Het zal u, mensen niet lukken de zuivere waarheid te weerleggen, u zult u steeds daaraan kunnen houden wat door Mijn GEEST tot u is gekomen. Want al is ook het Woord u d.m.v. gedachten toegestroomd, het is en blijft altijd Mijn Woord, dat u niet zou kunnen vernemen, wanneer u zich niet tevoren zo zou hebben gevormd dat "Mijn GEEST" Zich in u kan uitstorten. Want uw gedachten zijn dan a.h.w. door MIJ geleid, u zult niets verkeerds kunnen denken, wanneer u zich tevoren aan MIJ overgeeft en MIJ vraagt om het toesturen van de waarheid. Maar het is wat anders, wanneer een mens de voorwaarden niet vervult die een werkzaam zijn van Mijn GEEST in hem toelaten. Dan kan hij er ook niet zeker van zijn of zijn denken verkeerd is, dus dit denken dan onjuiste wegen gaat.
Zo is dus allereerst nodig dat u, mensen zult moeten onderzoeken of en in hoeverre van geestelijk werkzaam zijn gesproken kan worden, wat makkelijk is vast te stellen, wanneer de mens een hem tot nu toe onbekend weten werd toegestuurd, een weten dat hem de geheimen van de schepping onthult en hem uitsluitsel geeft over de zin en het doel van zijn bestaan op aarde. Wanneer echter dat weten uit boeken werd gehaald, wanneer een mens zich met de beschikbare geestelijke leringen bezighoudt, kan hij van zichzelf niet zeggen dat hij van Mijn GEEST vervuld is. Weliswaar kan zijn denken ook juist zijn wanneer hij (de vervulling van) de nodige voorwaarden kan laten zien, maar dan zullen ook de geestelijke leringen die door Mijn inwerken naar de aarde zijn gekomen, geen omvorming ondergaan. Wanneer echter zulke veranderingen zich toch voordoen en IK deze Zelf corrigeer, dan moet steeds de vraag worden gesteld: "Wie is door de GEEST GOD's verlicht?".
IK leid voor MIJ geen dragers van de waarheid op zonder hun de zuivere waarheid over te brengen. En wie IK nu daartoe heb aangesteld om voor de waarheid op te komen, die heb IK opnieuw de taak toegewezen, een weten van MIJ in ontvangst te nemen en zich te beschouwen als ontvanger van de zuivere waarheid. Want IK weet waarlijk waar de dwaling is binnengeslopen en steeds zal IK een foutieve leer corrigeren. Maar dit ene staat vast: dat Mijn tegenstander de kunst verstaat u weer in de duisternis te storten, dat het hem gelukt is u - die gelooft in de waarheid te wandelen, omdat u ze van een dienaar die MIJ is toegewijd in ontvangst nam - te misleiden en u zijn eigen ideeën voor te spiegelen, die u nu ijverig verdedigt en het MIJ daardoor moeilijk maakt, u weer de zuivere waarheid te brengen. Want de dwaling leidt u niet naar het doel.
(31 okt.) En als u niet in het diepst van uw hart vervuld bent van het verlangen naar de zuivere waarheid, dan zult u ook niet in staat zijn u van onjuiste opvattingen te bevrijden. Uw blik is vertroebeld, het is niet bij de eenvoudige verbreiding van Mijn Woord, u gegeven door een dienaar wiens GEEST gewekt is, gebleven - er zijn zoveel medewerkers, wier geest niet gewekt was, daarbij betrokken geweest. Ze gaven er eigenmachtig verklaringen over of veranderden de oorspronkelijke tekst, maar ze hebben het werk niet geholpen maar geschaad. En IK kon het hun niet verhinderen vanwege hun vrije wil. Het eenvoudige, duidelijke Woord dat de mensen gelukkig moest maken, heeft aan waarde verloren, zodra de mensen zich er mee bezighielden, de oorspronkelijke teksten te verbeteren en ze te vormen naar het gebruikelijke spraakgebruik.
U, mensen denk aan de lange tijd en dat het werkzaam zijn van de tegenstander in de eindtijd steeds meer de verandering van Mijn Woord betreft. Bedenk dat hij zich van de wereldgeest bedient om de mensen te fascineren, bedenk dat alleen zij wier Geest gewekt is, voor dit (hemelse) goed zorg konden dragen en dat alleen dan een bescherming van boven voor deze dienaren gewaarborgd was - dat zij dan ook bij de waarheid zouden zijn gebleven maar dat er geen garantie gegeven was bij wereldse medewerkers die niet vrij waren van wereldse interesses, die ook van zulke nieuwe openbaringen een wereldseaangelegenheid maakten.
