Kundgabe mit Übersetzung vergleichen
Tatkräftige Hilfe durch Lichtwesen und Menschen....
Der Geisteszustand der Menschen erfordert eine tatkräftige Hilfe, sowohl von seiten der Lichtwesen als auch der Erdenmenschen, die eine gewisse geistige Reife erlangt haben und nun fähig sind, den Mitmenschen beizustehen in ihrer Not. Der Einsatz ihrer ganzen Person ist dazu nötig. Doch erkennt er die Gefahr, in der sein Mitmensch steht, so ist er auch zu jedem Opfer bereit, sofern er selbst in der Liebe steht, was ja die Vorbedingung ist zu einem geistigen Reifegrad, in dem er sich erlösend betätigen kann. Den Lichtwesen liegt gleichfalls die Sorge um die Erdenmenschen ob. Sie suchen jede nur mögliche Hilfe zu bringen in Form von irdischem Leid, das die Menschen nachdenklich machen und ihren Sinn der Ewigkeit zuwenden soll. Und also ist jegliches Geschehen, das die Menschen schmerzlich berührt, anzusehen als ein notwendig gewordenes Hilfsmittel zur Behebung der geistigen Not. Es ist nur ein sehr kleiner Teil, der Gott im Herzen trägt, doch die meisten Menschen lächeln nur bei der Erwähnung des göttlichen Namens, weil ihnen der Glaube völlig mangelt. Sowie dem Menschen das Leben erträglich ist, macht er sich keine Gedanken über geistige Probleme, er ist so vollauf vom irdischen Leben in Anspruch genommen, daß ihm die Gedanken an Gott und seinen Erdenlebenszweck nur höchst selten auftauchen und auch schnell wieder verworfen werden, denn sie sind ihm unbehaglich, solange ihm noch das irdische Leben Erfüllung bringt. Greift aber das Schicksal mit rauher Hand in dieses Leben ein, dann erscheint ihm irdischer Genuß banal, seine Gedanken beginnen in anderen Regionen zu wandeln.... Es führt das Leid den Menschen näher zu Gott, und darum kann es ihm nicht erspart werden in einer Zeit, wo die Menschheit Gott fern ist. Wo der Einfluß der Lichtwesen zu gering ist, wo der Mensch von seinen Mitmenschen nicht gehört wird, dort sucht Gott, durch Kummer und Leid die Menschen gefügig zu machen, will Er sie nicht untergehen lassen, sondern sie vom ewigen Tode bewahren. Und dies wird die Menschheit noch erdulden müssen, sie wird unsägliches Leid noch über die Erde kommen sehen, oft untragbar scheinend und viele Schmerzen auslösend, jedoch die Liebe Gottes bestimmt es so, um den Menschenseelen zu helfen, die Wahrheit Gottes kennt die Wege, die zu Ihm führen, und nichts, was geschieht, ist ohne Sinn und Zweck. Darum, was auch kommen mag, es muß der Mensch stets wissen, daß Kummer und Not, Sorgen und Qualen die einzigen Hilfsmittel sind, die gefährdeten Seelen dem Verderben zu entreißen. Denn es darf das Ringen um die Seelen nicht nachlassen, alles muß tätig sein, ihnen Hilfe zu bringen, und keine Stunde soll gezögert werden, wenn es gilt, den verirrten Menschen beizustehen. Denn es drängt die Zeit, und es wird daher immer merklicher die Hand Gottes eingreifen, auf daß die Menschen in der Not zu Gott finden und ihre Seelen nicht verlorengehen....
Amen
Übersetzer
Daadkrachtige hulp van lichtwezens en mensen
De geestelijke staat van de mens vereist daadkrachtige hulp, zowel van de zijde van de lichtwezens alsook van de mensen op aarde, die een bepaalde geestelijke rijpheid verworven hebben en nu in staat zijn om de medemensen te helpen in hun nood. De inzet van hun gehele persoon is daarvoor nodig. Maar als hij het gevaar herkent, waarin zijn medemens verkeert, is hij ook tot elk offer bereid, als hij in de liefde staat, wat immers de voorwaarde is voor een geestelijke rijpheidsgraad, waarin hij verlossend werkzaam kan zijn.
De lichtwezens hebben eveneens de taak om voor de aardse mensen te zorgen. Ze trachten alle mogelijke hulp te brengen in de vorm van aards leed, dat de mensen nadenkend moet laten worden en hun gedachten naar de eeuwigheid moet laten keren. En zodoende is elke gebeurtenis, die de mensen pijnlijk treft, te beschouwen als een noodzakelijk geworden hulpmiddel voor het uit de wereld helpen van de geestelijke nood.
Er is nog maar een heel klein deel dat God in het hart draagt, maar de meeste mensen glimlachen alleen maar bij de vermelding van de goddelijke naam, omdat het hen volledig aan geloof ontbreekt. Zodra het aardse leven draaglijk is voor de mens, denkt hij niet over geestelijke vraagstukken na. Hij wordt volop door het aardse leven geclaimd, zodat de gedachten aan God en zijn levensdoel op aarde slechts hoogst zelden in hem opduiken en deze zullen ook snel weer verworpen worden, want hij voelt zich daar onbehaaglijk bij, zolang het aardse leven hem nog vervulling brengt.
Maar als het noodlot met zijn harde hand in dit leven ingrijpt, dan komt aards genot hem banaal voor. Zijn gedachten beginnen zich naar andere regionen te bewegen. Lijden brengt de mens dichter bij God en daarom kan het hem niet bespaard blijven in een tijd, waarin de mensheid ver van God verwijderd is. Waar de invloed van de lichtwezens te gering is, waar de mens niet door zijn medemens gehoord wordt, daar probeert God door narigheid en lijden de mensen meegaand te maken, als Hij hen niet ten onder wil laten gaan, maar hen voor de eeuwige dood wil behoeden.
En dit zal de mensheid nog moeten verdragen. Ze zal nog onnoemelijk leed over de aarde zien komen, dat vaak ondraaglijk lijkt en veel pijn veroorzaakt. Maar de liefde van God bepaalt het zo om de mensenzielen te helpen. De waarheid van God kent de wegen die naar Hem leiden en niets van wat er gebeurt, is zonder zin en doel. Daarom moet de mens, wat er ook gebeuren mag, steeds weten dat narigheid en nood, zorgen en kwellingen de enige hulpmiddelen zijn om de bedreigde zielen aan het verderf te ontrukken. Want het worstelen om de zielen mag niet verminderen. Alles moet werkzaam zijn om hun hulp te bieden en er mag geen moment getalmd worden als het erom gaat de dwalende mens bij te staan. Want de tijd dringt en daarom zal de hand van God steeds merkbaarder ingrijpen, zodat de mensen in de nood de weg naar God vinden en hun zielen niet verloren gaan.
Amen
Übersetzer