Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Voorspraak voor zielen in het hiernamaals (2) Antwoord op de mening dat alleen maar "deugdelijke" bidders het recht hebben voor arme zielen te bidden.

Steeds weer onderwijs IK u het evangelie van de liefde, want als u dat aanneemt en het gebod van de liefde tot GOD en uw naasten volbrengt, vervult u uw aardse opdracht. En u moet u daarom steeds afvragen of alles wat u denkt, spreekt en doet, volgens Mijn gebod van de liefde is. Maar steeds is alleen de liefde van belang die diep in het hart opvlamt, want met loze woorden en gebaren kan IK MIJ niet tevreden stellen.

En zo moeten ook alle werken uit liefde onzelfzuchtig gedaan worden, want het uitzicht op loon doet afbreuk aan de liefde - en zulke daden worden dan ook slechts aards beoordeeld. Altijd zal het innerlijkste gevoel om te helpen en te willen verblijden maatgevend zijn. Altijd zal de onzelfzuchtig gevende liefde bedoeld zijn als IK van u een leven in liefde vraag, die alleen brengt u tot voltooiing. Doch deze reine goddelijke onzelfzuchtige liefde verbindt u met MIJ, en wat u in zo'n liefde voor uw naasten verzoekt - dat zal hij ook ontvangen. Hetzij dat zijn aardse nood gelenigd wordt, hetzij dat hem geestelijke gaven worden geschonken. Altijd zal uw liefde die uw naasten betreft dit bewerkstelligen.

Wat zonder liefde geschiedt, gebeden die alleen de mond uitspreekt maar niet uit de diepte van het hart voortkomen - zijn als niet gesproken, want ze bereiken Mijn Oor niet en dus kunnen zulke gebeden niet verhoord worden. Omdat echter het werken in liefde in alle opzichten het doel is van het aardse bestaan, zal IK ook niet ophouden de liefde te prediken. En IK zal ook Mijn arbeiders in Mijn wijngaard steeds opdragen het evangelie van de liefde verder te verspreiden, elk mensenhart aan te spreken en aan te sporen tot het onzelfzuchtig doen van liefdedaden. Maar nooit zal IK een mens verhinderen om in liefde te werken, dat spreekt voor zichzelf. Het gaat alleen daarom dat hij levend is en bij alles door de liefde aangespoord wordt, want IK heb voor geen enkele uiterlijke vorm waardering, omdat die waardeloos is voor de ziel van de mens. IKZelf beoordeel alleen de wil van de mens, en IK alleen weet of bij alles wat hij denkt, spreekt en doet zijn hart betrokken is of niet.

En u mensen moet altijd alleen maar de liefde prediken, u mag echter nooit de mensen beletten daden van liefde te verrichten - waartoe ook het gebed voor de gestorvenen behoort. Want kent u de graad van rijpheid van diegenen die bidden? En maakt u de mensen die u waarschuwt voor zo'n gebed niet onzeker? Geloof het maar dat zij zelf kunnen beoordelen of hun gebeden door MIJ worden aangenomen. Wilt u ook degene weerhouden om te bidden die door bezorgdheid om hun overledenen die zij zouden willen helpen, worden gedreven - daar zij anders niet zouden bidden? U zult twijfel zaaien in hun harten, want een ootmoedig mens is niet overtuigd van zijn rijpheid, die hem alleen het recht zou geven voor deze zielen te bidden. En wie van u kan zeggen al zo vast verankerd in het geloof te staan, dat alleen zijn gebeden van waarde zijn?

Het beoordelen van de waarde van een gebed moet alleen aan MIJ overgelaten blijven, want IK waardeer reeds de wil van iedere ziel om te helpen en waarlijk, IK zal ieder die bidt behoeden voor de macht van Mijn tegenstander. Alleen nietszeggende mondgebeden hebben geen waarde. Zulke bidders bevinden zich nog steeds in de macht van Mijn tegenstander, anders zou hun geloof meer levend zijn en hun gebed uit het hart opstijgen.

Dus waarschuwen tegen gebeden voor overledenen mag u niet, omdat het verkeerd is te denken dat iemand die bidt zich in de macht van Mijn tegenstander begeeft door zijn gebed. Alleen een gebed dat met de mond wordt uitgesproken kan door MIJ niet worden aangenomen. En zulke gebeden ontrukken waarlijk niet de zielen aan Mijn tegenstander. Zulke bidders hebben zijn wraak niet te vrezen omdat zij hem geen zielen afhandig maken.

