Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Lebendiger Glaube - Toter Glaube.... Konflikte.... Kern....

Es ist die geistige Einstellung der Menschen so verschieden, daß oft der geringste Anlaß genügt, daß sie gegeneinanderstehen, und immer wird dies dann der Fall sein, wenn sie sich zu fest an eine Lehre klammern, die erst eine Abart der von Christus verkündeten Lehre ist. Sobald diese reine Lehre Christi in eine Form geprägt ist, sehen die Menschen dann mehr die Form als den Kern, und sie betrachten jede Abweichung als ein Unterminieren der christlichen Lehre. So aber nur des Kernes geachtet wird, werden die Menschen eng verbunden bleiben, denn sie leben nun nach der Lehre Christi.... Die aber ihr Herz an die Form hängen, können nicht die geringste Abänderung vertragen und betrachten solche mit feindlichen Gefühlen. Sie glauben wohl auch, für das Reich Gottes zu arbeiten, sind jedoch untauglich dazu, denn sie lehren nur, was ihnen von Menschen vermittelt wurde, ohne es in voller Überzeugung vertreten zu können, da ihnen das eigene Erleben mangelt. Wer Gottes Wort den Menschen weitergeben will, muß es selbst von Gott empfangen haben, ansonsten er nur leere Worte redet, die nicht zu Herzen dringen, weil sie nicht von Gott gesegnet sind mit Seiner Kraft. Das von Menschen vermittelte Wissen kann gleichfalls lebendiges Wort werden, wenn die Verbindung mit Gott hergestellt wird und nun Gott Selbst dem Menschen dieses Wort erläutert, es also nicht mehr mit dem Ohr, sondern mit dem Herzen aufgenommen wird. Ein solcher Mensch aber wird sein Wissen anwenden, um den Mitmenschen zu belehren, niemals aber sich von diesem trennen wollen, wenn er anders denkt, also seiner Auffassung nach in Irrtum wandelt. Der lebendige Glaube verbindet die Menschen immer enger miteinander, der tote Glaube dagegen führt zu Trennungen, denn der lebendige Glaube läßt das Herz sprechen, der tote Glaube den Verstand. Das Herz bejaht, der Verstand verneint, wo es sich um göttliche Dinge handelt.... Denn das Herz steht dem Göttlichen näher, der Verstand aber bleibt mehr auf der Erde haften. Das schulmäßig aufgenommene Wissen stimmt sehr oft nicht überein mit den von oben gebotenen göttlichen Weisheiten, und es wird dies immer Konflikte geben zwischen den Menschen, solange diese rein verstandesmäßig prüfen wollen. Die innige Fühlungnahme mit Gott gibt dem Menschen auch Klarheit des Denkens, und was ihm als Stein des Anstoßes erschien, ist nun in ein Nichts verwandelt.... Und so lassen sich solche Konflikte sofort beheben, wenn ein jeder sich zu Gott Selbst wendet und um Klarheit bittet. Wenn zwei sich streiten, muß der eine im Unrecht sein; er erkennt dies nur nicht.... Und ist es den Menschen ernst um die Wahrheit, so überlassen sie die Klärung der Streitfragen Gott Selbst, nicht aber, daß sie einander bekämpfen oder sich an Äußerlichkeiten hängen, die belanglos sind. Die reine Wahrheit ist nur wenig vertreten unter den Menschen, weil sie ihnen nicht genügte und von Menschenwerk umsäumt wurde. Wird nun einmal das Menschenwerk angetastet, dann ist große Empörung, und mit Zähigkeit sucht der Mensch das Äußere zu erhalten und achtet nicht des inneren Kerns, der ihm dargeboten wird in aller Reinheit und ohne menschliches Beiwerk. Vielmehr führt die Gabe Gottes zu Zwistigkeiten unter den Menschen, und es bilden sich Parteien für und wider die Lehre, die der Menschheit in aller Reinheit vermittelt werden soll. Doch erkennen werden diese nur die Menschen, die innig beten um Erleuchtung.... Denn sie allein stehen im rechten Denken und werden annehmen oder abweisen, wie es göttlicher Wille ist....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Levend geloof – Dood geloof – Conflicten – Kern

