Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Göttliches Eingreifen.... Voraussage....

Es ist ein vergeblicher Kampf, den die Welt gegeneinander führt, denn sie wird zu keinem befriedigenden Ergebnis kommen. Es ist vom Herrn des Himmels und der Erde beschlossen, daß dieser beendet werde in anderer Weise, als es die Welt erhofft. Doch es wird dieses Ende unbeschreiblich sein. Es wird das Kampfgetöse noch übertönt werden von der Stimme Gottes, die von oben tönt.... Sie wird eine maßlose Verwirrung anrichten unter den Menschen, denn es wird kein menschlicher Befehl ihr Einhalt gebieten können, und machtlos müssen die Menschen die Sendungen des Herrn über sich ergehen lassen. Und nun wird es einem jeden einzelnen überlassen bleiben, die Hand Gottes zu erkennen und sich ihr unterzuordnen oder sich aufzulehnen gegen das ihn betreffende Schicksal. Denn es soll der Menschheit Denken gewaltsam hingelenkt werden zu Gott, und gesegnet, der diesen Weg findet und Gott als den Urheber alles Geschehens erkennt und sich Ihm und Seiner Gnade empfiehlt. Doch es werden dies nur wenige sein, denn der Menschen Geist ist verblendet, ihre neuzeitlichen Aufklärungen haben sie den Glauben an ein Wesen, Das alles bestimmt auf Erden, verlieren lassen, und in ihrer erhabenen Einstellung finden sie schwer den Weg zu Gott zurück, und diese geistige Überheblichkeit ist ihr Verderb. Nur wer sich klein und machtlos fühlt und Gott um Hilfe anruft, der wird sein Leben behalten, ob er es auch irdisch hingibt.... Doch der Gottes Hilfe nicht zu benötigen glaubt, der hat sein Leben verspielt irdisch und geistig.... Und so ihm Gott dennoch das irdische Leben läßt, ist dies nur ein Akt größter Barmherzigkeit, auf daß er die Erkenntnis doch noch gewinnen soll auf Erden.... Denn der Herr kennt die Herzen, Er sieht in die fernsten Winkel, Er erkennt jede Regung und lässet nicht untergehen, was zu retten noch möglich ist. Und wer inmitten der Schrecknisse Gott den Herrn anruft um Hilfe, in dessen Herz wird eine wunderbare Ruhe einziehen, er wird das irdische Leben plötzlich als wertlos erkennen, so nicht der tiefe Glaube dieses begleitet, und diese Erkenntnis läßt ihn nun willig dahingeben, was ihm zuvor begehrenswert erschien. Er übergibt sich willig dem Herrn und nimmt aus Dessen Hand nun entgegen.... Leben oder Tod.... Er gibt jedoch nur seinen Körper hin, um im Jenseits zum Leben zu erwachen. Und also ist sein Abscheiden von der Welt nicht Untergang, sondern Auferstehung zu einem besseren Leben. Der göttliche Wille weiset einem jeden seinen Platz an, Er wird von der Welt nehmen, dessen Zeit beendet ist, und wird der Welt zurückgeben, dessen Erdenwandel noch nicht vollendet ist.... Denn nichts ist willkürlich, was geschieht, sondern alles von Gottes Weisheit und Liebe bestimmt. Doch wer auch dann noch nicht die Hand Gottes erkennt, dessen Seele ist in arger Not, denn für sie gibt es kein Mittel zur Rettung.... Sie hat die Entfernung von Gott unendlich vergrößert während ihres Erdendaseins und strebt wieder dem gebannten Zustand entgegen, also ist ihr Wandel auf Erden völlig nutzlos, da sie Gott nicht erkennt. Und um solcher Seelen willen läßt Gott Seine gewaltige Stimme ertönen.... Verhallt aber auch dieser Ruf ungehört, so ist dieser Seelen Los nur ewige Verdammnis....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Goddelijk ingrijpen - Voorspelling

Het is een vergeefse strijd, die de mensen tegen elkaar voeren, want ze zal tot geen bevredigend resultaat leiden. Het is door de Heer van hemel en aarde besloten, dat deze wordt beëindigd op een andere manier dan de mensen hopen. Dit einde zal echter onbeschrijfelijk zijn. Het gebulder van de strijd zal nog worden overstemd door de Stem van God, Die van boven klinkt. Ze zal een mateloze verwarring aanrichten onder de mensen, want geen menselijk bevel zal haar kunnen gebieden te stoppen en machteloos moeten de mensen over zich heen laten gaan, wat de Heer hen zendt.

En nu zal het aan ieder afzonderlijk blijven overgelaten, de Hand Gods te herkennen en zich eraan te onderwerpen, of zich te verzetten tegen het lot dat hem overkomt. Want het denken der mensheid moet met geweld op God worden gericht. En gezegend is hij, die deze weg vindt en God als Veroorzaker van al het gebeuren onderkent en zich aan Hem en Zijn genade aanbeveelt.

Doch van dezen zullen er weinige zijn, want de geest van de mensen is verblind. Hun hedendaagse voorlichtingen hebben hen het geloof doen verliezen aan een Wezen, Dat alles bepaalt op aarde. En in hun hoogmoedige instelling vinden ze moeilijk de weg naar God terug en deze geestelijke arrogantie is hun verderf. Alleen wie zich klein en machteloos voelt en God aanroept om hulp, zal zijn leven behouden, al offert hij het ook stoffelijk. Maar wie gelooft Gods hulp niet nodig te hebben, heeft zijn leven stoffelijk en geestelijk verspeeld. En als God hen toch nog het aardse leven laat, is dit alleen een daad van grootste barmhartigheid, opdat hij het inzicht toch nog op aarde zal verkrijgen. Want de Heer kent de harten. Hij kijkt in het verst verborgen hoekje. Hij onderkent elke opwelling en zal niet ten onder laten gaan, wat nog gered kan worden.

En wie temidden van de verschrikkingen God de Heer aanroept om hulp, in diens hart zal een wonderlijke rust komen. Hij zal het aardse leven ineens als waardeloos inzien, wanneer dit niet samengaat met een diep geloof. En dit inzicht laat hem nu gewillig prijsgeven, wat hem tevoren begerenswaardig toescheen. Hij vertrouwt zich gewillig toe aan de Heer en aanvaardt uit Diens Hand nu leven of dood. Hij geeft echter alleen zijn lichaam weg om in het hiernamaals te ontwaken ten leven. En dus is zijn heengaan van de wereld geen ondergang, maar de opstanding tot een beter leven.

De goddelijke Wil wijst ieder zijn plaats aan. Hij zal van de wereld wegnemen wiens tijd is beëindigd en Hij zal de wereld teruggeven wiens aardse bestaan nog niet is voltooid. Want wat gebeurt is niet willekeurig. Integendeel, alles is door Gods Wijsheid en Liefde bepaald.

Maar wie ook dan nog de Hand Gods niet herkent, diens ziel is in grote nood. Want voor haar is er geen middel tot verlossing. Ze heeft de verwijdering van God oneindig vergroot gedurende haar bestaan op aarde en stuurt weer aan op de gekluisterde toestand. Dus is haar gang over de aarde volkomen nutteloos, daar ze God niet onderkent. En terwille van dergelijke zielen laat God Zijn geweldige Stem weerklinken. Maar wordt er naar deze roep niet geluisterd, dan is het lot van deze ziel enkel eeuwige verdoeming.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte