In het begin der tijden kwam alleen het volmaakte uit Mij voort, dus kunt u het aanvechten als Ik u voorgesteld word als een Schepper die onzuivere geesten geschapen heeft. Ik zelf ben de Schepper van het wezenlijke, want buiten Mij is er geen kracht die wezens kon scheppen. En de eerste door Mij buiten Mij geplaatste lichtgeest werd dus door mijn kracht doorstraald en er kon alleen het volmaakte uit ons beider liefde en kracht voortkomen. En dat is ook wat u begrijpen moet, dat Ik niets tegen mijn ordening van eeuwigheid kan doen, dat Ik ook geen onvolmaakte wezens buiten Mij kon plaatsen, die zelf in vrije wil pas na een eindeloos lange tijd besloten zich van Mij af te keren, die echter op geen enkele wijze door Mij beïnvloed werden in strijd met de goddelijke orde te handelen, veeleer handelden zij in geheel vrije wil. Zo zult u pas mijn plan van eeuwigheid begrijpen, dat Ik Mij hun vergoddelijking ten doel gesteld heb, en zo zult u ook begrijpen waarom Lucifer, de lichtdrager, tot mijn tegenpool geworden is.
Als u een voorstelling van het scheppen van de wezens zo gegeven wordt zoals het totaal onmogelijk is, dan twijfelt u aan mijn volmaaktheid en dan twijfelt u ook aan mijn liefde voor al het geschapene, dat overeenkomstig mijn wil gebrekkig gevormd was (moest zijn) vanaf het begin. U kunt dan ook niet het gebeuren begrijpen dat gelegen was in de afwijzing van de kracht van mijn liefde en Ik moet u allen de waarheid daarover doen toekomen, want uit de ene dwaling vloeit de andere voort. Dat echter zo'n dwaling kon binnensluipen in goddelijke openbaringen is altijd het gevolg van verstandelijk denken, dat gebruikt wordt door mijn tegenstander, die verwarring tracht te stichten, wat ook weer een aanleiding ervoor is dat Ik Mij steeds weer opnieuw moet openbaren en (om) u in alle zuiverheid de waarheid bekend kan (te kunnen) maken.
De afval van Mij kwam op een manier tot stand, dat er eerst eeuwigheden verstreken voordat hij plaatsvond, dat dus voortdurend mijn liefde de wezens kon doorstralen en zij voortdurend bovenmate gelukzalig waren. En ook het wezen dat Ik Mij als eerste opnamevat schiep om mijn liefde hierin binnen te stralen, was eeuwigheden lang ontvanger van deze krachtstroom van liefde, tot het zich dan losmaakte van Mij in vrije wil, die het als goddelijk schepsel bezat. Als Ik echter een schepsel geschapen had dat onzuiver was, dan zou Mij zelf het verwijt getroffen hebben zo'n wezen het leven gegeven te hebben, wat echter eeuwig niet het geval kan zijn, want Ik ben de Volmaaktheid zelf. Ik heb geen tekortkomingen, Ik ben zuivere Liefde en die schept niets onzuivers maar ze doet alles om dat wat onzuiver geworden is weer tot loutering te brengen.
Doch hoe onjuist wordt u de scheppingsdaad voorgesteld en tot welke gevolgen leidt dit. Steeds weer breng Ik u de zuivere waarheid, omdat u zonder de waarheid Mij zelf niet juist ziet, omdat u zich een voorstelling maakt van Mij, wiens volmaaktheid in twijfel wordt getrokken en omdat u daarom ook dit Wezen niet zou kunnen liefhebben, aan wiens volmaaktheid u twijfelt. Want ook u bent in alle volmaaktheid uit Mij voortgekomen, hoewel u nu de weg door de diepte gegaan bent om weer tot dat te worden wat u was in het allereerste begin. Dat Ik u niet alle geestelijke motiveringen kan duidelijk maken, zult u begrijpen vanwege de geringe graad van inzicht die u nu hebt als gevolg van de zonde van het verzet tegen Mij. Maar toch moet alles overeenstemmen wat u daarover wordt medegedeeld. En wanneer er een grove tegenstrijdigheid bestaat, dan kunt u deze zonder bezwaar afwijzen en dit voor uzelf zo verklaren dat het verstand van de mens daarbij betrokken is geweest, dat door de tegenstander kan worden beïnvloed.
Alleen het plan om de door Mij geschapen wezens te vergoddelijken heeft Mij ertoe gebracht de afval van de wezens niet in de weg te staan, maar deze heeft plaatsgevonden in vrije wil, van het hoogste niveau van volmaaktheid omlaag naar de diepste diepte. En alleen de zekerheid dat Ik al deze wezens weer terugwin, liet Mij niet belemmerend ingrijpen, maar loochent niet dat zij in hoogste volmaaktheid geschapen werden, evenals hun heer die als lichtdrager als eerste de val voltrok, die Ik echter niet zo gevormd had dat hij het moest doen, integendeel: de vrije wil is beweegreden geweest om te vallen, zoals ook de vrije wil weer omhoog moet streven om dat te worden wat hij was in het allereerste begin.
Amen
VertalerIm Anfang ging aus Mir nur Vollkommenes hervor.... Also könnet ihr dies beanstanden, wenn Ich euch als ein Schöpfer hingestellt werde, der "unlautere" Geister geschaffen hat.... Ich Selbst bin der Schöpfer alles Wesenhaften, denn außer Mir gibt es keine Kraft, die Wesen erschaffen konnte. Und der von Mir zuerst herausgestellte Lichtgeist also wurde von Meiner Kraft durchstrahlt, und es konnte nur Vollkommenes aus unser beider Liebewille und Kraft hervorgehen.... Und das ist es auch, was ihr verstehen müsset, daß Ich nichts wider Meine Ordnung von Ewigkeit tun kann, daß Ich auch keine unvollkommenen Wesen aus Mir herausstellen konnte, die sich selbst im freiem Willen erst nach endlos langer Zeit zur Abkehr von Mir entschlossen, die aber in keiner Weise von Mir beeinflußt wurden, wider die göttliche Ordnung zu verstoßen, sondern ihr Handeln in völlig freiem Willen geschah. So erst werdet ihr Meinen Plan von Ewigkeit verstehen, daß Ich Mir ihre Vergöttlichung zum Ziel gesetzt habe, und so auch werdet ihr verstehen, warum Luzifer.... der Lichtträger.... zu Meinem Gegenpol geworden ist.... Wenn euch eine Darstellung des Erschaffens von Wesen so gegeben wird, wie es ganz unmöglich ist, dann zweifelt ihr an Meiner Vollkommenheit, und dann zweifelt ihr auch an Meiner Liebe zu allem Geschaffenen, das nach "Meinem Willen mangelhaft" gestaltet war (sein sollte) zu Anbeginn. Ihr könnet dann auch nicht den Vorgang begreifen, der in der Zurückweisung Meiner Liebekraft lag, und Ich muß euch allen darüber die Wahrheit zuleiten, denn ein Irrtum zieht den anderen nach sich.... Daß sich aber ein solcher Irrtum einschleichen konnte in göttliche Offenbarungen, ist immer die Folge von Verstandesdenken, das genutzt wird von Meinem Gegner, der Verwirrung zu stiften sucht, was auch wieder ein Anlaß ist dazu, daß Ich Mich immer wieder von neuem offenbaren muß, und (um) in aller Reinheit euch in die Wahrheit einführen kann.... (zu können).... Der Abfall von Mir kam in einer Weise zustande, daß vorerst Ewigkeiten vergingen, bevor er stattfand.... daß also fortgesetzt Meine Liebe die Wesen durchstrahlen konnte und fortgesetzt sie selig waren im Übermaß. Und auch das Wesen, das Ich Mir als erstes Gefäß schuf, um Meine Liebe in dieses einzustrahlen, war Ewigkeiten Empfänger dieses Liebekraftstromes, bis es dann sich löste von Mir im freien Willen, den es als göttliches Geschöpf besaß. Wenn aber Ich ein Wesen erschaffen hätte, das "unlauter" war, dann hätte Mich Selbst der Vorwurf getroffen, einem solchen Wesen das Leben gegeben zu haben, was aber ewiglich nicht der Fall sein kann, denn Ich bin die Vollkommenheit Selbst. Ich habe keine Mängel, Ich bin pur Liebe, und Diese gestaltet nichts Unlauteres, aber Sie tut alles, um das unlauter Gewordene wieder zur Läuterung zu führen.... Doch wie irrig wird euch der Schöpfungsakt vorgestellt.... Und welche Folgen zeitigt dies.... Und immer wieder bringe Ich euch die reine Wahrheit, weil ihr ohne solche Mich Selbst nicht recht erkennet, weil ihr euch ein Bild machet von Mir, Dessen Vollkommenheit in Frage gestellt wird, und weil ihr darum auch dieses Wesen nicht lieben könnet, Dessen Vollkommenheit ihr anzweifelt. Denn auch ihr seid aus Mir hervorgegangen in aller Vollkommenheit, wenngleich ihr nun den Weg durch die Tiefe gegangen seid, um wieder zu dem zu werden, was ihr waret im Anbeginn. Daß Ich euch nicht alle geistigen Begründungen erklären kann, das werdet ihr verstehen bei dem geringen Erkenntnisgrad, den ihr nun besitzet als Folge der Sünde der Auflehnung gegen Mich, aber dennoch muß sich alles decken, was euch darüber berichtet wird, und wenn ein krasser Widerspruch besteht, dann könnet ihr diesen unbedenklich ablehnen und euch die Erklärung dafür geben, daß der Verstand des Menschen dabei beteiligt gewesen ist, der von dem Gegner beeinflußt werden kann. Der Plan der Vergöttlichung der von Mir erschaffenen Wesen allein hat Mich bestimmt, dem Abfall der Wesen Mich nicht entgegenzustellen, aber dieser ist vor sich gegangen im freien Willen von dem höchsten Stand der Vollkommenheit herab zur tiefsten Tiefe.... Und nur die Gewißheit, daß Ich diese Wesen alle wieder zurückgewinne, ließ Mich nicht hindernd eingreifen, stellt aber nicht in Abrede, daß sie in höchster Vollkommenheit erschaffen wurden gleichwie ihr Herr, der als Lichtträger als erster den Sturz vollzog, den Ich aber nicht so gestaltet hatte, daß er es tun mußte, sondern der freie Wille Anlaß gewesen ist zum Fall, wie auch der freie Wille wieder die Höhe anstreben muß, um das zu werden, was er war im Anbeginn....
Amen
Vertaler