• Terug

Strijd van de vorst der duisternis tegen licht

Dat er steeds weer aan de muur van het geloof wordt gewrikt, mag u, mijn dienaren op aarde niet verwonderen. Want mijn tegenstander zal steeds woedender tegen de waarheid strijden en het licht trachten te doven, waardoor zijn ware aard wordt ontmaskerd. U zult niet mogen vergeten dat hij het weet hoe kort zijn tijd nog is vastgesteld. En daarom is zijn werkzaam zijn zeer angstaanjagend. Daarom zal hij trachten overal tussenbeide te komen en zich camoufleren met het gewaad van een lichtengel. Hij zal als het ware optreden als door Mij uitgekozen dienaar, om de mensen die aan zijn roeping geloven op een dwaalspoor te brengen. U hebt geen flauw idee waar u hem overal zult kunnen vinden. Want hij sluipt binnen waar een bestaande dwaling hem maar de mogelijkheid biedt. Waar dwaling is, is ook zijn gebied. En daar kan hij over de mensen heersen en ze steeds dieper in de dwaling voeren.

U mensen zult u daar tegen kunnen beschermen wanneer u zich maar innig aan Mij overgeeft, wanneer u zich aan Mij toevertrouwt en om bescherming tegen hem vraagt. Maar vaak beseft u zelf het gevaar niet. U waant u hoog boven de dwaling verheven en bent toch geestelijk verblind, want juist deze zelfoverschatting is al geestelijke verwaandheid die de tegenstander de beste mogelijkheid biedt om binnen te sluipen. Steeds weer roep Ik u allen toe: Wees levend in uw geloof, vervlak niet en laat de "godsdienst" geen gewoonte worden die elk leven verstikt. Want dat is het grote gevaar bij hen die zich geroepen wanen, leiders van hun medemensen te zijn, dat ze zelf voldoen aan alle formaliteiten en innerlijk ver af zijn van de echte levende band met Mij die hun pas het recht geeft zich tot mijn schapen te rekenen, die dan ook mijn stem horen en ze herkennen als de stem van de Vader. Weet dat Ik van ieder mens afzonderlijk een levend geloof verlang, dat Ik geen genoegen neem met een dood geloof, maar dat de innerlijke, levende verbinding met Mij in de stille binnenkamer tot stand moet worden gebracht, dat daar geen openlijke manifestaties voor nodig zijn. Want deze zullen weer alleen de aandacht verminderen, maar niet vergroten, zoals u het ten onrechte aanneemt.

"Waar twee of drie in mijn naam samen zijn, daar ben Ik in hun midden." Denk aan deze belofte en sluit u volledig af van de wereld. En alleen wanneer u hun het evangelie van de liefde verkondigt, verzamel dan uw gemeente om u heen, maar laat welke uiterlijke handelingen en gebruiken dan ook achterwege en streef er alleen maar naar, een innige verhouding met Mij, de verhouding van een kind met de Vader, tot stand te brengen. En waarlijk, dan zal Ik zelf bij u zijn en uw gedachten juist richten. En u zult ook de waarheid als waarheid en de dwaling als dwaling herkennen. Schep geen behagen in toestanden van extase. Wees nuchter en steeds alleen in innige liefde op Mij gericht. En waarlijk, u zult dan ook tot zegen zijn van al diegenen aan wie u mijn evangelie brengt.

Maar hoed u ervoor, mijn tegenstander ter wille te zijn wanneer hij van u verlangt bewijzen van liefde achterwege te laten. Dan zult u steeds als herkomst hiervan hem herkennen die de vijand van al het leven is en die wil verhinderen dat u naar Mij zult terugkeren. Want alleen door de liefde zult u zich weer met Mij kunnen verenigen. Dus moet alles waartoe de liefde u aanzet, overeenstemmen met mijn wil en door Mij gezegend zijn. Wordt u mensen dus een beperking opgelegd in het werkzaam zijn in liefde, wordt u gehinderd bij het bidden voor de overledenen of voor uw medemensen, dan weet u van wie deze voorschriften of leerstellingen afkomstig zijn en dan weet u ook dat hij u nog beheerst wanneer u gevolg geeft aan zijn verlangen. Het moet u toch duidelijk en helder zijn dat u van Mij uit nooit een beperking wordt opgelegd om in liefde werkzaam te zijn en dat elke liefdevolle gedachte ten gunste van iemand Mij welgevallig zal zijn en zich laat voelen als kracht die het wezen ontvangt voor wie het liefdevolle verzoek is bestemd.

