Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Voortzetting van 8858

Als het geloof in Mijn Volmaaktheid u ontnomen wordt, als u daar aan twijfelt, dan bent u ten prooi gevallen aan een dwaalleer die u ook elk geloof kan ontnemen. Want er is u dan geenszins een waarborg gegeven dat IK tot u de volle waarheid spreek, die alleen een hoogst volmaakt WEZEN u kan aanbieden. En uw vroegere wil zou dan niet zo zwaar hebben gewogen, omdat u dan evenzo als "onvolmaakt geschapen" daarin een reden zou kunnen zien dat u gevallen bent. En deze dwaling moet heel beslist weerlegd worden, u moet weten dat u in het "helderste licht" gestaan hebt toen u viel, dat niet de geringste schemering of duisternis u omgaf op het moment van uw afval van MIJ, en dat u net als IK hoogst volmaakt was, d.w.z. lichtwezens was, wier val eenvoudig onbegrijpelijk geweest zou zijn als de vrije wil u niet vervulde als teken van uw goddelijkheid. Dat ook die eerst geschapen oergeest met dezelfde volheid van licht uitgerust was en niet had hoeven te vallen, dat hij echter zelf helemaal veranderde in vrije wil in het tegendeel, was niet Mijn Wil, het was niet Mijn werk, het was alleen het gevolg van zijn vrije wil, dat echter niet Mijn Volmaaktheid in twijfel kon trekken.

Het was ook niet van eeuwigheid af bestemd dat de eerst geschapen oergeest vallen moest, ofschoon IK van eeuwigheid af zag hoe hij zijn wil zou richten. Doch als hij had moeten vallen zoals u ten onrechte aanneemt, dan zou hij geen vrije wil gehad hebben en IK zou geen volmaakt WEZEN zijn, als IK Mijn Wil op hem zou hebben overgebracht. Dat alles moet u, die Mijn volmaaktheid betwist, toch duidelijk zijn, u, die zich laat beïnvloeden door voorstellingen die menselijk onverstand u voorzet om MIJ en de zuivere waarheid te ondermijnen. IK kan niet vaak genoeg de fouten weerleggen die steeds weer binnensluipen in Mijn Woord, hoewel IK Mijn boden die het rechtstreeks van MIJ ontvangen, bescherm. Doch zodra het verlangen naar de zuivere waarheid niet overheerste, kon Mijn tegenstander ook ingrijpen en verwarring stichten, doordat hij op de eerste plaats Mijn Volmaaktheid betwijfelde en er daardoor dwaalleren uit voortkwamen die IK steeds weer uit de weg moet ruimen, als IK wil dat de mensen de waarheid gebracht moet worden.

En dit is vóór het einde zeer belangrijk omdat Mijn WEZEN juist moet worden voorgesteld, om de liefde tot MIJ op te kunnen brengen die IK van Mijn schepselen verlang. En deze liefde kan alleen aan een hoogst volmaakt WEZEN geschonken worden Dat niet de geringste onvolmaaktheid in Zich heeft.

Dat en waarom Mijn eerst geschapen geest gevallen is - is MIJ alleen bekend, maar het is ook aan u, zover u in staat bent het te begrijpen, duidelijk gemaakt. Maar als u Mijn Wil daarmee in verbinding brengt, Die ieder de hoogste gelukzaligheid wil bezorgen, dan is dat van zo'n kras genre, dat alleen een onontwaakte geest, een puur verstandelijk denken, verzinnen kon. Want Mijn Wil is goed en zal nimmer iets tegengestelds teweegbrengen, Hij zal zich alleen steeds volgens Mijn Liefde kunnen uiten, dus in geen geval de val van het eerste wezen Zelf bestemd hebben, echter ieder wezen ook zijn vrije wil laten, hoe hij hem ook gebruikt.

Daar IK van eeuwigheid af ervan op de hoogte was en nu ook Mijn heilsplan daarop kon opbouwen, omdat IK zag met welke haat hij MIJ nu zou weerstaan, is hij nu Mijn tegenpool geworden, maar die MIJ nochtans helpt met het verlossen van het enorm grote aantal van Mijn wezens, al is het ook tegen zijn wil. Want een ding kon IK niet: kinderen voor MIJ scheppen, omdat daartoe de vrije wil van het wezen zelf werkzaam moet worden. En dat is vanaf het begin Mijn plan geweest, waarvoor echter niet noodzakelijk de val van Mijn eerste wezen in de diepte nodig was, want waarlijk, IK heb nog veel mogelijkheden om dit doel dat IK MIJ gesteld heb, te bereiken. En bijgevolg zou IK niet Zelf iets gewild hebben wat een zonde zou zijn tegen MIJ Zelf, waarvoor IK dan de wezens een eindeloos lange gang in ellende zou hebben laten gaan om weer dat te worden wat zij waren in het allereerste begin.

Zo'n voorstelling van Mijn Oerwezen, Dat alleen in hoogste Volmaaktheid scheppen en vormen kon is vals en zal steeds weer als vals gebrandmerkt moeten worden. Want in diepste Liefde, in onovertreffelijke Wijsheid heb IK vanuit Mijn Macht alles geschapen wat is. En dat alles bewijst ook Mijn volmaaktheid, want IK schep niets zonder zin en doel en wil daarom ook als hoogst Volmaakt gezien en bemind worden.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

(Continúa en el nº 8858) Corrección de un error importante....

Si se les quita a ustedes la fe en Mi perfección, si dudan de ella, entonces han sido presa de una enseñanza errónea que puede quitarles toda la fe, pues entonces no se les da en absoluto una garantía de que les digo toda la verdad, que sólo un Ser supremamente perfecto puede ofrecerles.... Y la antigua voluntad de ustedes tampoco sería tan gravante, porque entonces también ustedes, como "imperfectamente creados", podrían ver en ello una razón de que han caído.... Y esta falsa doctrina debe ser decisivamente refutada.... Deben saber que ustedes estaban en la luz más brillante cuando cayeron.... que no les rodeó la más mínima penumbra u oscuridad en el momento de su apostasía de Mí y que eran igual que Yo absolutamente perfectos.... es decir, eran seres de luz.... cuya caída habría sido simplemente incomprensible de no ser porque tenían pleno libre albedrío como signo de su divinidad. El hecho de que también aquel primer espíritu original creado estuviera dotado de la misma abundancia de luz y no tuviera necesidad de caer, pero que se convirtiera en lo contrario en libre albedrío, no fue Mi voluntad, no fue Mi obra, fue sólo el efecto de su libre albedrío, efecto que, sin embargo, no podía dar lugar a cuestionar Mi perfección. Tampoco estaba determinado desde la eternidad que el primer espíritu creado tuviera que caer, aunque desde la eternidad Yo preveía cómo él dirigiría su voluntad. Pero si él hubiera tenido que caer, como ustedes suponen erróneamente, entonces no habría tenido libre albedrío y Yo no habría sido un ser perfecto si hubiera transferido Mi voluntad a él.... Todo esto debe ser obvio para ustedes que Me discuten la perfección, que se dejan influenciar por las representaciones que la ignorancia humana les ha presentado para socavarme a Mí y a la verdad pura. No puedo refutar con suficiente frecuencia los errores que una y otra vez se introducen en Mi Palabra, aunque protejo a Mis mensajeros que la reciben directamente de Mí. Pero en cuanto no prevalece el deseo de la verdad pura, Mi adversario también pudo intervenir y causar confusión cuestionando primero Mi perfección y dando lugar así a enseñanzas erróneas que tengo que rectificar una y otra vez si quiero que la verdad sea transmitida a la gente. Y esto es extremadamente importante antes del final, porque Mi naturaleza tiene que ser retratada correctamente para poder reunir el amor por Mí que requiero de Mis creaciones vivientes, y este amor sólo puede ser regalado a un Ser supremamente perfecto Que no tiene la más mínima imperfección en Sí.... El qué y el porqué de la caída de Mi primer espíritu creado sólo lo sé Yo, pero se les ha aclarado hasta donde ustedes son capaces de captarlo.... Pero si relacionan con esto Mi voluntad, que quiere ayudar a todo a alcanzar la dicha suprema, se pone en evidencia una enseñanza errónea de naturaleza tan flagrante que sólo un espíritu no despierto.... un pensamiento puramente intelectual,.... podría producir.... Porque Mi voluntad es buena, nunca causará nada contrario a la bondad, siempre sólo podrá expresarse según Mi amor, por lo que de ninguna manera habrá determinado ella misma la caída del primer ser, pero también dejará a cada ser su libre albedrío, como quiera que lo utilice.... Como Yo sabía sobre eso desde la eternidad, y también podía basar en ello Mi plan de Salvación..... porque ví el odio con el que ahora se oponía a Mí, ahora se ha convertido en Mi antipolo que, sin embargo, Me ayuda a redimir al incontable número de Mis seres, aunque en contra de su voluntad. Porque hay una cosa que Yo no podría hacer: crear hijos para Mí, porque el libre albedrío del propio ser tiene que activarse para llegar a ser uno de tales.... Y este ha sido Mi plan desde el principio, para el cual, sin embargo, la caída de Mi primer ser en el abismo no era estrictamente necesaria, pues en verdad, todavía tengo muchas posibilidades de alcanzar esta meta que Me he propuesto.... Y además Yo mismo no habría querido algo que fuera un pecado contra Mí mismo por el que luego dejara a los seres recorrer un largo e interminable camino en el tormento para volver a ser lo que eran al principio. Tal representación de Mi Ser fundamental, que sólo podía crear y formar en suprema perfección, es errónea y siempre tendrá que ser denunciada como errónea, pues en el más profundo amor, en insuperable sabiduría, creé con Mi poder todo lo que existe Y todo esto les demuestra Mi perfección, pues Yo no creo nada sin sentido ni propósito y, por lo tanto, también quiero ser reconocido y amado como supremamente perfecto....

Amén

Vertaler
Vertaald door: J. Gründinger