Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Aufklärung und Belehrung von oben.... Leidenszeit für Ungläubige....

Es ist eine besondere Vergünstigung, die der Herr den Erdenkindern zuteil werden läßt, daß sie unausgesetzt Seines Wortes gewürdigt und ständig unterwiesen werden in die Ewigkeit betreffenden Lehren.... Nicht das irdische Leben an sich ist von Wichtigkeit, sondern wie es genützt wird für die Ewigkeit.... Das allein ist wert, beachtet zu werden. So nun aber den Menschen Aufklärungen von oben gegeben werden, bleiben sie unbelehrbar, denn sie nehmen die göttlichen Lehren einfach nicht an als das, was sie sind.... Und so wird mit unverantwortlichem Leichtsinn das Erdenleben nur genützt in irdischem Sinn, der Ewigkeit jedoch kaum gedacht. Es wird der Erde allzusehr Beachtung geschenkt und dieserhalb Verbindungen angeknüpft, die gerade das Gegenteil bezwecken, als innigen Zusammenschluß geistesverwandter Seelen.... Es werden Maßnahmen getroffen, die eine starke Umwälzung auf geistigem Gebiet zur Folge haben. Wenn alle jenen, die instinktmäßig sich der Lehre über ein höheres Wesen zuneigen, die Gefahr recht erkennen würden, der die Menschheit zusteuert, so wäre bald alle göttliche Weisheit begehrenswert, und man würde sie aufnehmen überall, wo solche der Menschheit geboten würde. So nun aber alles Erdenkliche unternommen wird, unter der Menschheit jeglichen Glauben auszurotten, und immer wieder darauf hingewiesen wird, daß nur wenige verstandesmäßig das tiefste Wissen ergründen können, wird bald eine derartige geistige Leere unter den Menschen verbreitet sein.... und nichts wird die geistige Not auf Erden zu lindern vermögen, denn man wird die Aufnahmen, die reinstes Geistesgut sind, verlachen und verhöhnen, man wird sie als völlig unwahrscheinlich nicht erst prüfen wollen, sondern sofort abweisen mit der Begründung, daß die Menschheit schon immer den gleichen Weg gegangen sei und von einer Rechtfertigung im Sinne der Überlieferung keine Rede sein könne. Nun wird auch in der kommenden Zeit für die Ungläubigen die Leidenszeit einsetzen, auf daß sich in dieser der Mensch behaupte und zu Gott, als alleinigem Schöpfer des Himmels und der Erde, seine Zuflucht nehme und, so ihm dann das Wort Gottes geboten wird und er es aufnimmt, der geistigen Not gesteuert werden könne durch die Gnade des Herrn. Es wird der Mensch im gleichen Verhältnis, wie er sich vollenden will, auch das Wort der Liebe, des Trostes und der göttlichen Barmherzigkeit empfangen dürfen, ohne welches er seinen Erdenweg wahrlich vergeblich ginge; er würde immer nur der Ruhe und Behaglichkeit des täglichen Lebens nachgehen wollen und keineswegs den alleinigen Sinn des menschlichen Lebens erfassen können resp. ihm nicht im geringsten entsprechen und so das Leben völlig umsonst gelebt haben. Doch die unendliche Liebe und Güte Gottes hat den Ausgleich geschaffen und Sich der Menschheit erbarmend angenommen, indem Er für die Wiederbelebung Seiner Erdenkinder Sorge trägt, und wieder liegt es nur am Willen des einzelnen, dieser großen Gnade teilhaftig zu werden, denn der Herr möchte einem jeden helfen.... Doch wer die Hilfe nun noch abweist, dem kann nicht mehr geholfen werden, denn einem verstockten Sünder ist nicht gut Buße predigen, und so der Mensch das Wort Gottes nicht annehmen will, dann gleichet er dem verstockten Sünder, der lieber in seiner Sündenschuld verharrt, als den Weg der Buße einzuschlagen, so er liebevoll darauf aufmerksam gemacht wird, daß dies der alleinige Weg sei zum ewigen Leben....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Opheldering en onderrichting van boven – Tijd van lijden voor de ongelovige

Het is een bijzonder voorrecht, die de Heer de mensenkinderen ten deel laat vallen, dat ze onophoudelijk verwaardigd zijn om voortdurend in Zijn woorden, leringen die de eeuwigheid betreffen, onderwezen te worden. Niet het aardse leven op zich is van belang, maar zoals het benut wordt voor de eeuwigheid. Alleen dat is het waard om acht op te slaan.

