7462 Vrees is gebrek aan geloof

24 november 1959: Boek 79

Het is mijn wil dat u niet vreest maar steeds alleen maar gelooft in een liefhebbende en almachtige God en Vader die u niet in uw nood laat. Vrees echter is een gebrek aan geloof. Vrees hebben is onbekendheid met de liefde en almacht van God, Die uw Vader wil zijn. Want zodra u gelooft dat Ik u liefheb zoals een Vader zijn kind liefheeft, kunt u er ook zeker van zijn dat Ik u niets laat overkomen, wat ook de vijand van uw ziel ooit tegen u zal ondernemen. Mijn beschermende vaderhand is steeds bereid in te grijpen wanneer het erom gaat mijn kind redding te brengen in zijn nood. En in nood bent u als u vreest, het zij lichamelijk of geestelijk. U bent in moeilijkheden als u ongerust en moedeloos bent, omdat u niet de geloofskracht bezit dat u niets gebeuren kan zolang u zich tot Mij wendt en Mij vraagt om bescherming en hulp.

Maar ofschoon uw verstand u dat zelf keer op keer zegt, blijft uw hart toch angstig en bedroefd. En dat is het, waar u zelf uitkomst moet bieden doordat u de band met Mij zo innig als mogelijk tot stand brengt. Met Mij, uw Vader van eeuwigheid, die alleen daarop wacht dat u in innig gebed tot Mij komt en Mij uw zorgen toevertrouwt. Deze innige overgave aan Mij verlang Ik om ook uw hart de innerlijke rust te verschaffen die u nog ontbreekt. U moet met al uw verlangens tot Mij komen en op geheel kinderlijke wijze om hulp vragen - en Ik zal u verhoren, omdat Ik u liefheb zoals een Vader zijn kinderen liefheeft. Hoe moeilijk echter valt het u vaak naar Mij toe te komen en met Mij samenspraak te houden. Hoevaak blijft u ver weg en kwelt u zichzelf met uw zorgen - terwijl het toch zo eenvoudig is ze door Mij te laten dragen en er vrij van te worden.

U hebt een liefhebbende Vader die uw aardse leven graag mooi voor u wil vormgeven - als u maar zelf Hem het recht daartoe geeft door de vanzelfsprekendheid van een innige band met Mij. Wie met Mij verbonden is kent geen nood meer. Maar de moeilijkheden beginnen zodra u de band losmaakt, omdat Ik u geen ketenen aanleg, maar zeer naar uw vrijwillige overgave aan Mij verlang. Dat moet u laten zien door innige liefde en een vertrouwelijk contact, doordat u al uw zorgen aan Mij toevertrouwt en Mij vraagt dat Ik ze van u afneem. Dan hoeft u maar te wachten en het zal gebeuren zoals u het wenst - u zult vrij zijn van alle zorgen. En als u bedreigd wordt door de krachten der duisternis, ook dan hoeft u geen angst te hebben. Want ze kunnen u niets doen zolang uw wil Mij geldt, zolang uw verlangen uitgaat naar Mij en de uiteindelijke vereniging met Mij. Stel uzelf daarom steeds alleen de vraag waar uw innerlijkste verlangen op gericht is. En als dit Mij betreft, dan kunt u er ook vast op vertrouwen dat ook mijn verlangen naar u, u niet zal opgeven - dat Ik u beschermen zal tegen elke benauwenis, vanwaar die ook komen mag. Eenmaal wil Ik u bezitten en zal daarom niet toelaten dat u voor Mij verloren gaat, zolang u zelf ook Mij als doel hebt en u naar Mij streeft. Daarom is elke zorg en angst onnodig. U bent van Mij en zult voor eeuwig de mijne blijven.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in de volgende themaboekjes:
Themaboekje Titel Downloaden
10 Geloof Vormgelof Ongeloof ePub   PDF   Kindle  
N1 Terugkeer naar God Deel I ePub   PDF   Kindle  
90 Jezus zegt... Deel 5 „Vrees niet, maar geloof!“ ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften