen Anspruch gebe Ich nicht verloren.... Ich war bereit, mit Meinem Gegner zu kämpfen um euch, und kam darum zur Erde, weil nicht die Gottheit diesen Kampf führen wollte, sondern die Liebe und diese sich nun in einem Menschen verkörperte.... also gleichsam ein Mensch den Kampf aufnahm mit dem Gegner, Der Sich als Waffe nur der Liebe bediente.... Die Liebe also führt den Kampf.... die Liebe bewog Mich, zur Erde zu steigen und in dem Menschen Jesus Wohnung zu nehmen.... Der Mir mit ganzer Seele ergeben war, Der nach dem Zusammenschluß mit Mir strebte mit allen Sinnen, Der Selbst die Seele des Lichtes in Sich barg, die ihren gefallenen Brüdern helfen wollte, daß sie wieder zum Vater, zur Höhe emporsteigen konnten, um selig zu sein. Das Vollkommen-Gebliebene wollte dem unvollkommen Gewordenen wieder zur Vollkommenheit verhelfen.... Die Liebe Selbst wollte Sich einsetzen, um den geknechteten Menschen die Freiheit zu bringen.... Und darum stieg Ich Selbst zur Erde hernieder, darum verschloß Ich Mich nicht länger den Notrufen, die von der Erde zu Mir heraufstiegen, Ich kam als Retter und Erlöser, um allen den Frieden zu bringen, die eines guten Willens sind.... Denn es war die Zeit herangekommen, wo die Menschheit so tief gesunken war, daß ihr Hilfe gebracht werden mußte, sollte sie nicht ganz dem Verderben anheimfallen. Und so erfüllte sich, was lange zuvor schon angekündigt war.... Das Licht kam zur Erde und leuchtete in die Finsternis.... Aber die Finsternis erkannte das Licht nicht, und nur wenige waren, die es erkannten als den Retter, Der gesandt war von oben, um die Menschen zu erlösen und allen den Frieden zu bringen, die eines guten Willens sind....
Amen
ÜbersetzerVol erbarmen zag Ik op de aarde neer op de geknechte mensheid.
Ik zag haar grote nood, waaraan ze weliswaar zelf schuldig was, maar Ik zag ook de grote zwakheid van de mensen, die daarom door hun last werden terneergedrukt en uit eigen kracht niet meer konden opstaan.
En mijn liefde werd zo geweldig groot, dat ze de lijdende mensheid hulp wilde brengen.
Mijn liefde was zo groot, dat Ik zelf naar de aarde afdaalde om de mensen van hun zondelast te bevrijden en voor hen de weg naar Mij weer vrij te maken. Mijn menswording op aarde was een daad van liefde en barmhartigheid van uw Schepper en Vader van eeuwigheid.
Ik wilde de mensen de vrede brengen, het heil.
Ik wilde dat ze zich weer konden verheugen over het licht en de kracht, die ze verloren hadden door de zonde van de vroegere weerspannigheid tegen Mij.
De mensheid bevond zich zo diep in de duisternis en ze kon hieruit de weg naar buiten niet meer vinden, omdat ze ook geheel zonder kracht was.
Het was een toestand van de grootste rampzaligheid, want ze werden gevangen gehouden door een gebieder die hen in zijn macht had, die hen voor eeuwig niet meer vrij wilde laten.
Maar ook Ik had recht op u, omdat u eens uit de kracht van mijn liefde was voortgekomen.
En mijn aanspraak geef Ik niet op. Ik was bereid met mijn tegenstander om u te strijden en kwam naar de aarde, omdat niet de Godheid deze strijd wilde voeren, maar de liefde. En deze liefde belichaamde zich nu in een mens. Een mens die als wapen alleen gebruik maakte van de liefde, nam dus als het ware de strijd op tegen de tegenstander.
De liefde voert dus de strijd. De liefde bewoog Mij naar de aarde af te dalen en mijn intrek te nemen in de mens Jezus.
Jezus, die Mij met heel Zijn ziel was toegedaan, die met al Zijn zinnen naar de aaneensluiting met Mij streefde, die zelf de ziel van het licht in zich droeg, die haar gevallen broeders wilde helpen, zodat ze weer opwaarts konden klimmen naar de Vader, om gelukzalig te zijn. Wat volmaakt gebleven was, wilde wat onvolmaakt was geworden helpen weer volmaakt te worden.
De Liefde zelf wilde zich inzetten om de geknechte mensen de vrijheid te brengen.
En daarom daalde Ik zelf af naar de aarde. Daarom sloot Ik Me niet langer af voor de noodsignalen om hulp, die van de aarde naar Mij opstegen. Ik kwam als Redder en Verlosser om allen die van goede wil zijn de vrede te brengen.
Want de tijd was gekomen waarin de mensheid zo diep was gezonken, dat haar hulp moest worden gebracht, wilde ze niet helemaal ten prooi vallen aan het verderf. En zo ging in vervulling wat lang tevoren al was aangekondigd.
Het licht kwam naar de aarde en straalde in de duisternis.
Maar de duisternis herkende het licht niet en er waren maar weinige die het herkenden als de Redder, die van boven was gezonden om de mensen te verlossen en vrede te brengen aan allen die van goede wil zijn.
Amen
Übersetzer