Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Hulpvaardigheid van de belichaamde lichtwezens

U kunt het gerust geloven dat het slecht met de mensen gesteld zou zijn in de laatste tijd vóór het einde, als IK niet steeds weer lichtboden naar de aarde zou zenden, die hen rechtstreeks vanuit MIJ licht en kracht brengen. Die er zo toe bijdragen dat tenminste die mensen nog gered worden, die nog niet geheel aan Mijn tegenstander ten prooi zijn gevallen. Deze lichtboden strijden dus tegen de vorst der duisternis, doordat zij de dwaling onthullen waarin de mensen verkeren, doordat ze hun dus het licht der waarheid brengen en zodoende ook de weg verlichten die naar MIJ voert, terug in hun VADERhuis.

Er moeten in deze tijd sterke positieve krachten aan het werk zijn, want de macht van de tegenstander is groot omdat de mensen zelf hem die macht geven door hun verkeerde houding tegenover MIJ, hun GOD en Schepper van eeuwigheid.

Zij vertoeven in zijn rijk en leven gedurig verder in de duisternis van geest. Mijn rijk is echter het rijk van licht en zaligheid, en vanuit dit rijk bieden zich MIJ wezens vol van licht aan die tot helpen bereid zijn. Die gedreven door hun liefde tot de ongelukkigen, naar de aarde willen komen om hen te helpen opdat zij toch nog vóór het einde de weg terug opgaan.

En omdat alleen de liefde hen aanzet tot dit reddingswerk, neem IK het ook aan en schakel ze daar in waar uitzicht op succes bestaat, waar zij dan in liefde werken, zowel aards alsook geestelijk. Zij leven dan als mens temidden van mensen en moeten zich dus ook aan de mensen aanpassen, ofschoon hun zielen reeds voltooid zijn. Ze onderscheiden zich daarom niet abnormaal van anderen, maar leven op dezelfde manier vaak in armelijke omstandigheden. Toch behoeven zij nooit armoede te lijden omdat zij op aarde werken als Mijn knechten, en IK als een goede Huisvader elke wereldlijke zorg van hen op ME neem.

Toch treden zij niet opvallend op de voorgrond in hun omgeving, maar voor ieder gelovig mens zijn ze te herkennen aan hun buitengewone missie. Zij dienen MIJ als dragers van het licht, als dragers van de waarheid, die zij direct van MIJ ontvangen en verder aan hun medemensen doorgeven.

Want alleen de zuivere waarheid kan de mensen die nog in geestelijke duisternis leven en in het allergrootste gevaar zijn verloren te gaan, nog redding brengen. Want u mensen kunt niet begrijpen aan welk gevaar de mensheid in deze laatste tijd vóór het einde is blootgesteld. En dat is ook de reden waarom IK lichtboden naar de aarde zend die als mens nu nog doen wat hun mogelijk is, die in Mijn plaats arbeiden op de aarde opdat de mensen geen dwang tot geloven wordt opgelegd.

Deze lichtdragers zullen zelf wel vermoeden vanwaar zij komen, zodra zij als mens openbaringen van MIJ ontvangen om hun missie te kunnen uitvoeren. Want zij zullen spoedig het lage geestelijke peil van de medemensen beseffen en de hopeloosheid van hen om ooit tot het licht van de waarheid te bereiken, als hun niet op buitengewone wijze hulp wordt gebracht. En omdat zijzelf door MIJ vertrouwd worden gemaakt met de kennis over de gehele samenhang doordat IK hen Mijn Woord doe toekomen, zo weten zij ook dat zijzelf uit een andere sfeer komen om een missie te vervullen.

Toch houd IK het voor hen verborgen vanwaar zij komen tot zij een bepaalde graad van rijpheid hebben verkregen, die echter ook pas kort vóór het einde van hun lichamelijk leven bereikt wordt. Want het is onbelangrijk voor de missie van de mens welke geest in hem belichaamd werd, omdat al de lichtwezens die tot redding van de mensen zich voor deze gang over de aarde aanbieden, liefdegeesten zijn die MIJ na aan het Hart liggen, en Mijn Liefde tot al Mijn schepselen zo eindeloos diep is dat IK van Mijn kant uit geen indeling in groepen voor ogen heb, zoals een beperkt denken altijd zou doen.

