Kundgabe mit Übersetzung vergleichen
Körper, Seele und Geist.... Erklärung....
Unbegreiflich ist es den Menschen, in welchem Verhältnis Körper, Seele und Geist zueinanderstehen, und darum ist auch das Wirken des Geistes ihnen schwer zu erklären. Es steht der Geist im Gegensatz zum Körper, während die Seele zwischen beiden steht, also gewissermaßen für Körper oder Geist sich entscheiden muß, sich niemals aber beiden zuwenden kann. Die Seele ist bei Beginn der Verkörperung als Mensch gänzlich dem Körper zugetan, sie hat also das Bestreben, dem Körper alle Wünsche zu erfüllen, d.h. Denken, Fühlen und Wollen.... die Seele des Menschen.... ist nur auf den Körper eingestellt, der, als selbst noch Materie, sich mit der Materie auch zusammenzuschließen sucht. Also wird der Mensch Verlangen haben nach materiellen Gütern, weil diese der Inbegriff dessen sind, was dem Körper behagt. Der Geist kommt also so gut wie nicht zur Geltung, die Seele hört nicht darauf, was der Geist von ihr verlangt; er kann sich nicht durchsetzen, weil der Körper noch das Übergewicht hat und die Seele voll und ganz mit Beschlag belegt, also ihr Sinnen und Trachten beherrscht. Es kann aber die Seele auch die Wertlosigkeit irdischer Dinge erkennen, sie kann des Körpers Begehren als unwichtig ansehen, sie kann mehr verlangen vom Erdenleben, als nur materielle Güter.... dann kommt der Geist zum Recht.... Er äußert sich nun der Seele gegenüber und wird von ihr angehört. Es beginnt die Seele eine andere Richtung einzuschlagen, sie verlangt nun nicht mehr für den Körper, sondern strebt geistige Güter an, sie läßt sich belehren, d.h., sie nimmt widerspruchslos an, was ihr der Geist vermittelt, ja sie fühlt sich beglückt und beachtet stets weniger ihren Körper oder sucht auch ihn dem geneigt zu machen, was der Geist von der Seele verlangt.... die irdische Materie aufzugeben, um geistige Güter einzutauschen. Nun hat der Geist gesiegt über den Körper, beide, Geist und Körper, suchen die Seele für sich zu gewinnen. Und sowie es dem Geist gelingt, die Wünsche des Körpers zu verdrängen, ist er Sieger.... Was aber ist unter Geist zu verstehen?....
Es ist der Geist das Göttliche im Menschen, es ist das, was den Menschen als Gottes Geschöpf kennzeichnet, es ist der Geist das Band, das den Menschen mit dem Vatergeist von Ewigkeit verbindet. Es ist das Bewußtsein im Menschen, mit dem Vater von Ewigkeit auf ewig verbunden zu sein. Sowie er in Aktion tritt, erkennt sich der Mensch erst als Geschöpf Gottes, zuvor ist er sich nur als Lebewesen bewußt, das dem Leben alles abgewinnen möchte, was dieses bietet. Erkennt sich der Mensch aber, dann ist ihm die Welt nichts mehr, dann sucht er höhere Güter, dann sind seine Gedanken dem geistigen Reich zugewandt, dann sucht er in Verbindung zu treten mit Dem, Der ihm das Leben gab, dann ist sein Denken richtig und sein Wollen und Handeln dem göttlichen Willen entsprechend. Dann wirket also der Geist aus Gott im Menschen, Dem sich nun die Seele überlässet, daß Er sie leite und belehre, auf daß Körper, Seele und Geist nun eins werden und den Zusammenschluß suchen mit Gott, weil der Geist im Menschen unablässig dränget zum Vatergeist, mit dem er untrennbar verbunden ist und bleibt bis in alle Ewigkeit....
Amen
Übersetzer
Lichaam, ziel en geest - Opheldering
Het is onbegrijpelijk voor de mensen in welke verhouding lichaam, ziel en geest tot elkaar staan, en daarom is ook de uiting van de geest voor hen moeilijk te verklaren. De geest staat tegenover het lichaam terwijl de ziel tussen beide in staat, dus als het ware tussen het lichaam of de geest moet kiezen maar zich nooit op beide kan richten. De ziel is bij de belichaming als mens het lichaam geheel toegewijd. Zij beijvert zich dus alle wensen van het lichaam te vervullen, dat wil zeggen: denken, voelen en willen van de ziel zijn op het lichaam gericht dat zelf nog uit materie bestaat en waarmee zij zich probeert te verenigen. En daarom zal de mens alleen verlangen hebben naar materiële goederen, omdat deze behoren tot wat het lichaam behaagt. De geest komt dus helemaal niet tot zijn recht, want de ziel luistert niet naar wat de geest van haar verlangt. Hij kan zich niet laten gelden omdat het lichaam nog voorrang heeft en geheel beslag legt op de ziel, dus haar gezindheid en streven beheerst.
Maar de ziel kan ook de waardeloosheid van aardse zaken herkennen en het lichamelijke begeren als onbeduidend beschouwen. En zij kan van het leven meer verlangen dan alleen aardse goederen, dan komt de geest tot zijn recht, dan openbaart de geest zich aan de ziel en wordt door haar aangehoord. Dan begint de ziel een andere richting in te slaan en verlangt nu niets meer voor het lichaam, maar streeft geestelijke goederen na. Zij laat zich onderrichten, dat wil zeggen: zij neemt zonder tegenspraak aan wat de geest haar te zeggen heeft. Ja, zij voelt zich gelukkig en slaat steeds minder acht op het lichaam of zij tracht het lichaam meer gewillig te maken voor wat de geest van de ziel verlangt, namelijk de aardse materie op te geven en te verwisselen voor geestelijke goederen. Dan heeft de geest gezegevierd over het lichaam, want beide, geest en lichaam, proberen de ziel voor zich te winnen, en als het de geest gelukt de wensen van het lichaam te verdringen, dan is hij overwinnaar.
Maar wat is onder "geest" te verstaan? De geest is het goddelijke in de mens dat de mens als goddelijk schepsel kenmerkt. De geest is de band die de mens verbindt met de Vadergeest van eeuwigheid. Het is het bewustzijn in de mens, voor eeuwig met de Vadergeest verbonden te zijn. Zodra hij in actie komt beseft de mens pas dat hij een schepsel van God is - voordien is hij zich alleen maar als levend wezen bewust, dat alles uit het leven wil halen wat het te bieden heeft. Beseft de mens echter wie hij is, dan betekent de wereld niets meer voor hem, dan zoekt hij goederen van hogere waarde en dan zijn z'n gedachten op het geestelijke rijk gericht. Dan tracht hij in verbinding te treden met Hem die hem het leven gaf, dan is zijn denken juist en zijn willen en handelen ook overeenkomstig de goddelijke wil. En dan werkt de geest uit God in de mens, waaraan de ziel zich dan overgeeft om geleid en onderwezen te worden opdat lichaam, ziel en geest één kunnen worden en de verbinding met God zoeken, want de geest stuurt onophoudelijk op de Vadergeest aan, met wie hij verbonden is en blijft tot in alle eeuwigheid.
Amen
Übersetzer