Wanneer u mensen dus aan dit voornaamste gebod van de liefde voorbijgaat, dan zult u toch duidelijk moeten inzien wie daar achter zit, wie u zulke dwaalleren voorschotelt. En u zult zich tegen hem en zijn invloed moeten verweren, doordat u zich des te inniger bij Mij aansluit Die u waarlijk ook tegen hem zal beschermen. Maar weet dat u mensen zelf hem zijn werkzaam zijn toestaat, omdat u zich al te zeer met hem heeft verbonden. U staat hem teveel rechten bij u toe en hij benut ze goed, zodat u zich nu moeilijk van hem zult kunnen losmaken. Maar tegenover de liefde is hij machteloos. Leef zelf een leven in liefde. Toon uw onbaatzuchtige liefde voor de naaste. Draag steeds zorg voor alle noodlijdenden op aarde en in het hiernamaals door liefdevolle voorspraak, en de tegenstander zal u niet meer kunnen benaderen. Want tegenover de liefde is hij machteloos. Maar vrees hem niet, daar Ik ook zijn Heer ben. Maar geef u innig aan Mij over en in de band met Mij vindt ook het totale losmaken plaats van hem die mijn en uw tegenstander is.

Amen

Kampf des Fürsten der Finsternis gegen Licht....

Daß immer wieder an der Mauer des Glaubens gerüttelt wird, darf euch, Meine Diener auf Erden, nicht verwundern, denn Mein Gegner wird immer wütender ankämpfen gegen die Wahrheit und das Licht zu verlöschen suchen, durch das sein wahres Wesen enthüllt wird. Ihr dürfet nicht vergessen, daß er es weiß, wie kurz seine Zeit noch bemessen ist, und darum ist sein Wirken ganz besonders erschreckend, darum wird er sich überall einzuschalten suchen und sich tarnen mit dem Gewande eines Lichtengels, er wird gleichsam auftreten als von Mir erwählter Diener, um die Menschen in die Irre zu führen, die an seine Berufung glauben. Ihr ahnet es nicht, wo ihr ihn überall finden könnet, denn er schleicht sich ein, wo nur ein bestehender Irrtum ihm die Möglichkeit gibt.... Wo Irrtum ist, ist auch sein Bereich, und dort kann er die Menschen beherrschen und sie stets tiefer in den Irrtum führen. Ihr Menschen könnet euch dagegen schützen, wenn ihr euch nur Mir innig hingebet, wenn ihr euch Mir anvertraut und um Schutz vor ihm bittet. Doch oft erkennet ihr selbst nicht die Gefahr, ihr wähnet euch hoch über dem Irrtum stehend und seid doch geistig geblendet, denn gerade diese Selbstüberschätzung ist schon geistige Überheblichkeit, die dem Gegner die beste Einschlupfmöglichkeit bietet.... Immer wieder rufe Ich euch allen zu: Seid lebendig in eurem Glauben.... verflachet nicht, und lasset nicht den "Gottesdienst" zu einer Angewohnheit werden, die jedes Leben erstickt, denn das ist die große Gefahr derer, die sich berufen glauben, Führer ihrer Mitmenschen zu sein, daß sie selbst allen Formen genügen und innerlich weitab sind von der rechten, lebendigen Bindung mit Mir, die ihnen erst die Berechtigung gibt, sich zu Meinen Schafen zu zählen, die dann auch Meine Stimme hören und sie erkennen als Stimme des Vaters. Wisset es, daß Ich von jedem einzelnen Menschen einen lebendigen Glauben verlange, daß Ich Mir nicht an einem toten Glauben genügen lasse.... daß aber die innere lebendige