Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Unsterblichkeit der Seele....

Gedenket dessen, was mit eurer Seele wird nach dem Tode des Leibes; versuchet euch vorzustellen, daß es kein Ende gibt für das, was in euch denkt, fühlt und will, und daß die Seele nicht sterben kann. Stellet es euch vor, wenn ihr es noch nicht fest glauben könnet. Dann wird euch ein Unbehagen befallen, weil die Seele es fühlt, daß kein schönes Los sie erwartet, weil der Glaube an ein Fortleben auch einen anderen Lebenswandel gezeitigt hätte, einen Wandel in Liebe, wie aber auch ein Wandel in Liebe ihr den Glauben eingetragen hätte. Jeder Mensch weiß es, daß er sterben muß dem Leibe nach, doch ein Weiterleben der Seele kann nicht als feststehendes Wissen gelehrt werden. Dennoch kann es im Menschen Überzeugung werden auch ohne Beweis. Und diese Überzeugung bestimmt nun sein Denken, Wollen und Handeln. Dann lebt der Mensch bewußt.... bewußt seiner Aufgabe, sich auf Erden zur Höhe zu entwickeln und seinem Reifegrad entsprechend der Seele das Los im Jenseits zu bereiten.... Dann gedenket er des Lebens der Seele nach dem Tode und ist auch immer bereit, das irdische Leben mit dem Leben im geistigen Reich zu vertauschen, weil er weiß, daß es keinen ewigen Tod gibt, nur einen Wandel des Aufenthaltsortes für die Seele. Ein jeder Mensch, der guten Willens ist, fühlt es auch, daß er nicht nur für diese Erde lebt, und sein Glaube wird stets tiefer und überzeugter. Denn wer guten Willens ist, der widerstrebt nicht den Hinweisen, die ihm durch Gottes Liebe immer wieder geboten werden und sein Denken anregen. Wer guten Willens ist, der pfleget auch die Liebe, und also wird er gestärkt in seinem Glauben und verlangt nach Licht, das auch in ihm entzündet wird. Ein jeder Mensch kann glauben an ein Fortleben der Seele, wenn er es will, wenn er verlangend nach der Wahrheit diesbezügliche Gedanken in sich bewegt und Aufschluß begehrt.... Doch das Verneinen-Wollen eines Fortlebens wird stets ein Hindernis sein zum Glauben, weil dann schon die Kräfte der Finsternis den Menschen beherrschen, die jegliches Licht hassen. Gehet nicht achtlos über eure Gedanken hinweg, so sie euch an das Leben der Seele nach dem Tode gemahnen.... Suchet zu ergründen, aber verwerfet nicht alle Gedanken, so sie euch berühren. Denn ohne den Willen zur Wahrheit könnet ihr nicht dazu gelangen, ohne das Verlangen danach könnet ihr nicht belehrt werden. Es gibt ein Leben nach dem Tode, und dieses Leben gestaltet ihr euch selbst auf Erden, ihr selbst schaffet der Seele das Los in der Ewigkeit und sollet darum sorgen, daß sie nicht dem geistigen Tode verfalle, der qualvoll ist, aber niemals ein Nicht-Sein bedeutet. Denn die Seele ist das Wirkliche im Menschen und bleibt bestehen, wenn auch der Leib vergeht.... Denket darüber nach, auf daß ihr zum Glauben gelanget, auf daß ihr die innere Überzeugung gewinnet, daß wohl der Leib sterben kann, die Seele aber unvergänglich ist....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Onsterfelijkheid van de ziel

Denk eraan wat er van uw ziel terecht komt na de dood van het lichaam, probeer u voor te stellen dat er geen einde bestaat voor datgene wat in u denkt, voelt en wil en dat de ziel niet sterven kan. Stel het u voor wanneer u het nog niet vast kunt geloven. Dan zal er een onbehagen over u komen, omdat de ziel voelt dat haar geen mooi lot te wachten staat, omdat het geloof aan een voortleven ook een andere levenswandel ten gevolge zou hebben, een leven in liefde, zoals echter ook een leven in liefde haar het geloof zou hebben opgeleverd.

Ieder mens weet dat hij sterven moet naar het lichaam, maar een verder leven van de ziel kan niet als vaststaand weten worden geleerd. Toch kan het in de mens tot overtuiging worden ook zonder bewijs. En deze overtuiging bepaalt nu zijn denken, willen en handelen. Dan leeft de mens bewust, bewust van zijn taak, zich op aarde positief te ontwikkelen en overeenkomstig zijn graad van rijpheid de ziel het lot in het hiernamaals te bereiden. Dan denkt hij aan het leven van de ziel na de dood en is ook altijd bereid het aardse leven te verwisselen met het leven in het geestelijke rijk, omdat hij weet dat er geen eeuwige dood bestaat, alleen een verandering van verblijfplaats voor de ziel.

Ieder mens die van goede wil is, voelt het ook dat hij niet alleen maar voor deze aarde leeft en zijn geloof wordt steeds dieper en overtuigder. Want wie van goede wil is, weerstaat de aanwijzingen niet die hem door GOD's Liefde steeds weer worden gegeven en zijn denken aansporen. Wie van goede wil is, beoefent ook de liefde en dus wordt hij gesterkt in zijn geloof en verlangt naar licht, dat in hem ook wordt ontstoken.

Ieder mens kan geloven aan een voortleven van de ziel wanneer hij het wil, wanneer hij verlangend naar de waarheid de gedachten die daar betrekking op hebben overdenkt en uitsluitsel begeert. Doch het willen ontkennen van een voortleven zal steeds hindernis zijn te geloven, omdat dan de krachten der duisternis de mens al beheersen, die elk licht haten,

Ga niet achteloos aan uw gedachten voorbij, als ze u aan het leven van de ziel na de dood doen denken. Tracht te doorgronden, maar verwerp niet alle gedachten als ze u treffen. Want zonder de wil gericht op de waarheid, zult u er niet toe kunnen geraken, zonder het verlangen ernaar, zult u niet kunnen worden onderricht.

Er is een leven nà de dood en dit leven geeft u zelf gestalte op aarde, u zelf schept voor de ziel het lot in de eeuwigheid en zult er daarom voor moeten zorgen dat ze niet ten prooi valt aan de geestelijke dood, die vol kwelling is, maar nooit een "niet zijn" betekent. Want de ziel is het werkelijke in de mens en blijft bestaan, al vergaat ook het lichaam. Denk daarover na, opdat u gaat geloven, opdat u de innerlijke overtuiging verkrijgt, dat het lichaam wel kan sterven, maar de ziel Onvergankelijk is.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte