Eén ding wil Ik steeds weer benadrukken: dat Ik het Woord ben van eeuwigheid. Ik ben het Woord. Maar het Woord was in het begin bij God. Hoe zult u dit moeten begrijpen? Ik Zelf ben alles in alles. Want alles wat bestaat is uitgestraalde kracht die Ik het leven gaf. Ik schiep voor Mij gelijksoortige wezens die in hun oer-substantie hetzelfde waren als Ik Zelf: goddelijke Liefdeskracht. En met deze wezens stond Ik vanaf het allereerste begin in verbinding door “het Woord”.
Dus was het Woord “in den beginne”, toen de wezens door Mij in het leven werden geroepen. Tevoren was er niets dat Mijn Woord kon horen, ofschoon Ik altijd en eeuwig het Woord in Me droeg. Want Ik ben een zelfbewust denkend Wezen dat Zijn wil in daden omzette en dus scheppen kon wat het als idee of gedachte voor de Geest stond. De wezens nu die uit Mijn kracht waren voortgekomen, werden wel als zelfstandig buiten Mij geplaatst, maar Ik bleef met hen in voortdurende verbinding door “Mijn Woord”. Ik sprak tot hen, ze verstonden Mij en waren daarom mateloos gelukkig.
Ik Zelf was het Woord, want ofschoon ze niet in staat waren Me te zien, bewees Mijn Woord hun toch Mijn bestaan. Ze wisten dat het van het Wezen uitging dat hen had geschapen en dat hen totaal beminde. Mijn Woord was het eigenlijke leven in hen. Het was de krachtstroom die hun onophoudelijk toestroomde, die hun het hoogste inzicht schonk. Want door Mijn Woord werd hun alles duidelijk. Ze begrepen elke samenhang. Ze waren op de hoogte van de Oerkracht uit welke ze waren voortgekomen. En ze stonden met deze Oerkracht in voortdurende verbinding, want zij hoorden haar, die in eindeloze liefde met hen omging door Het Woord.
Ik was Zelf het Woord, dat zich echter pas uitte tegenover de schepselen die Ik in het leven riep. En voor deze wezens was er dus een begin, terwijl Ik Zelf besta sinds eeuwigheid. Maar voor de door Mij geschapen wezens is er geen einde. Ze zullen blijven bestaan tot in alle eeuwigheid. En steeds zal het hun grootste gelukzaligheid zijn, Mij Zelf door Mijn Woord te beleven, door Mij te worden aangesproken en een gelukzalige uitwisseling te kunnen hebben.
Doch het merendeel van de geschapen wezens verspeelde de genade en de gelukzaligheid Mijn Woord te vernemen. Want ze wezen de krachtstroom van Mijn Liefde af en werden onbekwaam Mij te horen, omdat ze zich van Mij verwijderden en elke uitwisseling door het Woord verhinderden. Ze sloten zich af en werden dode wezens, omdat ze geen enkele band meer hadden met Mij. En ze raakten ook alle gelukzaligheid kwijt, die alleen Mijn Woord hun bereidde, Mijn tot vorm geworden straal van Liefde. De innige band met Mij heeft ook onherroepelijk het weerklinken van Mijn Woord tot gevolg. Het zich van Mij afkeren moet echter steeds gelijk staan met het ophouden van de uiting van Mijn Liefde, van Mijn Woord.
Maar het wezen zal eeuwig blijven bestaan. Het zal echter steeds alleen maar gelukzalig zijn wanneer het Mijn Woord kan vernemen. Of ook wel: Het Woord ben Ik Zelf en alleen Mijn tegenwoordigheid bereidt het wezen gelukzaligheid. En Mijn aanwezigheid wordt steeds bewezen doordat het wezen Mij horen kan. En wat Ik het zeg, dat zal het wezen buitengewoon gelukkig maken. Want het schenkt het ’t helderste licht, het herkennen van zijn oorsprong en het onderkennen van Mijn Wezen, Mijn regeren en werkzaam zijn in de hele oneindigheid.