De geestelijke instelling van de mensen is zo verschillend, dat vaak de geringste aanleiding voldoende is om hen tegenover elkaar te laten staan en dit zal steeds het geval zijn, wanneer ze zich te zeer aan een leer vastklampen, die een afwijking van de door Christus verkondigde leer is. Zodra deze zuivere leer van Christus in een vorm gegoten is, zien de mensen dan eerder de vorm dan de kern en ze beschouwen elke afwijking als een ondermijning van de christelijke leer.

Maar degenen die met hun hart aan de vorm blijven hangen, kunnen niet de minste verandering verdragen en beschouwen deze veranderingen met vijandelijke gevoelens. Ze geloven wel voor het rijk van God te werken, maar zijn er ongeschikt voor, want ze onderwijzen alleen maar wat hun door mensen gegeven werd, zonder er met volle overtuiging voor op te kunnen komen, omdat het hen aan een eigen beleving ontbreekt.

Wie Gods woord aan de mensen door wil geven, moet het zelf van God ontvangen hebben, omdat hij anders loze woorden spreekt, die niet tot in het hart doordringen, omdat ze niet door God met Zijn kracht gezegend zijn. De door de mensen gegeven kennis kan eveneens een levend woord worden, wanneer de verbinding met God tot stand gebracht wordt en God Zelf nu dit woord nader aan de mensen verklaart en dit zodoende niet met het oor, maar met het hart opgenomen wordt.

Maar zo’n mens zal zijn kennis gebruiken om de medemens te onderwijzen, maar zich nooit van deze willen scheiden, wanneer hij anders denkt, dus volgens zijn opvatting in dwaling verkeert. Het levende geloof verbindt de mensen steeds inniger met elkaar. Het dode geloof daarentegen leidt tot scheidingen, want het levende geloof laat het hart spreken, het dode geloof het verstand. Het hart aanvaardt, waar het verstand afwijst, als het om goddelijke zaken gaat. Want het hart staat dichter bij het goddelijke, maar het verstand hecht zich meer aan de aarde.

De schools ontvangen kennis stemt heel vaak niet overeen met de van boven aangeboden goddelijke wijsheden en dit zal steeds conflicten geven tussen de mensen, zolang deze puur verstandsmatig willen onderzoeken. Het innige contact met God geeft de mens ook helderheid in het denken en wat hem een steen des aanstoots leek, is nu in een niets veranderd. En zo laten zulke conflicten zich onmiddellijk uit de wereld helpen, wanneer een ieder zich tot God Zelf wendt en om duidelijkheid vraagt. Wanneer er twee twisten, moet de ene ongelijk hebben, maar hij beseft dit niet. En als het de mensen ernst is wat de waarheid betreft, dan laten ze de opheldering van de kwestie over aan God Zelf, maar ze bestrijden elkaar niet of blijven niet aan uiterlijkheden hangen, die onbelangrijk zijn.

De zuivere waarheid is alleen maar weinig vertegenwoordigd onder de mensen, omdat het voor hen niet volstond en ze omgeven waren door mensenwerk. Als het mensenwerk nu eenmaal aangevallen wordt, dan is er grote verontwaardiging en de mens tracht hardnekkig het uiterlijke te behouden en hij slaat geen acht op de innerlijke kern, die hem in alle zuiverheid en zonder menselijke opsmuk aangeboden wordt. Het geschenk van God leidt veeleer tot ruzie onder de mensen en er vormen zich partijen voor en tegen de leer, die de mensheid in alle zuiverheid gegeven moet worden. Maar alleen die mensen, die innig om opheldering vragen, zullen het herkennen. Want alleen zij denken juist en zullen aannemen of afwijzen, zoals het de goddelijke wil is.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Peter Schelling