Bij u, mensen is echter deze wens te bemerken over uw vorig leven iets te weten te komen, en dan kan uw liefde tot MIJ soms aanleiding zijn u kleine aanwijzingen te geven, aangenomen dat u ze op de juiste wijze uitlegt. Want in Mijn rijk zijn eindeloos veel wezens, die in dezelfde graad van liefde staan, die, ofschoon elk wezen ikbewust is, weer aan de gesteldheid van een grote Oergeest beantwoorden, juist door hun overgrote liefde.

En dezen omvat IK ook weer met Mijn Liefde en ben bij hen ook op aarde aanwezig om hen bij te staan in hun missie, want die is dringend nodig omdat de mensen op zo'n laag geestelijk niveau zijn aangeland dat alleen de zuivere waarheid hen weer omhoog kan voeren, die u, Mijn boden, rechtstreeks van MIJ aannemen en door moet geven, opdat de dwaling wordt ingezien op aarde, opdat IKZelf herkend wordt door de mensen in Mijn gehele WEZEN.

Juist dit inzicht probeert Mijn tegenstander steeds tegen te gaan om de mensen te verhinderen de weg tot MIJ te zoeken en te vinden.

Want wie MIJ herkent in Mijn eindeloze Liefde, onovertroffen Wijsheid en overgrote Macht, die zal er ook naar streven naar MIJ te gaan en hij zal ook gered zijn van een herhaalde val in de diepte.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Hilfsbereitschaft der verkörperten Lichtwesen....