Dit weten maakt het wezen gelukkig, in het bijzonder wanneer het zich lang tevoren in een toestand van onwetendheid bevond. Wanneer het lange tijd van Mij gescheiden was en als geïsoleerd wezen elke band met Mij had prijsgegeven en daarom ook ongelukkig was. Zodra het weer Mijn Woord kan vernemen, zoals het was in het begin, is het ook weer gelukzalig te noemen. Want Mijn Woord te horen bewijst ook Mijn aanwezigheid. En Mijn aanwezigheid bewijst, dat het wezen weer dichter bij de oerstaat komt, zoals het was in het begin. Dat het weer het goddelijk schepsel is geworden, dat in alle volmaaktheid uit Mij was voortgekomen, dat door Mijn overgrote Liefde in het leven werd geroepen om het voor eeuwig gelukzalig te kunnen maken.
De nauwe band met Mij is pas bewezen door het vernemen van Mijn Woord. Want waar het Woord weerklinkt, daar ben Ik Zelf, het “Woord” van eeuwigheid. En al Mijn denken, willen en werkzaam zijn wil Ik op Mijn schepselen overdragen. En dit gebeurt steeds alleen door het Woord, door het contact tussen het wezen en Mij, dat het weerklinken van het Woord mogelijk maakt. En dit Woord is weer de vormgegeven gedachte uit Mij.
Aan al Mijn denken, willen en werken wil Ik Mijn schepselen laten deelnemen. En daarom stroomt Mijn Woord naar hen toe. En de wezens vinden er hun diepe vreugde in, dat ze zich geheel aan Mijn wil mogen overgeven. Dat ze hetzelfde denken en willen in zich hebben en dat ze toch geheel vrije, zelfstandige wezens zijn, die niet bij Mij onder dwang staan en toch niet anders denken en willen, omdat ze weer de graad van volmaaktheid hebben bereikt, die ze hadden in het allereerste begin. Alleen de innigste verbinding met Mij laat ze ook Mijn Woord vernemen, maar dit garandeert het wezen dan ook gelukzaligheid en een eeuwig leven.
Amen
VertalerOpet i iznova želim naglasiti činjenicu da Sam Ja Riječ od vječnosti.... Ja Sam Riječ.... Ipak u početku je Riječ bila sa Bogom.... Kako ćete to razumjeti? Ja Osobno Jesam Sve u svemu [[u smislu, 'Alfa i Omega, Početak i Kraj' = Otkrovenje 1:8, 17]], sve što postoji je emanirana/isijana snaga kojoj Sam dao život.... Stvorio Sam za Sebe bića slične prirode čija je temeljna priroda bila ista kao i Ja Sam: Božanska snaga ljubavi.... I Ja Sam bio u kontaktu sa tim bićima od samog početka kroz 'Riječ'.... Tako je Riječ bila 'u početku'.... kada sam u postojanje doveo bića.... Prije toga ništa nije postojalo što je bilo sposobno čuti Moju Riječ, iako Sam Ja uvijek i zauvijek nosio Riječ u Sebi, jer Ja Sam samo-svjesno misaono Biće Koje Svoju volju sprovodi u djelo i tako je bilo sposobno stvoriti štogod Mu je palo na pamet kao ideja ili misao.... Iako su bića koja su proizašla iz Moje snage bila eksternalizirana [[= postavljena 'izvan' Mene]] od strane Mene kao neovisna, Ja Sam usprkos tome ostao u neprestanom kontaktu sa njima kroz 'Moju Riječ'.... Ja Sam im govorio, oni su Me razumjeli i stoga su bili neizmjerno sretni.... Ja Osobno Sam bio Riječ, jer iako oni nisu bili u stanju ugledati Me Moja im je Riječ usprkos tome dokazala Moje postojanje, znali su kako su proizašli iz Bića Koje ih je stvorilo i Koje ih je strahovito puno voljelo. Ta Moja Riječ je bila stvaran život u njima; ona je bila neprestan (pri)tok snage koja im je darivala najuzvišeniju realizaciju, pošto im je kroz Moju riječ sve postalo razumljivo, oni su dokučili sve međuodnose, znali su kako su proizašli iz elementarne Sile i bili su u neprestanom kontaktu sa tom elementarnom Silom, jer Ona je sa njima komunicirala u beskrajnoj ljubavi kroz Riječ i oni su Ju čuli.... Ja Sam bio Sama Riječ, ali Ona je jedino Sebe očitovala kada Sam ta bića doveo u postojanje.... I stoga je za ta bića postojao početak, dok Sam Ja Osobno oduvijek/vječan.... Međutim, za Moja stvorena bića neće biti kraja.... Oni će nastaviti postojati za cijelu vječnost, i njihovo će se najveće blaženstvo uvijek sastojati u doživljavanju Mene Osobno kroz Riječ, o tome da im se Ja Osobno obratim i budu u stanju ući u blaženi razgovor. Pa ipak veliki dio stvorenih bića je proigrao milost i blaženstvo slušanja Moje Riječi, oni su odbili (pri)tok Moje snage ljubavi i postali su nesposobni čuti Me time što su se udaljili od Mene spriječavajući svu komunikaciju kroz Riječ, oni su sebe zatvorili i postali su beživotna bića pošto više nisu imali nikakvog kontakta sa Mnom.... Oni su također sebe lišili sve sreće koju im je jedino Moja formulirana iluminacija ljubavi.... Moja Riječ.... pružala.
Iskrena veza sa Mnom je također neopozivo rezultirala u oglašavanju/zvučanju Moje Riječi, udaljavanje od Mene, međutim, mora također uvijek značiti isto kao i muk Mojeg izražaja ljubavi, Moje Riječi.... Usprkos tome, entitet nikad neće prestati postojati, ali će on jedino biti sretan ako je u stanju čuti Moju Riječ, drugim riječima: Ja Osobno Sam Riječ, i jedino Moje Prisustvo daje biću blaženstvo, a Moje će prisustvo sebe uvijek demonstrirati ako Me biće može čuti.... A što kažem biću će ga činiti neopisivo sretnim, jer to mu podaruje najblistaviju iluminaciju, realizaciju o njegovom izvoru i razumijevanje Moje prirode, Moje vladanje i aktivnost kroz cijelu vječnost.... Takvo znanje biću pruža zadovoljstvo, posebice ako je prethodno tome jedno dugo bilo u stanju neznanja, ako je produženo vrijeme bilo razdvojeno od Mene te je odbacilo svaku povezanost sa Mnom kao izolirano biće i stoga je također bilo bijedno. Čim može ponovno čuti Moju Riječ, kako je bilo u početku, ono će se također biti ponovno u stanju nazivati blaženim, jer čuti Moju Riječ je dokaz Mojeg Prisustva, a Moje Prisustvo demonstrira kako se biće ponovno približava izvornom stanju, kakvo je bilo u početku.... da je ponovno postalo Božanska živa tvorevina koja je iz Mene proizašla u svom savršenstvu, koja je bila oživljena Mojom većom-od-najveće ljubavi kako bi ju zauvijek učinila sretnom. Intimna veza sa Mnom je jedino potvrđena kroz slušanje Moje Riječi, jer gdjegod se Riječ može čuti tamo se Ja Osobno nalazim, Koji Jesam 'Riječ' od vječnosti.... I Ja želim prenijeti svo Moje razmišljanje, namjere i aktivnost na Moje žive tvorevine, a to se uvijek jedino događa kroz Riječ, kroz kontakt između bića i Mene, koji čini oglašavanje Moje Riječi mogućim. A ta je Riječ, opet, Moja misao izražena u formi.... Ja želim da Moje žive tvorevine sudjeluju u svem Mojem razmišljanju, namjerama i aktivnosti, prema tome im Moja Riječ pritječe, i blaženstvo bića počiva u činjenici da oni sebe mogu u potpunosti podrediti Mojoj volji, da imaju iste misli i volju u sebi a da su oni usprkos tome potpuno slobodna i neovisna bića, koja nisu podređena Mojoj prisili a ipak ne razmišljaju i žele drugačije, pošto su ponovno dosegli stupanj savršenstva koji je bio njihov u početku.... Jedino najiskrenija veza sa Mnom će im također omogućiti čuti Moju Riječ, a to će također garantirati biću blaženstvo i vječni život.
AMEN
Vertaler