Das Strafgericht Gottes ist nicht mehr fern. Es währet nur noch kurze Zeit, und in dieser Zeit wird die Welt noch viel Elend sehen, viel Leid und Kummer tragen müssen und durch unsagbare Trübsal gehen. Denn das Kreuz von Golgatha ist übergangen worden, und also müssen es die Menschen selbst erleben, sie müssen unsägliches Leid tragen und so die Sündenschuld abbüßen, da sie den Glauben an Jesus Christus preisgaben. Denn Gott will sie nicht in ihrem glaubenslosen Zustand belassen und ihnen noch Mittel und Wege geben, zu Jesus Christus zu finden. Das Leid, das über die Erde kommt, ist gering zu nennen angesichts des Leidens derer im Jenseits, die ohne den Glauben an Jesus Christus sterben, die Sein Erlösungswerk nicht anerkennen. Sein Leiden und Sterben am Kreuz war das Sühneopfer für die Sünden der Menschheit. Doch die sich abseits des Erlösungswerkes stellen, müssen ihre Sündenschuld selbst büßen und sind glücklich zu nennen, wenn sie dies noch im Erdenleben tun (können) dürfen. Es sind unvorstellbare Qualen, die im Jenseits solche Seelen erwarten, die sich gegen Christus und Sein Erlösungswerk stellen. Großes Leid auf Erden kann sie jedoch noch zu Ihm finden und Seine übergroße Liebe erkennen lassen, und ihr Seelenzustand kann beim Ableben nun doch so sein, daß sie die Qualen im Jenseits nicht zu erdulden brauchen. So aber auch das irdische Leid keinen geistigen Erfolg einträgt, ist jedes Mittel auf Erden vergeblich, und Gott lässet eine Zeit über die Menschen kommen, da alles ausgerottet wird, was geistig nicht mehr zu retten ist.... da eine Ausscheidung des Guten und Bösen vor sich gehen wird.... daß nur denen das Leben belassen bleibt, die sich zu Gott bekennen, alles Gottfeindliche aber hinweggenommen wird.... Es wird der Welt zuvor offenbart, was Gott verlangt, sie wird nicht in Unkenntnis stehen, jedoch nicht glauben wollen. Und zum Glauben kann sie nicht genötigt werden, der Unglaube jedoch wird so um sich greifen, daß Gott die Seinen schützen will vor dem verderblichen Einfluß jener Menschen, die sichtlich unter der Gewalt des Widersachers stehen. Er wird daher dessen Macht brechen und alles der Vernichtung preisgeben, was sich Ihm widersetzt.... Er wird Seinen Willen zurückziehen von jeglicher Außenform und das sich Ihm widersetzende Geistige erneut den endlos langen Weg im gebannten Zustand zurücklegen lassen, denn für dieses Geistige besteht keine Aussicht auf Höherentwicklung und Erlösung im Jenseits, da sein Wille noch völlig unter dem Einfluß des Widersachers steht. Daher wird das Strafgericht den Anbruch einer völlig neuen Zeitepoche bedeuten. Was dann die Erde belebt, wird geistig vorgeschritten sein und bewußt Gott dienen wollen und den Erdenweg gehen dem göttlichen Willen gemäß, denn es ist nicht mehr so bedrängt von schlechten Kräften. Es wird die Gotterkenntnis die Menschen zu einem frohen, in Liebe zu Gott erglühenden Geschlecht werden lassen, und es wird die Erde auch von Kummer und Leid verschont bleiben, es wird eine Zeit anbrechen des Friedens und der Glückseligkeit schon auf Erden, die Menschen werden einander in Liebe dienen und so Gott wohlgefällig zur Höhe streben. Und in dieser Zeit hat der Widersacher wenig Gewalt über die Menschen. Es ist ihm diese genommen worden, da alles Geistige, das ihm hörig war, jeglicher Freiheit beraubt und aufs neue in der Form gebannt ist, also der Widersacher nicht eher seine Macht gebrauchen kann, bis diese Wesen wieder in das Stadium des freien Willens treten, was jedoch wieder endlose Zeiten währt, und diese Zeit eine Zeit des Friedens auf Erden genannt werden kann....
Amen
ÜbersetzerGods strafgericht is niet meer ver weg. Het duurt nog slechts korte tijd, en in deze tijd zal de wereld nog veel ellende zien, veel leed en kommer moeten dragen en door een onnoemelijke droefenis gaan. Want aan het kruis van Golgotha is men voorbijgegaan, en dus moeten de mensen het zelf ondervinden, ze moeten onnoemelijk leed dragen en zo de zondeschuld delgen, daar ze het geloof in Jezus Christus opgaven. Want God wil hen niet in hun toestand van ongeloof laten en hen nog middelen en wegen geven Jezus Christus te vinden.
Het leed dat over de aarde komt is gering te noemen in vergelijking tot het lijden aan gene zijde van hen, die zonder het geloof in Jezus Christus sterven, die Zijn verlossingswerk niet erkennen. Zijn lijden en sterven aan het kruis was het zoenoffer voor de zonden van de mensheid. Maar wie zich afkeren van het verlossingswerk, moeten zelf boeten voor hun zondenschuld en zich gelukkig prijzen, wanneer zij dit nog tijdens het leven op aarde kunnen en mogen doen.
Zulke zielen, die zich tegen Christus en Zijn verlossingswerk afzetten, kunnen aan gene zijde rekenen op onvoorstelbare kwellingen. Groot leed op aarde kan hen echter nog de weg tot Hem doen vinden en Zijn overgrote Liefde laten inzien, en de toestand van hun ziel kan bij het overlijden nu toch zo zijn, dat zij de kwellingen aan gene zijde niet hoeven te verduren. Wanneer zij echter ook door het aardse leed geen geestelijke vooruitgang boeken, dan is ieder middel op aarde tevergeefs en God zal een periode over de mensen laten komen, waarin alles wordt uitgeroeid wat geestelijk niet meer de redden is - waarin een scheiding tussen goed en kwaad zal plaatsvinden - zodat alleen diegenen het leven verder behouden die zich tot God bekeren, maar al het God vijandig gezinde wordt weggenomen.
Vooraf wordt aan de wereld geopenbaard wat God verlangt, ze zal niet onwetend zijn, maar niet willen geloven. En tot geloof kan ze niet gedwongen worden, het ongeloof echter zal zodanig om zich heen grijpen, dat God de Zijnen wil beschermen tegen de verderfelijke invloed van die mensen, die zichtbaar onder de macht van de tegenstander staan. Hij zal daarom diens macht breken en alles aan de vernietiging prijsgeven, wat zich tegen Hem verzet, Hij zal Zijn wil afkeren van iedere uiterlijke vorm en het geestelijke dat zich tegen hem verzet - opnieuw geboeid - de eindeloos lange weg laten afleggen, want voor dit geestelijke bestaat er geen uitzicht op hogere ontwikkeling en verlossing aan gene zijde, omdat zijn wil nog volledig onder invloed van de tegenstander staat.
Daarom zal het strafgericht het aanbreken van een volledig nieuw tijdperk betekenen. Wat de aarde dan bewoont, zal geestelijk vooruit zijn gegaan en bewust God willen dienen en de aardse weg gaan overeenkomstig Gods wil, want het wordt niet meer zo sterk door slechte machten in het nauw gedreven. De erkenning van God zal de mensen tot een blij, in liefde tot God ontbrandend geslacht laten worden, en de aarde zal ook van kommer en leed verschoond blijven, er zal op aarde reeds een tijd van vrede en gelukzaligheid aanbreken, de mensen zullen elkaar in liefde dienen en zo, God welgevallig, er naar streven opwaarts te gaan.
En in deze tijd heeft de tegenstander weinig macht over de mensen. Deze is hem afgenomen, doordat al het geestelijke dat aan hem onderworpen was, van alle vrijheid beroofd en opnieuw in vaste vorm gekluisterd is, zodat de tegenstander niet eerder weer zijn macht kan gebruiken, tot deze wezens weer het stadium van de vrije wil binnen gaan, wat echter weer eindeloos veel tijd vergt, en deze tijd een tijd van vrede op aarde genoemd kan worden.
Amen
Übersetzer