Glaubet es, daß es sehr schlecht bestellt wäre um die Menschen in der letzten Zeit vor dem Ende, würde Ich nicht immer wieder Lichtboten zur Erde senden, die ihnen unmittelbar von Mir aus Licht und Kraft bringen und so dazu beitragen, daß wenigstens die Menschen gerettet werden, die Meinem Gegner noch nicht ganz verfallen sind. Diese Lichtboten also kämpfen gegen den Fürsten der Finsternis, indem sie den Irrtum aufdecken, in dem sich die Menschen bewegen, indem sie also das Licht der Wahrheit ihnen bringen und somit auch den Weg erleuchten, der zu Mir führt, zurück in ihr Vaterhaus. Es müssen starke Gegenkräfte in dieser Zeit am Werk sein, denn die Macht des Gegners ist groß, weil die Menschen selbst ihm diese Macht einräumen durch ihre falsche Einstellung zu Mir, ihrem Gott und Schöpfer von Ewigkeit. Sie bewegen sich in seinem Reich und gehen ständig in der Dunkelheit des Geistes dahin. Mein Reich aber ist das Reich des Lichtes und der Seligkeit, und aus diesem Reich erbieten sich Mir lichtvolle Wesen, die hilfsbereit sind und, von der Liebe zu dem Unglückseligen getrieben, zur Erde herabsteigen wollen, um ihnen zu helfen, daß sie doch noch vor dem Ende den Rückweg beschreiten. Und da nur Liebe sie treibt zu diesem Rettungswerk, nehme Ich es auch an und setze sie dort ein, wo eine Aussicht auf Erfolg besteht, wo sie nun in Liebe wirken, sowohl irdisch als auch geistig. Denn sie leben nun als Mensch mitten unter Menschen und müssen sich also auch.... wenngleich ihre Seelen schon ausgereift sind.... den Menschen angleichen. Sie treten darum nicht außergewöhnlich hervor, sondern leben in gleicher Weise, oft in ärmlichen Verhältnissen. Doch sie werden niemals Not zu leiden brauchen, weil sie als Meine Knechte auf Erden wirken und Ich immer als ein guter Hausvater auch jede irdische Sorge für sie übernehme. Dennoch treten sie nicht auffällig aus ihrer Umwelt heraus, doch von jedem gläubigen Menschen sind sie zu erkennen an ihrer ungewöhnlichen Mission. Denn sie dienen Mir als Träger des Lichtes, als Träger der Wahrheit, die sie direkt von Mir in Empfang nehmen und ihren Mitmenschen weiterleiten können. Nur die reine Wahrheit kann den Menschen noch Rettung bringen, die völlig im Irrtum, in der Dunkelheit des Geistes, leben und daher in größter Gefahr sind verlorenzugehen. Denn ihr Menschen könnet es nicht ermessen, wie gefährdet darum die Menschheit in dieser letzten Zeit vor dem Ende ist. Und das veranlaßt Mich, Lichtboten zur Erde zu senden, die als Mensch nun ihr möglichstes tun, die an Meiner Statt wirken auf Erden, auf daß die Menschen keinem Glaubenszwang unterliegen. Diese Lichtträger selbst werden es wohl ahnen, woher sie kommen, sowie sie selbst als Mensch Offenbarungen von Mir empfangen, um ihre Mission ausführen zu können.... Denn sie werden bald den geistigen Tiefstand der Mitmenschen erkennen und die Hoffnungslosigkeit derer, je zum Licht der Wahrheit zu gelangen, wenn ihnen nicht ungewöhnliche Hilfe gebracht wird.... Und da sie selbst in das Wissen um alle Zusammenhänge eingeführt werden von Mir durch die Zuleitung des Wortes, so wissen sie auch, daß sie selbst aus einer anderen Sphäre kommen zum Zwecke einer Mission. Und doch bleibt es ihnen von Mir aus verborgen, woher sie kommen, bis sie einen bestimmten Reifegrad als Mensch erreicht haben, der aber auch erst kurz vor Beendigung des Leibeslebens erreicht wird, denn es ist auch belanglos für die Mission des Menschen, welcher Geist sich in ihm verkörpert hat, da alle Lichtwesen, die zur Errettung der Menschen sich zu diesem Erdengang erbieten, Liebegeister sind, die Meinem Herzen nahestehen, und Meine Liebe zu allen Meinen Geschöpfen so endlos tief ist, daß Ich von Meiner Seite aus keine Einstufung vornehme, wie es immer ein begrenztes Denken tut.... Bei euch Menschen aber ist dieser Wunsch anzutreffen, über euer Vorleben zu erfahren, und dann veranlaßt Mich eure Liebe zuweilen dazu, euch kleine Hinweise zu geben, vorausgesetzt, daß ihr diese Hinweise richtig deutet.... Denn in Meinem Reiche sind endlos viele Wesen, die im gleichen Liebegrad stehen.... die, wenngleich ein jedes Wesen ichbewußt ist.... wieder der Beschaffenheit eines großen Urgeistes entsprechen eben durch ihre übergroße Liebe.... Und diese umfasse auch Ich wieder mit Meiner Liebe und bin ihnen auch auf Erden gegenwärtig, um ihnen beizustehen in ihrer geistigen Mission, weil eine solche dringend nötig ist, weil die Menschheit in einem geistigen Tiefstand angelangt ist, wo nur noch die reine Wahrheit wieder zur Höhe führen kann, die ihr, Meine Boten, von Mir direkt entgegennehmen und weiterleiten sollet, auf daß der Irrtum erkannt werde.... auf daß es Licht werde auf Erden, auf daß Ich Selbst erkannt werde von den Menschen in Meinem ganzen Wesen.... Denn Mein Gegner sucht gerade diese Erkenntnis zu unterbinden, um die Menschen zu verhindern, den Weg zu Mir zu suchen und zu finden.... Denn wer Mich erkennet in Meiner endlosen Liebe, unübertrefflichen Weisheit und übergroßen Macht, der wird Mir auch zustreben, und er wird gerettet sein vor dem nochmaligen Absturz in die Tiefe....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde