In geistiger Beziehung ist eine Zusammenarbeit erforderlich, es ist einer angewiesen auf die Hilfe des anderen, weil geistige Arbeit selten die Unterstützung von weltlicher Seite finden wird und daher eine Verbreitung mühseliger ist und die Unterstützung derer benötigt, die gleichen Geistes sind. Und es ist nun der Wille des einzelnen ausschlaggebend, wie weit er Mir ein tüchtiger Arbeiter ist in Meinem Weinberg. Völlig freien Willens muß die Arbeit für Mich und Mein Reich geleistet werden, es darf keiner unter dem Zwang stehen, etwas tun zu müssen wider seinen Willen, doch reichsten Segen wird empfangen, den das Herz treibt, der aus Liebe zu Mir für Mich tätig ist, denn er selbst wird seinen geistigen Reichtum vermehren, er wird an den Schätzen Freude haben, mit denen er arbeitet, und es wird ihn drängen, den Reichtum auch anderen zugänglich zu machen. Deshalb wird er ständig geistigen Austausch pflegen wollen und schon dazu Menschen benötigen, die das gleiche Streben haben, und der Zusammenschluß dieser auf geistiger Basis ist gesichert. So sich ein geistig strebender Mensch nicht mitteilen könnte, wäre sein Arbeitsfeld beschränkt und würde ihn ermüden lassen, doch überall finden sich die Menschen, die Mir zustreben, und suchen geistige Gemeinschaft, um Mein Wort austauschen zu können, je nach ihrer Aktivität. Es soll einer des anderen Stütze sein.... und jedem weise Ich die Arbeit zu, die er ausführen kann, so er nur will, doch seinen Willen zwinge Ich nicht, weil die Liebe zu Mir ihn bestimmen soll, für Mich tätig zu sein. Trägt er diese Liebe in sich, dann braucht er nicht von außen angeregt zu werden, dann drängt es ihn von selbst zu der Arbeit für Mich und Mein Reich, und er wird reichsten Segen empfangen und emsig für Mich tätig sein....
Amen
ÜbersetzerIn geestelijk opzicht is samenwerking vereist, de een is aangewezen op de hulp van de ander, omdat geestelijke arbeid zelden de steun van wereldlijke zijde zal ondervinden en daarom 'n verbreiding moeizamer is en de steun van hen nodig heeft die vanuit dezelfde geest leven. En nu is de wil van de enkeling, hoe ver hij voor MIJ een bekwame arbeider is in Mijn wijngaard, doorslaggevend. In volledige vrije wil moet de arbeid voor MIJ en Mijn rijk verricht worden, niemand mag onder druk staan iets te moeten doen tegen zijn wil, maar de rijkste zegen zal hij ontvangen die door zijn hart gedreven wordt, die uit liefde tot MIJ voor MIJ werkzaam is, want hij zelf zal zijn geestelijke rijkdom vergroten, hij zal vreugde scheppen in de schatten waarmee hij arbeidt, en hij zal zich gedrongen voelen deze rijkdom ook voor anderen toegankelijk te maken.
Daarom zal hij voortdurend geestelijke uitwisseling tot stand willen brengen en alleen al daarvoor mensen nodig hebben die hetzelfde nastreven en de samenwerking van dezen op geestelijke basis is verzekerd. Als een mens die het geestelijke nastreeft niet zijn hart kan uitstorten, zou zijn arbeidsveld beperkt zijn en zou hem vermoeid maken, maar overal zijn mensen te vinden die er naar streven om bij MIJ te komen, en geestelijke gemeenschap zoeken om Mijn Woord uit te kunnen wisselen al naar hun werkzaamheid. De een moet voor de ander een steun zijn en ieder wijs IK de arbeid toe die hij kan verrichten, als hij maar wil; maar zijn wil dwing IK niet omdat de liefde voor MIJ hem moet aanzetten om voor MIJ werkzaam te zijn. Draagt hij deze liefde in zich, dan hoeft hij niet van buitenaf gestimuleerd te worden, dan spoort het hem van zelf aan om te werken voor MIJ en Mijn rijk, en hij zal de rijkste zegen ontvangen en vlijtig voor MIJ werkzaam zijn.
Amen
Übersetzer