Es ist keine Zufälligkeit, daß in der Natur sich die Anzeichen mehren, die auf einen Ausbruch der Elemente schließen lassen, denn Gott sendet alle diese Anzeichen voraus, um die Menschen vorzubereiten auf ein außergewöhnliches Naturereignis, das plötzlich und unerwartet die Menschen überraschen wird und unvorstellbares Elend nach sich zieht. Es sollen die Menschen diese Anzeichen in Verbindung bringen mit Seinem Wort, denn es hat Jesus Christus dieser Zeit schon Erwähnung getan, als Er auf Erden wandelte, weil Er die Menschheit darauf hinweisen wollte, welche Folgen ihr Lebenswandel dereinst zeitigen würde. Und nun ist die Zeit nahe, nun sollen die Menschen die Zeichen beachten, die das Ereignis ankündigen.... Sie sollen nichts unbeachtet lassen, was vom Rahmen des Natürlichen abweicht. Gott kündet Sich Selbst, d.h. Seinen Eingriff in die bestehende Weltordnung, an, Er will die Menschen nichts unvorbereitet erleben lassen, was geistigen Erfolg ihnen eintragen soll und kann, so ihnen der Zusammenhang aller Geschehen klargemacht wird. Und deshalb weiset Gott unentwegt auf die kommende Zeit hin, und Er gibt den Menschen Kenntnis, daß die Zeit gekommen ist, die den göttlichen Eingriff erfordert. Und nun liegt es jedem Menschen ob, wie er sich zu dieser Ankündigung stellt.... So er glaubt, wird er sein Leben entsprechend einstellen, er wird sich Gott verbinden und Ihm sein Schicksal ergeben anheimstellen.... Jene sind nicht in so großer Gefahr wie die Menschen, denen jeglicher Glaube an einen Eingriff mangelt. Diese werden auch nicht sich vorbereiten, sondern alle Hinweise und Ermahnungen werden ungehört an ihren Ohren verhallen. Und es wird für sie das Naturereignis furchtbar sein. Denn ein tiefer Glaube gibt dem Menschen die Zuversicht, daß Gott ihn schützet in jeder Gefahr; doch der Glaubenslose wird ohne jeglichen Halt sein, so er nicht in letzter Stunde einen Herrn über sich erkennt und sich Dessen Gnade empfiehlt. Gott sendet Vorboten lange Zeit zuvor schon, um die Menschheit zum Denken anzuregen, und diese Vorzeichen sind von jedem Menschen zu erkennen, der erkennen will. Sie werden zum Denken anregen, weil sie nicht nur einmalig in Erscheinung treten, sondern sich noch oft und regelmäßig wiederholen, daß sie einem jeden Menschen auffallen müssen. Doch der Mensch macht sich zumeist seine Erklärung selbst, und diese je nach seiner Einstellung zu Gott. Sowie er alle diese Erscheinungen mit dem Willen Gottes in Zusammenhang bringt, beachtet er sie und zieht selbst dadurch einen Vorteil, weil er sich vorbereitet auf die kommende Zeit und dies für seine Seele von großem Erfolg ist. Was Gott verkündet hat in Wort und Schrift, das erfüllet sich unwiderruflich, und nur der Zeitpunkt ist den Menschen noch ungewiß.... Und darum sollen sie der Anzeichen achten, deren Gott Erwähnung getan hat. Und also werden sie wissen, daß die Erde vor großen Erschütterungen steht und daß der Menschheit dadurch unsagbar viel Leid beschieden ist.... Und nun liegt es an ihm, sich so zu gestalten, daß er die kommende Zeit gefaßt erwarten kann.... Er soll ringen und bitten um starken Glauben, auf daß er nicht schwach werde angesichts des Vernichtungswerkes, das der Menschheit nun bevorsteht. Und Gott wird Sich eines jeden annehmen, der Seiner Worte achtet und bewußt den göttlichen Eingriff erwartet....
Amen
ÜbersetzerHet is geen toevalligheid dat de voortekenen in de natuur toenemen, die tot een uitbarsting van de elementen doen concluderen, want God zendt al deze voortekenen vooraf om de mensen voor te bereiden op een buitengewoon gebeuren in de natuur dat plotseling en onverwacht de mensen zal verrassen en 'n onvoorstelbare ellende ten gevolge heeft. De mensen moeten deze voortekenen in verband brengen met Zijn woord, want Jezus Christus heeft reeds van deze tijd melding gemaakt toen Hij op aarde leefde, omdat Hij de mensen erop wilde wijzen, welke gevolgen hun levenswandel eens zou opleveren. En nu is de tijd dichtbij, nu moeten de mensen aandacht schenken aan de tekenen die het gebeuren aankondigen.
Ze moeten niets onopgemerkt laten wat buiten de grenzen van het natuurlijke valt. God kondigt zich zelf, dat wil zeggen: Zijn ingrijpen in de bestaande wereldorde, aan. Hij wil de mensen niets onvoorbereid laten beleven, wat hun geestelijk resultaat moet en kan opleveren, als hun de samenhang van al het gebeuren duidelijk wordt gemaakt. En daarom wijst God onophoudelijk op de komende tijd en Hij stelt de mensen ervan in kennis, dat de tijd is gekomen die het goddelijke ingrijpen vereist. En nu rust het op ieder mens, hoe hij zich tegenover deze aankondiging opstelt.
Als hij gelooft, zal hij daaraan beantwoordend zijn leven instellen, hij zal zich met God verbinden en zijn lot berustend aan Hem overlaten.
Die zijn niet in zo groot gevaar als de mensen bij wie elk geloof aan een ingrijpen ontbreekt. Dezen zullen zich ook niet voorbereiden, veeleer zullen alle aanwijzingen en aanmaningen ongehoord aan hun oren wegsterven. En voor hen zal het natuurverschijnsel vreselijk zijn. Want een diep geloof geeft de mens het vaste vertrouwen dat God hem beschermt in elk gevaar, maar de ongelovige zal zonder enige houvast zijn als hij niet te elfder ure een Heer boven zich onderkent en zich in diens genade aanbeveelt. God zendt lange tijd tevoren al voortekenen om de mensheid tot denken aan te zetten en deze voortekenen zijn door ieder mens te herkennen die ze wil zien. Ze zullen tot denken aansporen, omdat ze niet slechts één keer zichtbaar worden, maar zich nog vaak en regelmatig herhalen, zodat ze ieder mens moeten opvallen. Maar de mens vormt zich meestal zijn uitleg zelf, en deze steeds naar zijn instelling tot God. Zodra hij al deze verschijnselen met de wil van God in verband brengt, schenkt hij er aandacht aan en doet er daardoor zelf zijn voordeel mee, omdat hij zich voorbereidt op de komende tijd en dit erg succesvol is voor zijn ziel. Wat God heeft verkondigd in woord en geschrift, wordt onherroepelijk vervuld en alleen het tijdstip is voor de mensen nog onzeker.
En daarom moeten ze op de tekenen letten waarvan God melding heeft gemaakt. En dus zullen ze weten dat de aarde spoedig grote schokken zal ondergaan en dat de mensheid daardoor onnoemelijk leed is beschoren.
En nu ligt het aan hem zich zo te vormen, dat hij de komende tijd voorbereid kan afwachten.
Hij moet worstelen en vragen om een sterk geloof, opdat hij niet zwak wordt ten aanzien van het werk van vernietiging dat de mensheid nu te wachten staat. En God zal zich om ieder bekommeren die aandacht schenkt aan Zijn woorden en bewust het goddelijke ingrijpen verwacht.
Amen
Übersetzer