Von aller Materie frei zu werden ist die Aufgabe des Erdendaseins. So euch nun der Herr diese Aufgabe gestellt hat und ihr das Erdenleben also nun nützet und mit vollem Willen die Aufgabe zu erfüllen trachtet, werdet ihr frei werden von allem, was euch Unreines anhaftet und so euch also gestalten zu einem Wesen, das nach Ablegen des Fleischleibes wahrhaft licht und hell in das jenseitige Reich hinübergehen darf. Und nun erst wird die Seele in die neue Tätigkeit eingeführt, und dies je nach ihrer Fähigkeit, wieder geistig einzuwirken auf die Wesen, die noch in der Finsternis des Geistes verweilen, sowohl auf Erden als auch im Jenseits. Die neue Aufgabe entspricht völlig der bisherigen Tätigkeit im geistigen Leben. Die Seele wird wieder ungemein rührig sein müssen, um der ihrer wartenden Arbeit im Jenseits nachkommen zu können, und daher ist es von außerordentlichem Vorteil, wenn ihr Leben auf Erden gleichfalls ein arbeitsgewohntes war, wenn sie dieses auch irdisch stets genützt und sich nie der körperlichen Trägheit hingegeben hat.... Denn es soll noch viel emsigeres Arbeiten einsetzen, gilt es doch, gegen die geistige Not anzukämpfen und überall Hilfe zu bringen, wo der Seele nicht recht geachtet wird und dadurch ein qualvoller Zustand ihr Los ist. Es werden andererseits dem Wesen im Jenseits so wunderbare Herrlichkeiten geboten, daß nun das Verhältnis des Kindes zum Vater greifbare Belohnung findet.... Es wird alles Glück der Liebe das Wesen durchfluten, und die Hingabe dessen an den Heiland wird sonach schrankenloses Glück bedeuten, doch immer in gleichem Maß der armen ringenden Seelen gedacht werden, denen immer und immer wieder ihre Gedanken gelten und so, wie die Seele nun durch die Liebe Gottes empfängt, so gibt sie ständig auch Liebe weiter.... sie wendet diese jenen zu, die noch ohne Erkennen sind, und sucht nun ihrerseits diesen die Qual zu erleichtern und sie ebenfalls hinaufzuziehen in die Regionen des Lichtes und des Friedens. Und nichts ist daher ohne Erfolg, was in der Liebe seinen Ursprung hat.... nichts ist umsonst getan, das die Liebe zur Triebkraft hatte, und unweigerlich muß die Liebe sich erlösend auswirken, sowohl auf Erden wie auch im Jenseits....
Amen
ÜbersetzerDe opdracht van het bestaan op aarde is om vrij te komen van alle materie. Als de Heer jullie nu deze opdracht gegeven heeft en jullie het leven op aarde nu dus benutten en met volledige wil de opdracht proberen te vervullen, zullen jullie vrij worden van al het onzuivere, dat jullie nog aankleeft en jullie vormen je dus tot wezens, die na het afleggen van het vleselijke lichaam waarachtig licht en helder in het rijk van het hiernamaals over mogen gaan.
En pas nu wordt de ziel de nieuwe werkzaamheid binnen geleid, en dit al naar gelang haar bekwaamheid om weer geestelijk in te werken op die wezens, die nog in de duisternis van de geest vertoeven, zowel op aarde als ook in het hiernamaals. De nieuwe opdracht komt volledig overeen met de werkzaamheid tot nu toe in het geestelijke leven.
De ziel zal weer buitengewoon bedrijvig moeten zijn om de haar wachtende arbeid in het hiernamaals te kunnen vervullen en daarom is het van een buitengewoon voordeel, wanneer ze in haar leven op aarde eveneens gewoon was om arbeid te verrichten, wanneer ze deze ook steeds aards benut en zich nooit aan de lichamelijke traagheid overgegeven heeft. Want er moet nog veel ijverig werk gedaan worden, als het er om gaat tegen de geestelijke nood te strijden en overal hulp te brengen, waar er niet op de juiste manier acht geslagen wordt op de ziel en daardoor haar lot een kommervolle toestand is.
Anderzijds worden aan de wezens in het hiernamaals zulke wonderbaarlijke heerlijkheden geboden, dat de verstandhouding van het kind met de Vader tastbaar beloond wordt. Alle geluk van de liefde zal het wezen doorstromen en de overgave van het wezen aan de Heiland zal dus onbeperkt geluk betekenen. Maar er zal steeds in dezelfde mate aan de arme strijdende zielen gedacht worden. Eeuwig en altijd gaan hun gedachten naar deze zielen uit. En zoals de ziel nu door de liefde van God ontvangt, zo geeft ze voortdurend de liefde ook weer door. Ze geeft deze liefde aan degenen, die nog zonder inzicht zijn en probeert nu van haar kant de kwelling te verlichten en hen eveneens omhoog naar de regionen van licht en vrede te trekken.
En daarom is niets, wat in de liefde zijn oorsprong heeft, zonder resultaat. Niets, wat de liefde als drijfveer heeft, is tevergeefs gedaan en onvermijdelijk moet de liefde een verlossende uitwerking hebben, zowel op aarde, als ook in het hiernamaals.
Amen
Übersetzer