Verbindung mit Mir im stillen Kämmerlein hergestellt werden muß, daß dazu keine öffentlichen Veranstaltungen nötig sind, denn diese werden wieder nur die Andacht verringern, nicht aber erhöhen, wie ihr es fälschlich annehmet. "Wo zwei oder drei in Meinem Namen versammelt sind, dort bin Ich mitten unter ihnen...." Gedenket dieser Verheißung und schließet euch völlig ab von der Welt, und nur, wenn ihr ihnen das Evangelium der Liebe verkündet, dann versammelt eure Gemeinde um euch, unterlasset aber jegliche äußeren Handlungen und Gebräuche, und trachtet nur danach, ein inniges Verhältnis zu Mir.... das Verhältnis eines Kindes zum Vater.... herzustellen, und wahrlich, dann werde Ich Selbst bei euch sein und eure Gedanken recht lenken, und ihr werdet auch die Wahrheit als Wahrheit, den Irrtum aber als Irrtum erkennen. Gefallet euch nicht in Ekstase-Zuständen, seid nüchtern und immer nur Mir in inniger Liebe zugewandt, und wahrlich, ihr werdet dann auch zum Segen aller derer wirken, denen ihr Mein Evangelium bringet. Doch hütet euch, Meinem Gegner zu Willen zu sein, wenn er von euch verlangt, Liebebeweise zu unterlassen.... Dann werdet ihr immer als Ausgang den erkennen, der der Feind allen Lebens ist und der es verhindern will, daß ihr zu Mir zurückfindet, denn ihr könnet nur durch die Liebe wieder euch mit Mir vereinen.... Also muß alles, wozu euch die Liebe antreibt, Meinem Willen entsprechen und von Mir gesegnet sein.... Wird euch Menschen also eine Beschränkung auferlegt im Liebewirken, werdet ihr gehindert am Gebet für die Verstorbenen oder für eure Mitmenschen, so wisset ihr, von wem aus diese Vorschriften oder Lehren ausgehen, und dann wisset ihr auch, daß er euch noch beherrscht, wenn ihr seinem Verlangen Folge leistet.... Es muß euch doch offensichtlich und klar sein, daß niemals von Mir aus euch eine Beschränkung im Liebewirken auferlegt wird, und jeglicher liebende, fürbittende Gedanke wird Mir wohlgefällig sein und sich als Kraft auswirken, die das Wesen empfängt, dem die liebende Bitte gilt.... Sollet ihr Menschen dieses wichtigste Liebegebot also umgehen, so müsset ihr doch klar erkennen, wer dahinter steht, wer euch solche Irrlehren vorsetzt, und ihr müsset euch gegen ihn und seinen Einfluß wehren, indem ihr euch desto inniger an Mich anschließet, Der Ich euch wahrlich auch schützen werde vor ihm. Doch wisset, daß ihr Menschen selbst ihm sein Wirken gestattet, weil ihr euch schon zu sehr mit ihm liiert habt. Ihr gestattet ihm zu viele Rechte an euch, und er nützet sie gut aus, so daß ihr euch nun schwer von ihm lösen könnet.... Machtlos aber ist er gegen die Liebe.... Lebet selbst ein Leben in Liebe, beweiset eure uneigennützige Liebe zum Nächsten, traget alle Not-Leidenden auf Erden und im Jenseits stets in liebender Fürbitte, und der Gegner wird sich euch nicht mehr nahen können, denn gegen die Liebe ist er machtlos.... Doch fürchtet ihn nicht, da Ich auch sein Herr bin, sondern gebt euch Mir innig hin, und in der Bindung mit Mir findet auch die gänzliche Löse statt von dem, der Mein und euer Gegner ist....

Amen