• Zurück

Lieblosigkeit - Zerstörung der Schöpfung.... Eruption....

Aus (In?) einer Welt des Hasses kann keine Liebe geboren werden, und darum werden die Menschen immer feindselig gegeneinander vorgehen und so ihren eigenen Untergang beschleunigen, denn Lieblosigkeit bedeutet das Ende dessen, was Gott geschaffen hat, Lieblosigkeit begünstigt die Zerstörung in jeder Weise. Sie ist die Triebkraft des Vernichtungswillens, und da Gott dem menschlichen Willen die Freiheit gegeben hat, ihn auszuführen, und er von unten her dazu Kraft empfängt, so tobt sich der Mensch aus in erschreckender Weise, und es muß dies den beschleunigten Untergang zur Folge haben. Eine Welt des Hasses und der Lieblosigkeit ist in äußerster Gottferne und kann Seine Kraft nicht mehr empfangen, der sie selbst sich verschließt. Sonach kann es kein Bestehen mehr für diese Welt geben, und somit ist die geistige Begründung eines Unterganges der alten Erde gegeben, und unzählige Geistwesen treten im Auftrag Gottes in Aktion und bringen eine gewaltige Eruption zustande, denn es wollen diese Geistwesen ihren alten Aufenthaltsort verlassen, sie lechzen nach Befreiung, um nun ihrerseits den Erdengang der Aufwärtsentwicklung zu beginnen in verschiedenster Form. Irdisch bedeutet es Erschütterung der Erde in ihrem Kern und eine totale Umänderung der Außenform, Vergehen alter Schöpfungen und Entstehen völlig neuer Formen, die dem noch unreifen Geistigen Aufenthalt gewähren. Es bedeutet ferner das Ende unzähliger Menschen und jeglicher lebenden Kreatur, es bedeutet eine Zerstörung der Schöpfungswerke durch göttlichen Willen, weil Gott in neuen Schöpfungswerken wieder dem Geistigen Gelegenheit geben will, sich Ihm zu nähern, die übergroße Entfernung zu verringern und sich zu wandeln zuerst im gebundenen und zuletzt im freien Willen. Haß und Lieblosigkeit zerstören, die Liebe Gottes aber richtet wieder auf.... Es soll nichts verlorengehen, und was durch verkehrten Willen sich unempfänglich macht für die Kraft, die es erhält, das vergeht und muß in anderer Form so lange verweilen, bis sein Wille sich gewandelt hat und es die Kraft aus Gott begehrt. Denn ohne diese kann kein Wesen zur Höhe gelangen, ohne diese kann kein Wesen selig werden, weil die Kraft aus Gott erst das Leben gibt und Leben erst das Endziel eines jeden Wesens ist....

Amen

Liefdeloosheid - Verwoesting van de schepping - Eruptie

In een wereld van haat kan geen liefde worden geboren en daarom zullen de mensen steeds vijandig tegen elkaar optreden en zo hun eigen ondergang bespoedigen. Want liefdeloosheid betekent het einde van dat, wat God heeft geschapen. Liefdeloosheid bevordert de verwoesting op elke manier. Ze is de drijfveer van de vernietigingswil en omdat God de menselijke wil de vrijheid heeft gegeven hem te realiseren en hij uit de diepte daartoe de kracht ontvangt, leeft zo de mens zich uit op een afschrikwekkende manier en dit moet de versnelde ondergang tot gevolg hebben. Een wereld van haat en liefdeloosheid staat uiterst ver van God af en kan niet meer Zijn kracht ontvangen, waarvoor ze zichzelf afsluit. Bijgevolg is er voor deze wereld geen bestaan meer mogelijk en zodoende is de geestelijke motivatie van een ondergang van de oude aarde gegeven en ontelbare geestelijke wezens komen in opdracht van God in aktie en brengen een geweldige eruptie tot stand, want deze geestelijke wezens willen hun oude verblijfplaats verlaten. Ze smachten naar bevrijding, om nu van hun kant uit de aardse weg van de positieve ontwikkeling te beginnen in de meest verschillende vorm.

Aards betekent het “beving van de aarde in haar kern en een totale omvorming van de uiterlijke vorm, vergaan van de oude scheppingen en ontstaan van volledig nieuwe vormen, die het nog onrijpe geestelijke verblijfplaats verlenen”. Verder betekent het het einde van ontelbare mensen en elke levende creatuur, het betekent een verwoesting van de scheppingswerken door goddelijke Wil, omdat God in nieuwe scheppingswerken het geestelijke weer gelegenheid wil geven, nader tot Hem te komen en de eindeloze verwijdering te verkleinen en zichzelf te veranderen, aanvankelijk in gebonden wil en tenslotte in vrije wil. Haat en liefdeloosheid verwoesten, maar de Liefde Gods richt weer op. Er mag niets verloren gaan en wat door verkeerd willen zich niet ontvankelijk maakt voor de kracht, die het ontvangt, vergaat en moet zolang in andere vorm verblijven, tot zijn wil veranderd is en het de kracht uit God begeert. Want zonder deze kan geen wezen naar boven gaan, zonder deze kan geen wezen zalig worden, omdat de kracht uit God pas het leven geeft en leven pas het einddoel van ieder wezen is.

Amen