Nicht Mein Wille kann die Entfernung von Mir verringern, sondern allein euer Wille muß dies vollbringen, denn nicht Mein Wille hat euch verstoßen, sondern ihr selbst seid in freiem Willen von Mir gegangen; ihr habt Mich zurückgewiesen und dadurch eine Kluft zwischen euch und Mir geschaffen, die ihr nun selbst auch überbrücken müsset, wollet ihr wieder zu Mir gelangen. Ich Selbst nehme euch mit offenen Armen wieder auf, so ihr zurückkehret in euer Vaterhaus. Ich werde euch aber niemals wider euren Willen zu Mir holen, weil Mir weniger an eurem Besitz als an eurer Liebe zu Mir liegt, die auch dann euren Willen wandelt, so daß ihr freiwillig zu Mir zurückkehret. Eine Rückkehr zu Mir bedeutet aber unbeschränkte Seligkeit, und so könnet und müsset ihr euch den Seligkeitszustand selbst schaffen, er kann euch nicht von Mir gegeben werden, wenn die Voraussetzung, der Mir zugewandte Wille, nicht vorhanden ist.... Ich bin alles euch zu geben bereit, Ich werde euch wahrlich nichts versagen, was ihr begehret.... doch euren Willen unfrei zu machen ist Mir darum unmöglich, weil Ich Selbst dann gegen Mein Gesetz ewiger Ordnung verstoßen müßte, denn Meine Geschöpfe sind nach Meinem Ebenbild geschaffen worden, es waren Wesen, die darum den freien Willen in sich tragen mußten, weil sie vollkommen aus Mir hervorgegangen sind.... und was vollkommen aus Mir heraus entstanden ist, kann wohl aus eigenem Willen, doch nicht durch Meinen Willen unvollkommen werden, also es konnte selbst seinen Willen von Mir abwenden, Ich aber kann nun nicht den freien Willen unfrei machen und dadurch Meinem Geschöpf den Beweis des göttlichen Ursprungs nehmen. Denn Ich bin vollkommen und verstoße darum nicht gegen Meine Ordnung von Ewigkeit.... Darum also kann Ich die Menschen nicht hindern, zu sündigen und einen verkehrten Lebenswandel zu führen, Ich kann sie nicht zwingen, an Mich zu glauben, und Ich kann sie noch weniger zwingen, Mich zu lieben, also wieder zurückzukehren zu Mir.... Ich kann nur alles tun, was ihren Willen wandeln könnte, jedoch nicht wandeln muß, ansonsten es wahrlich kein Mir fernstehendes Wesen mehr gäbe, aber auch kein freies, seliges Wesen, das vollkommen wäre. Der freie Wille ist Urgesetz von Ewigkeit.... und er ist urgesetzlich auch in jedem von Mir geschaffenen Wesen....
Und das muß euch Menschen Erklärung sein für die Zustände auf der Erde, die euch gar mangelhaft erscheinen und die nur der freie Wille des Menschen selbst ändern kann. Was Meine Macht vollbringen kann, das hat Meine Liebe schon getan; wo aber die Freiheit eures Willens gewahrt bleiben muß, dort könnet nur noch ihr selbst tätig werden, und Meine Liebe wird euch jegliche Unterstützung gewähren, weil Ich Selbst es ja will, daß ihr zu Mir zurückkehret. Und wenn Ewigkeiten darüber vergehen, bis ihr im freien Willen Mir wieder zustrebet, so werde Ich doch niemals euch zwangsweise zurückleiten, weil Ich will, daß ihr euren uranfänglichen Vollkommenheitszustand wieder erreichet, weil Ich will, daß ihr als Meine Kinder in Liebe euch freiwillig Mir unterwerfet....
Amen
ÜbersetzerNiet Mijn wil kan de afstand tot Mij verkleinen, maar alleen uw wil moet dit volbrengen. Want niet Mijn wil heeft u verstoten, maar uzelf bent in vrije wil van Mij weggegaan. U hebt Mij afgewezen en daardoor een kloof tussen u en Mij geschapen, die u nu zelf ook zult moeten overbruggen als u weer bij Mij wilt komen. Ik Zelf neem u met open armen weer op als u terugkeert in het Vaderhuis.
Maar Ik zal u nooit tegen uw wil tot mij trekken, omdat Mij er minder aan gelegen is u te bezitten dan uw liefde voor Mij, die dan ook uw wil verandert, zodat u vrijwillig naar Mij terugkeert. Een terugkeer naar Mij betekent echter onbeperkte gelukzaligheid. En zo zult u voor uzelf de staat van gelukzaligheid zelf kunnen en moeten verschaffen. Hij kan u niet door Mij worden gegeven, wanneer de voorwaarde van de Mij toegekeerde wil niet aanwezig is.
Ik ben bereid u alles te geven. Ik zal u waarlijk niets onthouden wat u begeert. Maar het is Mij onmogelijk uw wil onvrij te maken, omdat Ik Zelf dan in strijd zou moeten handelen met Mijn wet van de eeuwige ordening. Want Mijn schepselen zijn geschapen naar Mijn evenbeeld. Het waren wezens die de vrije wil in zich moesten hebben, omdat ze volmaakt uit Mij zijn voortgekomen. En wat volmaakt uit Mij is ontstaan, kan wel uit eigen wil, maar niet door Mijn wil onvolmaakt worden. Dus het kan zelf zijn wil van Mij afkeren, maar Ik kan nu niet de vrije wil onvrij maken en daardoor Mijn schepsel het bewijs van zijn goddelijke oorsprong afnemen.
Want Ik ben volmaakt en handel daarom niet tegen Mijn ordening van eeuwigheid in. Dus daarom kan Ik de mensen niet verhinderen te zondigen en een verkeerde levenswandel te leiden. Ik kan ze niet dwingen om in Mij te geloven en nog minder kan Ik ze dwingen Mij lief te hebben, dus weer naar Mij terug te keren. Ik kan alleen alles doen wat hun wil zou kunnen veranderen, echter niet moet veranderen, daar er anders waarlijk geen wezen meer zou bestaan dat ver van Mij verwijderd is, maar ook geen vrij, gelukzalig wezen dat volmaakt zou zijn. De vrije wil is oerwet van eeuwigheid en hij is van oorsprong ook wettelijk in ieder door Mij geschapen wezen.
En dat moet voor u mensen de verklaring zijn voor de toestanden op de aarde, die u gebrekkig voorkomen en die alleen de vrije wil van de mens zelf kan veranderen. Wat Mijn Macht kan volbrengen, heeft Mijn Liefde al gedaan. Maar waar de vrijheid van uw wil moet worden gehandhaafd, daar zult alleen nog maar uzelf werkzaam kunnen worden. En Mijn Liefde zal u elke ondersteuning verlenen, omdat Ik Zelf immers wil dat u naar Mij terugkeert. En al gaan er eeuwigheden voorbij tot u in vrije wil weer op Mij aanstuurt, dan zal Ik u toch nooit onder dwang terugleiden, omdat Ik wil dat u uw staat van volmaaktheid weer bereikt, omdat Ik wil dat u zich als Mijn kinderen vrijwillig in liefde aan Mij onderwerpt.
Amen
Übersetzer