Daarom koos IK ME steeds mensen die van de wereld waren afgekeerd. Aan wie IK ME kon openbaren, omdat het overwinnen van de wereld de hoofd voorwaarde is om Mijn openbaringen naar de aarde te kunnen sturen. En dezen hoefden zich helemaal geen zorgen te maken over hun aardse behoeften. Is een mens MIJ zo toegedaan dat hij alleen voor de verbreiding van deze openbaringen opkomt, dan zal hij op de laatste plaats daar een bron van inkomsten in zoeken, omdat hij weet dat IK Zelf voor hem zorg. En zolang dus een "opnamevat van Mijn GEEST" deze instelling heeft zal hij ook de zuivere waarheid verbreiden, want daar de Geest in hem zelf gewekt is, zal hij ook elke verkeerde leer afwijzen.
Maar hoe lang blijft een geestelijke leer zuiver, wanneer die nu weer door mensen onderhanden wordt genomen die niet net zo zuiver zijn en bereidwillig MIJ te dienen? En daarom moet IK steeds weer Mijn GEEST uitstorten in een rein opnamevat, zodat dwalingen aan het licht komen, die IK nu weer moet corrigeren. En als IK u nu zeg dat zelfs het boek der boeken niet meer zuiver en onvervalst is, dan zult u er ook rekening mee kunnen houden, dat de nieuwe openbaringen ook niet zo zuiver worden bewaard, dat ze geen correctie zouden behoeven: En wanneer nu de dwaling daarin bestaat dat Mijn Volmaaktheid in twijfel wordt getrokken, dan is duidelijk de inwerking van Mijn tegenstander te herkennen, die in de laatste tijd alles probeert om de liefde tot MIJ, die alleen u met MIJ verbindt in tijd en eeuwigheid, in u, mensen te verstikken.
Amen
VertalerEs wird euch Menschen nicht gelingen, die reine Wahrheit zu entkräften, ihr werdet euch stets daran halten können, was euch durch Meinen Geist zugegangen ist. Denn ob euch auch das Wort gedanklich zugeströmt ist, es ist und bleibt immer Mein Wort, das ihr nicht vernehmen könntet, wenn ihr euch nicht zuvor so gestaltet hättet, daß sich "Mein Geist" in euch ergießen kann. Denn eure Gedanken sind dann gleichfalls von Mir geleitet, ihr könnet nichts Falsches denken, wenn ihr zuvor euch Mir übergebet und Mich bittet um Zuführung der Wahrheit.... Doch etwas anderes ist es, wenn ein Mensch die Vorbedingungen nicht erfüllt, die ein Wirken Meines Geistes in ihm zulassen.... Dann kann er auch nicht sicher sein, ob sein Denken falsch ist, also dieses Denken dann irrige Wege geht. So ist also erstmalig nötig, daß ihr Menschen prüfen müsset, ob und wieweit von geistigem Wirken gesprochen werden kann.... was leicht festzustellen ist, wenn dem Menschen ein ihm bisher unbekanntes Wissen zugeführt wurde.... ein Wissen, das ihm Schöpfungsgeheimnisse enthüllt und ihn über Sinn und Zweck seines Erdendaseins Aufschluß gibt.... Wenn aber jenes Wissen aus Büchern geschöpft wurde.... wenn ein Mensch sich mit vorhandenem Geistesgut befaßt.... wenn er also dieses Wissen auswertet, dann kann er nicht von sich selbst sagen, daß er von "Meinem Geist erfüllt" sei. Zwar kann sein Denken auch richtig sein, wenn er die nötigen Vorbedingungen aufweisen kann, dann aber wird auch das Geistesgut, das durch Mein Einwirken zur Erde gelangt ist, keine Umänderung erfahren. Wenn jedoch sich solche Veränderungen ergaben und Ich Selbst diese berichtige, dann muß immer wieder die Frage gestellt werden: "Wer ist vom Geist Gottes erleuchtet?" Ich bilde Mir keine Wahrheitsträger aus, ohne ihnen die reine Wahrheit zu vermitteln. Und wen Ich nun einmal dazu berufen habe, für die Wahrheit einzutreten, dem habe Ich erneut die Aufgabe zugewiesen, ein Wissen von Mir entgegenzunehmen und sich als Empfänger der reinen Wahrheit zu betrachten. Denn Ich weiß es wahrlich, wo sich Irrtum eingeschlichen hat, und Ich werde stets eine irrige Lehre berichtigen. Doch eines steht fest.... daß es Mein Gegner verstanden hat, euch wieder in die Finsternis zu stürzen, daß es ihm gelungen ist, euch.... die ihr glaubet, in der Wahrheit zu stehen, weil ihr sie von einem Mir ergebenen Diener entgegennahmet.... zu täuschen und euch sein eigenes Gedankengut vorzusetzen, das ihr nun eifrig vertretet und dadurch es Mir schwermacht, euch wieder die reine Wahrheit zu bringen.... Denn der Irrtum führt euch nicht zum Ziel.... (31.10.1964) Und wenn ihr nicht im tiefsten Herzen vom Verlangen nach der reinen Wahrheit erfüllt seid, dann werdet ihr euch auch nicht zu lösen vermögen von irrigem Gedankengut. Euer Blick ist getrübt, es ist nicht bei der schlichten Verbreitung Meines euch durch einen geisterweckten Diener gegebenen Wortes geblieben.... es sind so viele Mitarbeiter, deren Geist nicht erweckt war, daran beteiligt gewesen. Sie gaben eigenmächtig Erklärungen dazu oder veränderten den Urtext, aber sie haben nicht dem Werk genützt, sondern ihm geschadet.... Und Ich konnte sie nicht hindern ihres freien Willens wegen. Das einfache, klare Wort, das die Menschen beglücken sollte, hat an Wert verloren, sowie sich Menschen damit befaßten, die Urschriften abzuändern und sie nach dem üblichen Sprachgebrauch zu formen.... Bedenket, ihr Menschen, die lange Zeit und daß das Wirken des Gegners in der Endzeit immer mehr der Veränderung Meines Wortes gilt. Bedenket es, daß er sich des Weltgeistes bedient, um die Menschen in seinen Bann zu schlagen.... bedenket es, daß nur Geist-Erweckte dieses Gut hüten konnten daß (und) nur dann ein Schutz von oben diesen Dienern gesichert war,.... daß (und) sie dann wohl bei der Wahrheit verblieben wären:.... daß aber keine Garantie gegeben war bei weltlichen Mitarbeitern, die folglich nicht frei waren von weltlichen Interessen, die auch aus jenen Neuoffenbarungen eine "weltliche Angelegenheit" machten. Darum erwählte Ich Mir stets von der Welt abgewandte Menschen, denen Ich Mich offenbaren konnte, weil das Überwinden der Welt Grundbedingung ist, um Meine Offenbarungen zur Erde leiten zu können. Und diese brauchten sich keineswegs zu sorgen um ihre irdischen Bedürfnisse. Ist ein Mensch Mir so ergeben, daß er nur für die Verbreitung dieser Offenbarungen eintritt, dann wird er zu allerletzt darin eine Einnahmequelle suchen, weil er es weiß, daß Ich Selbst für ihn sorge.... Und solange also ein "Gefäß Meines Geistes" diese Einstellung hat, wird es auch lautere Wahrheit verbreiten, denn da es selbst erweckten Geistes ist, wird es jede irrige Lehre zurückweisen.... Doch wie lange hält sich ein Geistesgut rein, wenn es nun wieder durch Menschenhände geht, die nicht ebenso rein und Mir zu dienen willig sind. Und darum muß Ich immer wieder Meinen Geist ausgießen in ein reines Gefäß, daß Irrtümer herausgestellt werden, die Ich nun wieder berichtigen muß. Und wenn Ich euch nun sage, daß selbst das Buch der Bücher nicht mehr rein und unverfälscht ist, so könnet ihr auch damit rechnen, daß sich Neuoffenbarungen nicht so rein erhalten, daß sie keiner Richtigstellung bedürften. Und wenn nun der Irrtum darin besteht, daß Meine Vollkommenheit in Frage gestellt wird, dann ist sichtlich das Einwirken Meines Gegners zu erkennen, der in der letzten Zeit alles versucht, um in euch Menschen die Liebe zu Mir zu ersticken, die allein euch Mir verbindet in Zeit und Ewigkeit....
Amen
Vertaler