Unerschöpflich ist der Quell des Wissens und unvorstellbar die Kraft, die ihm entströmt. Und so ihr Menschen nur schöpfen wollt, werdet ihr euch laben dürfen an diesem Quell. Doch dürsten muß es euch danach, denn es ist der Labetrunk zu köstlich, als daß er unbegehrt den Menschen zufließen könnte. Was Gott Selbst euch bietet, kann nicht anders als köstlich sein. Und darum sollt ihr es begehren aus tiefstem Herzensgrund, ihr sollt keinem anderen Verlangen in euch Raum geben und nur nach der göttlichen Gabe euch sehnen. Und ihr werdet gar bald nur noch vom Himmel gespeist zu werden verlangen, denn nichts kommt der Speise und dem Trank von oben gleich. Und ihr müsset das Sehnen danach über Hindernisse zu verstärken suchen, es muß ein jedes Hindernis euch zu erhöhter Sehnsucht treiben. Es kann darum euer Leben, die ihr die Gaben des Himmels in Empfang nehmen wollt, nicht eintönig und ungestört vorübergehen. Der Weg zum Quell, der euch laben soll, ist mühselig, verheißet aber euch herrlichsten Lohn, so ihr nicht ermüdet und trotz Hindernissen vorzudringen versucht. Nie dürfet ihr vergessen, daß Gott Selbst euch diesen Quell erschließt, daß Er es ist, Der euch laben und stärken will auf dem Weg durch das Erdenleben; daß Seine unendliche Liebe für euch das Köstlichste bereithält und es euch zuwenden will und nur eure Empfangswilligkeit fordert, um euch ungemessen bedenken zu können. Es muß der Mensch opfern, um empfangen zu können. Alles, was in ihm nach irdischer Erfüllung verlangt, muß bekämpft werden, er muß sich jede leibliche Freude versagen, will er geistig bedacht werden.... Er muß alles hingeben wollen, um alles empfangen zu können, denn dann erst löst er sich gänzlich von der Materie und kann nun auch ungehindert eindringen in das geistige Reich, das ihm nun die Erfüllung seines Sehnens ist. Begehrt der Mensch Irdisches, so muß es ihm um seiner Seele willen oft versagt bleiben, begehrt er jedoch Geistiges, so wird sein Begehren ungemessen erfüllt. Denn Gott setzt keine Grenzen, Er gibt immer, so Seine Gabe begehrt wird.... Doch diese Gabe in ihrem ganzen Wert erfassen und in aller Köstlichkeit empfinden zu können ist erst dann möglich, wenn jedes irdische Verlangen erstickt ist, wenn sich der Menschen Sinn ganz dem Geistigen zugewandt hat und also seine Seele sich mit dem Geist vereint hat, denn nun strömet das lebendige Wasser unaufhaltsam aus dem Quell und ist Labung und Erquickung der dürstenden Seele....
Amen
ÜbersetzerDe bron van kennis is onuitputtelijk en de kracht, die hieruit stroomt, is onvoorstelbaar. En als jullie mensen maar willen putten, zullen jullie je ook aan deze bron mogen laven. Maar jullie moeten er ook naar dorsten, want de verfrissende drank is te kostbaar, dat het zonder ernaar te verlangen, naar de mensen toe zou kunnen vloeien.
Wat God Zelf jullie biedt, kan niet anders dan kostelijk zijn. En daarom moeten jullie er vanuit de diepste grond van het hart naar verlangen. Jullie moeten geen ander verlangen ruimte in je geven en alleen naar de goddelijke gave verlangen. En jullie zullen er heel spoedig alleen nog maar naar verlangen om door de hemel gevoed te worden, want niets evenaart de spijs en de drank van boven.
En jullie moeten het verlangen ernaar proberen te versterken door over hindernissen heen te gaan. Elke hindernis moet jullie verlangen doen toenemen. Daarom kan jullie leven, waarin jullie de gaven van de hemel in ontvangst willen nemen, niet eentonig en ongestoord voorbijgaan. De weg naar de bron, die jullie laven moet, is heel moeizaam, maar het belooft ook het heerlijkste loon, als jullie niet moe worden en als jullie proberen om, ondanks hindernissen, vooruit te komen.
Nooit mogen jullie vergeten, dat God Zelf deze bron voor jullie ontsluit. Dat Hij het is, Die jullie laven en versterken wil op de weg door het aardse leven. Dat Zijn eindeloze liefde voor jullie het kostelijkste klaar heeft staan en het jullie geven wil en alleen maar jullie bereidwilligheid om te ontvangen eist om jullie onbeperkt te kunnen bedenken.
De mens moet offers brengen om te kunnen ontvangen. Alles, wat in hem naar aardse vervulling verlangt, moet bestreden worden. Hij moet zich elke lichamelijke vreugde ontzeggen, als hij geestelijk bedacht wil worden. Hij moet alles op willen geven om alles te kunnen ontvangen, want pas dan bevrijdt hij zich geheel van de materie en hij kan nu ook ongehinderd binnendringen in het geestelijke rijk, dat voor hem nu de vervulling van zijn vurige verlangen is. Als de mens aardse verlangens heeft, dan moet het hem ter wille van zijn ziel vaak onthouden worden. Als hij echter geestelijke verlangens heeft, dan wordt zijn verlangen onbeperkt vervuld. Want God stelt geen grenzen. Hij geeft steeds zo, zoals er naar Zijn gaven verlangd wordt.
Maar deze gaven in hun gehele waarde te kunnen begrijpen en in alle kostelijkheid te kunnen ervaren, is pas dan mogelijk, wanneer elk aards verlangen onderdrukt is. Wanneer de menselijke gedachte geheel naar het geestelijke toegekeerd is en zijn ziel zich dus met de geest verenigd heeft, want nu stroomt het levende water onophoudelijk uit de bron en is het lafenis en verkwikking voor de dorstende ziel.
Amen
Übersetzer