Maar als de mensen nu van boven opheldering gegeven wordt, blijven ze hardleers, want ze nemen de goddelijke leringen eenvoudigweg niet aan als dat, wat ze zijn. En zo wordt met onverantwoordelijke lichtzinnigheid het leven op aarde louter in aardse zin benut, nauwelijks denkend aan de eeuwigheid. Er wordt te veel aandacht geschonken aan de aarde en om deze reden worden er verbindingen aangeknoopt, die juist het tegendeel beogen, dan de innige aaneensluiting van geestverwante zielen. Er worden maatregelen getroffen, die een grote omwenteling op geestelijk gebied tot gevolg hebben.

Wanneer iedereen, die instinctmatig naar de leer over een hoger wezen neigt, het gevaar, waar de mensheid op afstevent, goed zou beseffen, dan zou spoedig alle goddelijke wijsheid begerenswaardig zijn, en men zou deze overal, waar deze wijsheid de mensheid geboden wordt, opnemen. Maar als nu al het denkbare ondernomen wordt om onder de mensheid elk geloof uit te roeien, en er steeds weer op gewezen wordt, dat alleen maar weinigen verstandsmatig de diepste kennis kunnen doorgronden, zal spoedig een dergelijke geestelijke leegte onder de mensen verbreid zijn. En niets zal in staat zijn om de geestelijke nood op aarde te verlichten, want men zal de opnamen, die zuiver geestelijke goederen zijn, weglachen en honen. Men zal ze als volkomen onwaarschijnlijk niet eerst willen onderzoeken, maar onmiddellijk willen afwijzen met de motivering, dat de mensheid steeds dezelfde weg gegaan is en er van een rechtvaardiging in de zin van overlevering, geen sprake kan zijn.

Nu zal ook voor de ongelovigen in de komende tijd de tijd van lijden beginnen, opdat de mens zich in deze tijd staande houdt en tot God, als enige Schepper van de hemel en de aarde, zijn toevlucht neemt en, als hem het woord van God geboden wordt en hij het opneemt, de geestelijke nood beïnvloed kan worden door de genade van de Heer.

De mens zal in dezelfde verhouding, zoals hij zich wil voltooien, ook het woord van liefde, van troost en de goddelijke barmhartigheid mogen ontvangen, zonder welke hij zijn gang op aarde waarlijk vergeefs zou gaan. Hij zou zich steeds louter willen wijden aan de rust en behaaglijkheid van het dagelijkse leven en hij zou op geen enkele manier de enige zin van het leven kunnen begrijpen, respectievelijk niet in het geringste beantwoorden aan de zin van het leven. En zo zou hij het leven volledig tevergeefs geleefd hebben.

Maar de eindeloze liefde en goedheid van God heeft een evenwicht gecreëerd en Zich erbarmend over de mensheid ontfermd, doordat Hij voor het opnieuw tot leven brengen van Zijn kinderen op aarde zorg draagt. En opnieuw ligt het alleen aan de wil van de afzonderlijke mens om aan deze grote genade deelachtig te worden, want de Heer zou graag iedereen willen helpen. Maar degene, die de hulp nu nog afwijst, kan niet meer geholpen worden, want voor een verstokte zondaar is er niet goed boete te prediken. En als de mens het woord van God niet wil aannemen, dan lijkt hij op de verstokte zondaar, die liever in zijn zondenschuld volhardt, dan de weg van boetedoening in te slaan, als hij er liefdevol opmerkzaam op gemaakt wordt, dat dit de enige weg naar het eeuwige leven is.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Peter Schelling