Und dies ist der Wille Gottes, daß ihr Frieden haltet miteinander, daß ihr euch dienet in Liebe und euer Leid gemeinsam traget. Und so ihr Seinen Willen erfüllet, wird auch euer Leben ein friedvolles und gesegnetes sein, und Leid und Kummer werden euch fernbleiben, denn dann lebt ihr so, wie es eurer Seele zuträglich ist.... Ihr übet die Nächstenliebe und beweiset dadurch auch Gott eure Liebe zu Ihm, und euer Lebenswandel ist Gott wohlgefällig. Wie aber steht ihr Menschen jetzt zueinander?.... Ihr bekämpfet euch, ihr tut dem Nächsten Schaden an, und die Lieblosigkeit steht in höchster Blüte. Und darum müsset ihr Leid tragen, ihr müsset viel Not erdulden, und diese Not soll es zuwege bringen, daß ihr gemeinsam das Leid tragen lernt, daß ihr euch dienet. Der Wille Gottes muß erfüllt werden, ansonsten der Mensch wider die göttliche Ordnung verstößt. Fügt sich der Mensch in den göttlichen Willen ein, so kann sein Leben nur friedvoll sein, wie alles auf Erden harmonisch und friedvoll sein wird, so sich die Menschen im gleichen Willen mit Gott befinden. Sowie sich aber der Mensch gegen diesen göttlichen Willen stellt, muß sein Leben auch in einer gewissen Unordnung ablaufen, die ihm selbst nicht behagt, denn es ist ein verkehrter Wille, den der Mensch beweiset, so er dem göttlichen Willen zuwiderhandelt. Erfüllung des göttlichen Willens, Ordnung und Frieden sind Ursache und Auswirkung, ebenso aber auch werden Leid, Kummer, Unfrieden und irdisches Chaos die Folgen des Handelns wider den göttlichen Willen sein.... Und darum gab Gott Seine Gebote, auf daß die Menschen um den Willen Gottes wissen. Er stellte gewisse Richtlinien für den Erdenlebenswandel auf, nach denen der Mensch das Leben führen soll, und Er gab ihnen auch kund, welche Folgen ein Leben zeitigt, das nicht diesen Richtlinien entspricht. Die göttlichen Gebote sind den Menschen zum Segen gegeben, auf daß, wer sie erfüllet, des ewigen Lebens teilhaftig werde. Das Nichterfüllen aber zieht den Tod der Seele nach sich. Es muß der göttliche Wille beachtet werden, denn solange sich der Mensch oder dessen Seele diesem Willen entgegenstellt, beweist er noch seine Abtrünnigkeit von Gott, er ist noch gottwidrig. Und es muß sein Leben auf Erden folglich ein Zustand sein, der ihm nicht behagt, damit er zu einem anderen Willen gedrängt wird, damit er sich Gott anschließt, den er zuvor nicht erkannte. Deshalb ist das Erdenleid unumgänglich notwendig für den Menschen, der den Willen Gottes nicht beachtet oder sich Ihm ganz widersetzt. Nur den Willen des Menschen fordert Gott, daß dieser sich dem göttlichen Willen unterstelle, der Mensch also das tue, was ihn Gott durch Seine Gebote zu tun heißt, dann erfüllt er den Willen Gottes, und nun ist ihm beschieden ein Leben voller Harmonie und Frieden der Seele, inmitten des Chaos und der Wirrnisse der Welt, die durch die Lieblosigkeit entstanden sind.
Amen
ÜbersetzerEn dit is de wil van God, dat u de vrede bewaart met elkaar, dat u elkaar in liefde dient en uw leed gemeenschappelijk draagt. En als u Zijn wil vervult, zal ook uw leven vredig en gezegend zijn, en leed en kommer zullen ver van u blijven, want dan leeft u zo, zoals het voor uw ziel bevorderlijk is. U beoefent de naastenliefde en bewijst God daardoor ook uw liefde voor Hem, en uw levenswandel is God welgevallig. Maar hoe staat u mensen nu tegenover elkaar? U bestrijdt elkaar, u berokkent de naaste schade en de liefdeloosheid viert hoogtij. En daarom zult u leed moeten dragen. U zult veel nood moeten verduren en deze nood zal tot stand moeten brengen dat u gezamenlijk het leed leert dragen, dat u elkaar behulpzaam bent.
De wil van God moet vervuld worden, daar de mens anders in strijd met de goddelijke orde handelt. Past de mens zich aan de goddelijke wil aan, dan kan zijn leven alleen vredig zijn, zoals alles op aarde harmonisch en vredig zijn zal als de mensen dezelfde wil hebben als God. Zodra de mens zich echter tegen deze goddelijke wil keert, moet zijn leven ook in een zekere wanorde verlopen die hem zelf niet behaagt, want het is een verkeerde wil waarvan de mens blijk geeft als hij tegen de goddelijke wil in handelt.
Vervulling van de goddelijke wil, orde en vrede, zijn oorzaak en gevolg. Maar evenzo zullen ook leed, kommer, onvrede en aardse chaos de gevolgen van het handelen tegen de goddelijke wil zijn. En daarom gaf God Zijn geboden, opdat de mensen de wil van God kennen. Hij stelde zekere richtlijnen op voor de levenswandel op aarde, naar welke de mens het leven moet leiden en Hij maakte hun ook bekend welke gevolgen een leven veroorzaakt dat niet beantwoordt aan deze richtlijnen. De goddelijke geboden zijn de mensen tot zegen gegeven, opdat wie ze vervult het eeuwige leven deelachtig zal worden. Het niet vervullen heeft echter de dood van de ziel tot gevolg.
De goddelijke wil moet worden opgevolgd, want zolang de mens of diens ziel zich tegen deze wil opstelt, bewijst hij nog zijn afvalligheid van God. Hij is nog tegengesteld aan God. En bijgevolg moet zijn leven op aarde een toestand zijn die hem niet bevalt, opdat hij aangemaand wordt anders te willen, opdat hij zich bij God aansluit, die hij tevoren niet erkende. Daarom is het aardse leed onvermijdelijk noodzakelijk voor de mens die geen acht slaat op de wil van God of zich geheel tegen Hem verzet.
God verlangt alleen de wil van de mens, dat die zich zal voegen naar de goddelijke wil, dat de mens dus dat doet wat God hem door Zijn geboden zegt te doen. Dan vervult hij de wil van God en nu is hem een leven beschoren vol harmonie en vrede van de ziel, te midden van de chaos en warboel van de wereld die door de liefdeloosheid zijn ontstaan.
Amen
Übersetzer