7672 Verre verwijdering van God - Het einde

12 augustus 1960: Boek 80

Dat de mensen zich zo ver van Mij hebben verwijderd is een duidelijk teken van de tijd, want ze halen daardoor zelf het einde naar zich toe omdat het leven op aarde niet meer aan zijn doel beantwoordt, dat de mensen de aaneensluiting met Mij zoeken en vinden. Alleen met dit doel is hun het bestaan op aarde gegeven: de laatste schrede te zetten om naar Mij terug te keren, de verwijdering ongedaan te maken die ze zelf eens tot stand hebben gebracht door hun afval van Mij.

In het leven op aarde wordt hun nu de laatste mogelijkheid gegeven hun ongelijk in te zien dat hen in een onmetelijk grote verwijdering van Mij terecht liet komen. Door mijn liefde en genade is deze verwijdering al zo verminderd door de gang door de werken van de schepping, dat zij nu vlak voor hun terugkeer naar Mij zijn aangekomen, maar deze moet in vrije wil plaatsvinden en daartoe werd het eens gevallene de korte tijd op aarde geschonken, die ook volop voldoende is om het laatste doel - de vereniging met Mij - te bereiken.

Maar de mensen denken niet aan het doel van hun leven op aarde. Ze bezien alles alleen maar met ogen die op de wereld zijn gericht. Ze verminderen hun verwijdering van Mij niet, maar vergroten die nog eerder omdat ze geen liefde in zich hebben en dit steeds grote afstand tot Mij betekent. En daarom is de tijd gekomen waarin de aarde niet meer als scholingsplaats van de geest dienst doet, waarin ze haar doel mist, waarin het onnodig is geworden dat de mens op aarde vertoeft, omdat hij zijn verblijf alleen maar verkeerd gebruikt en er veel meer voor zorgt dat de afstand tot Mij groter wordt. En dat betekent allergrootst gevaar voor de ziel van de mens dat ze weer opnieuw gekluisterd moet worden in de materie, dat ze weer eindeloos diep terugzinkt. En daarom staat u mensen een grote verandering te wachten opdat de aarde weer haar doel kan vervullen: de ziel tot rijpheid te brengen.

De mensen van de tegenwoordige tijd halen dus zelf het einde van de oude aarde naar zich toe, want Ik wil de ordening herstellen en de aarde weer tot een scholingsplaats van de geest laten worden, wat echter een oplossen en opnieuw vormen van de schepping vereist, waartoe ook de mensen zelf behoren die de zin en het doel van het aardse leven niet inzien en alleen maar een uitsluitend aards leven leiden, maar niet aan hun ziel denken. En wat Ik tevoren ook nog laat gebeuren, niets zal meer een verandering van de mensen teweeg brengen, op enkele uitzonderingen na die nog in het laatste uur de weg naar Mij zullen vinden en die Ik ook redden wil van de ondergang.

De mensen hebben geen geloof in Mij dat levend is en een dood geloof is niet in staat de zielen tot leven te wekken. Want de mensen leven zonder liefde. Ze letten niet op de nood van hun medemensen, ze voelen alleen een sterke eigenliefde en deze liefde drijft hen weer in de armen van de tegenstander en zo wordt de verwijdering van Mij steeds groter, omdat alleen de liefde de aaneensluiting met Mij tot stand brengt en omdat liefdeloosheid alleen maar de verwijdering van Mij bewijst. En daarom wordt de tijd steeds korter die u mensen nog van het einde scheidt, of u het gelooft of niet. Het is de wetmatige uitwerking van de liefdeloosheid der mensen, die juist alleen door een verandering tot liefde zou kunnen worden opgeheven, welke echter op deze aarde niet meer te verwachten is.

In het aardse leven gaat het alleen om het rijp worden van de ziel, maar geen mens is zich van deze aan hem gestelde opgave bewust, op de kleine schaar der mijnen na die echter de verandering van deze aarde niet kan tegenhouden maar de nieuwe aarde zal bewonen als stamouders van het nieuwe mensengeslacht. En een uitermate heerlijk lot wacht hen, dat voor de mensen waarlijk het voornaamste zou moeten zijn om naar te streven in deze laatste dagen, dat echter nooit wordt geloofd en dat geen mens gedwongen kan worden te geloven. Maar u zult steeds weer op de hoogte worden gebracht, want tot aan het einde zal Ik mijn stem laten weerklinken en alle mensen aansporen en waarschuwen. En tot aan het einde zal ieder mens nog gelegenheid hebben de verandering bij zichzelf te voltrekken: een ander doel na te streven dan alleen de aardse wereld. En gelukzalig is hij die de korte tijd nog benut, die zijn wezen tot liefde vormt, want hij zal het einde niet hoeven te vrezen omdat hij dan ook tot de mijnen behoort, die mijn sterke arm zal beschermen en redden.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
N2 Terugkeer naar God Deel II ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften