• Zurück

Läuterung durch Feuer der Liebe.... Reich des Friedens auf Erden....

Aus dem Feuer der Liebe wird die Seele geläutert hervorgehen, und sie wird sich ihres nunmehrigen Zustandes bewußt sein und dankbar erkennen, daß der Vater sie weise und liebevoll geführt und vor dem ewigen Untergang bewahrt hat. Und die Erdenlaufbahn wird ihr nur wie ein Schemen erscheinen, sie ist überwunden und haftet nur noch schwach im Erinnerungsvermögen, da alles Leidvolle die Seele nun nicht mehr berührt. Die Nacht des Geistes ist hellster, strahlendster Morgenröte gewichen, und es schwelgt die Seele in himmlischen Wonnen. Wer nun diesen Zustand der Seele noch auf Erden erreicht, leget den irdischen Leib nur ab wie eine lästige Hülle und geht unbeschwert durch das Tor zur Ewigkeit ein. Dieser Läuterungsprozeß der Seele muß jedoch zuvor eingesetzt haben, ist es doch sonst unmöglich, daß sich die Seele reinigte von allen Schlacken und kristallklar hervorgeht, wie es bedingt ist für ein Eingehen in die Lichtsphären im Jenseits. Solange die Reinigung der Seele noch nicht restlos vollzogen ist, verwehrt sie sich selbst den Eintritt in jene Sphären.... sie haftet noch irgendwie der alten Welt an und ist noch nicht völlig gelöst, also muß diese Bindung erst beseitigt werden, und dies ist nur möglich durch Liebe, die dem Leid entgegengesetzt wird.... durch die innige Liebe, mit der ein Mensch das Leid anderer beheben möchte. Und also wird dieses Feuer der Liebe den letzten Rest der der Seele noch anhaftenden Schlacken verzehren, und völlig gereinigt geht diese Seele aus dem Läuterungsprozeß hervor. Wer sich diese Prozedur veranschaulicht, der wird nun auch erkennen, inwiefern sich die Liebe erlösend auswirkt.... er wird verstehen, daß nur durch die Liebe es möglich ist, in das Reich des ewigen Friedens eingehen zu können.... und so sich die Menschen untereinander Liebe geben, so sie sich bemühen, Leid einander fernzuhalten, und allem Handeln und Denken immer die Liebe zum Nächsten und also auch zu Gott voransetzen, wird auch auf der Erde schon das Reich des Friedens sein, und es könnten die Menschen ohne tiefes Leid die Erdenlaufbahn zurücklegen.... Doch wo die Liebe stirbt, dort ist schon das Reich der Finsternis, es herrschet die Gegenmacht und hetzet die Menschen gegeneinander, und es ziehet diese Lieblosigkeit arge Folgen nach sich, es wird die Hülle um die menschliche Seele immer undurchdringlicher, gibt es doch kein anderes Verfahren, diese Hülle aufzulösen als ebendas Betätigen in Liebe. Alles, was göttlich ist, ist hell, licht und klar.... und so muß auch die Seele hell, licht und klar sein, um sich mit Gott vereinen zu können, und in dieser Erkenntnis muß sie sich eines Mittels bedienen, das ebenfalls göttlich ist.... der Liebe.... Es ist dieses Mittel von so außerordentlicher Kraft, daß es tilgen kann alle Schuld, lösen alle Fesseln, schmelzen alle Schlacken und entfernen allen Unrat.... daß es die Seele reinigt und diese also hell, licht und klar.... durch die Liebe geworden.... die Verbindung eingehen kann mit der ewigen Gottheit....

Amen

Loutering door het vuur van de liefde – Rijk van vrede op aarde

De ziel zal gelouterd uit het vuur van de liefde tevoorschijn komen. En ze zal zich van haar huidige toestand bewust zijn en dankbaar inzien, dat de Vader haar wijs en liefdevol geleid heeft en haar voor de eeuwige ondergang behoed heeft. En de aardse levensloop zal haar nu als een schaduwbeeld lijken. Ze is overwonnen en kleeft slechts nog zwak in het herinneringsvermogen, omdat al het smartelijke de ziel nu niet meer treft. De nacht van de geest is voor het helderste, stralendste morgenrood geweken en de ziel baadt in hemelse gelukzaligheden.

Wie nu deze toestand van de ziel nog op aarde bereikt, legt het aardse lichaam enkel als een lastig omhulsel af en gaat onbezorgd door de poort de eeuwigheid binnen. Dit zuiveringsproces van de ziel moet echter van tevoren zijn begonnen. Het is immers anders onmogelijk, dat de ziel zich van alle afvalstoffen reinigt en kristalhelder tevoorschijn komt, zoals het vereist is voor het binnengaan in de lichtsferen van het hiernamaals.

Zolang de zuivering van de ziel niet volkomen voltrokken is, ontzegt ze zichzelf het binnengaan in deze sferen. Ze hecht op de één of andere manier nog aan de oude wereld en is nog niet volledig bevrijd, dus deze band moet eerst uit de weg geruimd worden. En dit is alleen maar mogelijk door de liefde, die tegenover het lijden gezet wordt. Door de innige liefde, waarmee de mens het leed van een ander uit de wereld zou willen helpen. En derhalve zal dit vuur van de liefde het laatste restant van de afvalstoffen, die de ziel nog aankleven, verteren en volkomen gezuiverd komt deze ziel uit het louteringsproces tevoorschijn.

Wie zich deze procedure voorstelt, zal nu ook herkennen in hoeverre de liefde een bevrijdende uitwerking heeft. Hij zal begrijpen, dat het enkel door de liefde mogelijk is om in het rijk van de eeuwige vrede binnen te kunnen gaan. En als de mensen elkaar onderling liefde geven, als ze zich inspannen om elkaar ver verwijderd te houden van lijden en als al het handelen en denken steeds de liefde voor de naaste en dus ook voor God vooropstelt, zal ook de aarde al het rijk van de vrede zijn en zouden de mensen zonder diep leed de gang over de aarde afleggen.

Maar waar de liefde sterft, is al het rijk van de duisternis. De tegenstander heerst en zet de mensen tegen elkaar op. En deze liefdeloosheid levert ernstige gevolgen op. Het omhulsel rond de menselijke ziel wordt steeds ondoordringbaarder. Er zijn immers geen andere methoden om dit omhulsel op te lossen, dan juist het beoefenen van de liefde.

Alles, wat goddelijk is, is helder, licht en doorzichtig. En dus moet de ziel ook helder, licht en doorzichtig zijn om zich met God te kunnen verenigen. En in dit besef moet ze zich van een middel bedienen, dat eveneens goddelijk is, namelijk de liefde. Dit middel heeft zo’n buitengewone kracht, dat het alle schuld kan delgen, alle boeien los kan maken, alle afvalstoffen weg kan smelten en al het vuil kan verwijderen. Dat het de ziel zuivert en deze ziel dus helder, licht en zuiver, door de liefde zo geworden, de verbinding aan kan gaan met de eeuwige Godheid._>Amen