Laat dit ene u gezegd zijn, dat IK alleen uw denken dat verkeerd geleid werd verbeteren wil, want van Mijn kant uit is zo'n leerstelling niet tot u gekomen omdat deze de waarheid tegenspreekt die IK naar de aarde zend - opdat een licht schijnt in de duisternis die Mijn tegenstander over de aarde uitgespreid heeft. Waar slechts een vonkje van liefde opgloeit daar komt de mens nader tot MIJ, en alleen zo'n liefdevonk zal een mens ertoe brengen voor de zielen in het hiernamaals te bidden. En zo'n mens is ook niet ongelovig, anders zou hij elk verder leven nà de dood loochenen en nooit de zielen een gebed achterna zenden.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Prière pour les âmes dans l'au-delà (II) Réponse à l'Enseignement comme quoi seulement des fidèles « qualifiés » seraient autorisé à prier pour les pauvres âmes

Je vous enseigne toujours de nouveau seulement l'Evangile de l'Amour, parce qu'alors vous résolvez votre tâche terrestre si vous acceptez cet Evangile, lorsque vous observez les Commandements de l'amour pour Dieu et pour le prochain. Et pour cela vous devez toujours vous demander si tout ce que vous pensez, dites et faites correspond à Mes Commandements de l'Amour. De toute façon il est toujours demandé que l'amour s'enflamme dans le plus profond du cœur, parce que Je ne peux pas Me satisfaire de simples mots et gestes. Et ainsi toutes les œuvres d'amour doivent être faites généreusement, parce que l'attente de récompense affaiblit l'amour et de telles œuvres ensuite sont évaluées purement seulement selon le monde. Le sentiment intime de vouloir aider et rendre heureux sera toujours déterminant, l'amour altruiste, offrant, sera toujours entendu lorsque Je demande de vous une vie d'amour, vu que seulement celle-ci vous porte à la montée en haut. Et cet amour pur, divin, altruiste vous lie avec Moi et ce que vous demandez dans un tel amour pour votre prochain, il le recevra, soit que sa misère terrestre soit adoucie, soit qu'il lui soit offert des biens spirituels. Ce sera toujours votre amour pour le prochain qui fera cela. Ce qui se produit sans amour, les prières que seulement la bouche prononce, mais qui ne montent pas de la profondeur du cœur, sont comme si elles n’avaient jamais été prononcées, parce qu'elles n’atteignent pas Mon Oreille, et donc de telles prières ne peuvent pas être satisfaites. Mais vu que les actions d'amour sont le but de la vie terrestre, Je ne cesserai pas de prêcher l'amour, et Je chargerai toujours seulement Mes ouvriers dans la Vigne de répandre l'Evangile de l'amour, de se tourner vers le cœur de chaque homme et de le stimuler à une activité d'amour désintéressé. Mais Je n'entraverai jamais un homme à agir dans l'amour, cela s'entend tout seul : il s'agit uniquement du fait qu’il soit vivant, et que dans tout il soit poussé par l'amour, parce que Je n'occupe pas de la forme qui est sans valeur pour l'âme de l'homme. Moi-même J'évalue la volonté de l'homme et Moi Seul sais si le cœur est participant ou non dans tout ce que l’homme pense, dit ou fait. Et vous les hommes devez toujours seulement prêcher l'amour, vous ne devez jamais empêcher les hommes d'exécuter des œuvres d'amour et de cela fait partie la prière pour les défunts. Est-ce que vous connaissez le degré de maturité de ceux qui prient ? Et ne rendez-vous pas les hommes incertains en les mettant en garde contre une telle prière ? Croyez-vous qu'eux-mêmes peuvent juger si leurs prières sont accueillies par MOI ? Voulez-vous empêcher de prier ceux qui y sont poussés par la préoccupation pour leurs défunts qu’ils voudraient aider, et qu’autrement ils ne prieraient pas ? Vous épandrez des doutes dans les cœurs de ceux-ci, parce qu'un homme humble n'est pas convaincu de sa maturité, et ne serait-ce que cela devrait l'autoriser à prier pour de telles âmes. Et qui peut prétendre être ancré si profondément sur le sol de la foi, qu'uniquement ses prières soient de valeur ? Le jugement de la valeur d'une prière doit être laissé uniquement à Moi, parce que J'évalue déjà la volonté d'aider de chaque âme et en vérité, Je protégerai chaque fidèle de la puissance de Mon adversaire. Seulement les prières vides des lèvres n'ont pas quelque valeur, de tels fidèles se trouvent toujours sous le pouvoir de Mon adversaire, autrement leur foi serait plus vivante et leur prière viendraient du cœur. Donc vous ne devez pas mettre en garde contre les prières pour les défunts parce qu'il est faux qu'un fidèle se mette dans le pouvoir de Mon adversaire au moyen de la prière. Une prière ne peut pas être accueillie par Moi lorsqu’elle est prononcée seulement par la bouche. Et de telles prières n'arrachent pas vraiment les âmes à Mon adversaire. Ces fidèles ne doivent pas craindre sa vengeance, parce qu'ils ne lui arrachent aucune âme. Laissez-Moi vous dire cette chose, que Je veux seulement corriger votre pensée qui a été orientée erronément, parce que de Ma part il ne vous a pas été donné un tel bien d'enseignement, parce qu’il contredit la Vérité que Je guide à la Terre, pour qu'il y brille une Lumière dans la ténèbre que Mon adversaire a répandu sur les hommes. Là où brûle seulement une étincelle d'amour, l'homme s'approche de Moi, et seulement une telle étincelle d'amour poussera un homme à prier pour les âmes dans l'au-delà. Et un tel homme est aussi croyant, autrement il nierait toute continuation de la vie après la mort et il n’enverrait jamais une prière aux âmes.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet