Vermehret euer Wissen, indem ihr die Kraft des Geistes in Anspruch nehmet. Bedenket, daß ihr empfangen könnt unbegrenzt, und nehmet diese Gnade in Anspruch, denn dereinst werdet ihr selig sein, so ihr im Wissen steht, und es hat euer Erdendasein euch wahrhaft Erfolg eingetragen, da euer Zustand beim Ableben kein lichtloser ist. Denn Licht ist Wissen.... Ihr könnt sonach euch selbst den Lichtgrad bestimmen, durch euren Willen Licht, d.h. Wissen, zu empfangen. So ihr nun von Gott außergewöhnlich begnadet seid, Wissen entgegennehmen zu können, direkt oder durch Anhören des direkt vermittelten Wortes, so sollt ihr diese Gnade wohl erkennen und alles tun, um derselben würdig zu werden. Denn Gott bringt Seine Liebe sichtbar zum Ausdruck und erwählet dazu, die sich Ihm anbieten, diese Gnade empfangen und austeilen zu wollen. Und das ist erste Bedingung, daß sich der Mensch bereit erkläre für göttliches Wirken einerseits und für seine daraus erwachsende Aufgabe andererseits. Denn die Kraft, die aus Gott auf den Menschen überfließt, darf nun nicht versiegen, sondern sie muß weitergeleitet werden. Es muß das von Gott Empfangene beleben alles, was davon berührt wird. Es muß Gott Selbst also empfunden und erkannt werden als Spender dieser Kraft und Seine Gabe dankend in Empfang genommen werden. Der Geisteszustand des Menschen wird nun immer lichter und klarer, denn durch die Kraft des göttlichen Geistes verflüchten sich alle Schlacken um die menschliche Seele, sie wird fähig, immer leichter die göttliche Stimme in sich zu vernehmen, die da Licht und Kraft austeilet, und sie kann nun in direkte Verbindung treten mit dem Geber der Wahrheit. Es muß die Kraft des Geistes anerkannt werden, um zu dem Geber der Wahrheit zu gelangen. Es muß der Mensch sich selbst, d.h. sein Herz, öffnen und dieser Kraft Einlaß gewähren, dann erst kann sie an und in ihm wirken und Erfolge zeitigen, die anders nie errungen werden können.... Den unwissenden Menschen zum Wissenden zu gestalten.... die Bereitwilligkeit, dieses Wissen nun weiterzugeben, wird den Menschen nun auch dazu befähigen, denn es ist der Wille des göttlichen Schöpfers, alles aus Ihm Hervorgegangene dem Lichtzustand zuzuführen, also ist es auch Sein Wille, daß das Licht, das dem einzelnen zugeht, leuchte weit im Umkreis und daß allen noch in der Finsternis Wandelnden der Weg dadurch hell und klar beleuchtet werde.... es ist Sein Wille, daß der lichtlose Zustand behoben werde durch Lichtträger auf Erden, die immer wieder ihren Lichtschein in die Finsternis hineinsenden und allen die Wohltat der Lichtstrahlung zukommen lassen möchten. Denn nur, wer diesem Lichtschein nachgeht, wird den rechten Weg auf Erden gehen, er wird auf Erden schon im Wissen stehen und also beim Ableben in Lichtregionen eingehen können, wo des göttlichen Geistes Kraft nun ungehindert wirken kann und das Wesen die Ausstrahlung göttlicher Liebe unentwegt empfangen kann....
Amen
ÜbersetzerVergroot jouw kennis, doordat je een beroep doet op de kracht van de geest. Denk eraan, dat je onbegrensd ontvangen kunt en doe een beroep op deze genade, want eens zul je zalig zijn als je kennis hebt en jouw aardse bestaan heeft je waarachtig succes opgeleverd, omdat jouw toestand bij het sterven niet zonder licht is. Want licht is kennis.
Je kunt dus de graad van licht zelf bepalen door jouw wil om licht, dat wil zeggen kennis, te ontvangen. Als je nu door God buitengewoon begenadigd bent om kennis in ontvangst te kunnen nemen, direct of door het aanhoren van het direct ontvangen woord, dan zul je deze genade wel herkennen en alles doen om deze genade waardig te worden. Want God brengt Zijn liefde zichtbaar tot uitdrukking en kiest daarvoor degenen uit, die zich aan Hem aanbieden om deze genade te ontvangen en het uit willen delen.
En het is de eerste voorwaarde, dat de mens zich enerzijds voor een goddelijk werkzaam zijn bereid verklaart en anderzijds voor zijn daaruit voortvloeiende taak. Want de kracht, die uit God op de mens overvloeit, mag nu niet opdrogen, maar moet doorgegeven worden. Dat, wat vanuit God ontvangen is, moet alles opwekken wat daardoor getroffen wordt. God Zelf moet dus ervaren en erkend worden als de Schenker van deze kracht en Zijn geschenk moet dankbaar in ontvangst genomen worden.
De geestelijke staat van de mens wordt nu steeds lichter en helderder, want door de kracht van de goddelijke geest vervluchtigen alle afvalstoffen rondom de menselijke ziel. Ze is steeds makkelijker in staat om de goddelijke stem in zich te horen, die daar licht en kracht uitdeelt en ze kan nu in een directe verbinding komen met de gever van de waarheid. De kracht van de geest moet erkend worden om tot de gever van de waarheid te geraken. De mens moet zichzelf, dat wil zeggen zijn hart, openen en deze kracht toegang verlenen, pas dan kan ze aan en in hem werkzaam zijn en successen boeken, die anders nooit behaald zouden kunnen worden.
De bereidwilligheid om deze kennis nu door te geven, zal de mens er nu ook toe in staat stellen om de onwetende mens tot een wetende te vormen, want het is de wil van de goddelijke Schepper om alles wat uit Hem voortgekomen is naar een toestand van licht te leiden. Daarom is het ook Zijn wil, dat dit licht, dat naar het individu toegestuurd wordt, tot ver in de omtrek schijnt en dat de weg voor allen, die nog in de duisternis wandelen, daardoor licht en helder verlicht wordt. Het is Zijn wil dat de duistere toestand op aarde door lichtdragers opgeheven wordt, die steeds weer hun lichtschijnsel de duisternis in sturen en allen de weldaad van het licht toe zouden willen laten komen.
Want enkel degene, die dit lichtschijnsel volgt, zal de juiste weg op aarde gaan. Hij zal op aarde al kennis hebben en dus bij het sterven gebieden van licht binnen kunnen gaan, waar de goddelijke geestelijke kracht nu ongehinderd werkzaam kan zijn en het wezen de uitstraling van goddelijke liefde onophoudelijk ontvangen kan.
Amen
Übersetzer