Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De liefde tot God wordt bewezen door de liefde tot de naaste

Steeds weer zeg Ik u hetzelfde: Bekommer u om uw naaste in zijn nood. Help hem, ongeacht of hij zich in geestelijke of in lichamelijke nood bevindt. Betoon hem onbaatzuchtige naastenliefde en u vervult uw aardse doel. Want u bewijst Mij pas uw liefde als u uw liefde aan de naaste geeft die uw broeder is. Ik ben de Vader van u allen. Ik verlang naar uw liefde die naar al mijn uit Mij voortgekomen schepselen moet uitgaan. En uw naaste bevindt zich heel vaak in nood en overwegend zullen het geestelijke noden zijn in welke u hem moet helpen. Want aardse noden gaan voorbij, maar de geestelijke nood blijft bestaan en zal steeds weer hulp vergen, ongeacht of het op aarde is of in het rijk hierna.

De geestelijke nood bestaat voornamelijk in liefdeloosheid en daardoor in een gebrekkige gesteldheid van de ziel, die in het aardse leven toch rijp moet worden door de liefde. Als u nu uw naaste liefde geeft, kan dat wederliefde opwekken en de medemens ertoe brengen zijn wezen te veranderen, zodat hij het u wil nadoen wanneer u hem als voorbeeld het ware leven in liefde voorleeft. Deze hulp is het voornaamste, dat u liefde schenkt - echter ook uw naaste het evangelie voorhoudt, dat wil zeggen: hem ook zijn Schepper en Bewaarder als een God van liefde voorstelt, die de Vader van alle mensen is en ook als Vader aangeroepen wil worden.

U moet uw medemens voortdurend geestelijke kennis proberen te verschaffen en u zult hem helpen zich te voltooien als alles wat u hem aanbiedt in liefde geschiedt. Maar ook in aardse nood moet u zich om uw medemens bekommeren en daardoor zult u eveneens wederliefde opwekken. Want de liefde is zelf kracht en zal nooit zonder uitwerking blijven, tenzij uw naaste nog geheel onder de invloed van mijn tegenstander staat. Dan zal hij u afwijzen en ook geen uitwerking van de liefde ondervinden. En uzelf zult steeds alleen door liefdadigheid uw ziel meer tot rijpheid brengen. Daarom moet elke gelegenheid benut worden waar u in liefde werkzaam kunt zijn. En aan elke nood waarin uw medemens zich bevindt moet aandacht worden geschonken. U mag niet onverschillig aan hem voorbij gaan en hem in benarde omstandigheden alleen laten, want dan bent u zelf liefdeloos. U vervult dan niet uw aardse levensdoel dat alleen daarin bestaat dat u weer uw oerwezen aanneemt, dat u tot de liefde wordt die u was in het allereerste begin.

Altijd zal het gebod van de liefde het eerste en voornaamste zijn en steeds moet het evangelie aan de mensen verkondigd worden, dat onderwijst in de liefde tot God en de naaste. U zult echter Mijzelf nooit liefde kunnen schenken als u geen oog hebt voor uw naaste, al bent u nog zo vervuld van hevige emoties. De ware liefde tot Mij kan alleen tot uitdrukking komen door voor uw naaste in liefde werkzaam te zijn en hierdoor bewijst u ook uw liefde voor Mij. Wie echter in de liefde tot de naaste lauw en onverschillig is, die zal ook nooit ware liefde voor Mij voelen. Want hoe kan een mens Mij liefhebben Die hij niet ziet, als hij niet om zijn broeders denkt die hij wel ziet?

In de eindtijd is de liefde onder de mensen bekoeld en daarom zijn zij ook ver van Mij verwijderd. Want Ik, als de eeuwige Liefde, kan Me alleen door de liefde met een mens verbinden. En daarom is ook de geestelijke nood zo groot, want liefdeloos zijn betekent ook ongelovig, onwetend en krachteloos te zijn. Het betekent verder, zich nog in de macht te bevinden van hem die zonder enige liefde is en ook de mensen steeds wil verhinderen in liefde werkzaam te zijn, die uw verderf wil doordat hij u ver houdt van Mij. En hem moet u weerstaan. U moet trachten tot Mij te komen en u zult dat alleen bereiken door werkzaam te zijn in liefde. En daarom zeg Ik: "Wat u voor de geringste van mijn broeders doet, dat hebt u voor Mij gedaan". Ik zelf waardeer uw liefde tot de naaste als liefde tot Mij.

Hoe zou u anders uw liefde tot Mij kunnen bewijzen? Als u gelooft dat Ik als Vader al mijn kinderen liefde schenk, dan moet u Mij ook als kinderen mijn liefde beantwoorden en dan weet u ook dat u mensen allen door Mij als kinderen wordt beschouwd, dat u allen hetzelfde bent - van Mij uitgegane schepselen - en u moet elkaar liefhebben en op Mij aansturen. U moet echter ook zorg dragen voor elkaar. U moet verhoeden dat de ander schade lijdt, u moet hem helpen in moeilijkheden van allerlei aard, u moet hem bijstaan en gewoon een goede verstandhouding van broeder tot broeder tot stand brengen en dan gezamenlijk toe streven naar uw Vader van eeuwigheid. Dan pas hebt u de liefde voor elkaar die Ik van u mensen verlang, omdat u in uw oersubstantie hetzelfde bent, omdat u uit de goddelijke liefdekracht bent voortgekomen.

En zodra eenmaal de verhouding onder u mensen een andere is geworden, zodra bij al uw denken en handelen de liefde bepalend is, zal uw volmaaktheid ook toenemen. U zult weer worden wat u eens geweest bent: met liefde doorstraalde schepselen die steeds alleen werken voor elkanders gelukzaligheid. Want waar liefde is moet ook een ontvangststation voor deze uitgestraalde liefde zijn, ongeacht of Ik zelf als Oerbron, of u als zenders van mijn liefdekracht de liefde verder straalt. Steeds moet er een vat zijn waarin u uw liefde kunt laten schijnen. En zo zal op aarde de medemens dit vat zijn, de naaste, aan wie u de liefde geeft die uzelf van Mij ontvangt. Want u kunt niets geven wat u niet tevoren van Mij ontvangen zou hebben. Ik voed de liefdesvonk in u doordat mijn liefde steeds meer bij u naar binnen straalt en u tot werken van liefde aanzet. En dit werkzaam zijn zal weer geschieden ten gunste van uw naaste, want u wordt aangespoord onafgebroken in liefde werkzaam te zijn - zodra mijn liefde eenmaal bij u naar binnen kan stralen.

En uw liefdadigheid tegenover uw naaste bewijst Mij dat u mijn liefde in u laat binnenstralen, dat u uw harten opent en Mij en mijn liefde toegang verleent. Ze bewijst Mij dat u Mij weer in liefde bent toegedaan, anders hield u uw harten voor Mij gesloten en zou Ik niet in u kunnen werken. En altijd zult u tot voltooiing komen als u uw eigen leven niet slechts eenzijdig leidt maar steeds aan uw medemens denkt, als u zich om zijn lichamelijk en geestelijk lot bekommert, als u probeert hem op de weg naar Mij te leiden en u hem ook bijstaat in aardse nood als hij naar u toekomt en u om hulp vraagt. U leeft tesamen met het doel wederzijds te rijpen en steeds zal u gelegenheid gegeven worden waar u in dienende liefde werkzaam kunt zijn. U moet alleen van goede wil zijn en u laten leiden, steeds toegewijd aan Mij, uw God en Schepper die door u als Vader wordt erkend en die u de liefde van een kind toedraagt. Dan zult u elkaar liefhebben als broeders en goed zijn voor elkaar. Dan wordt uw ziel op aarde rijp en ze zal het doel bereiken. Ze zal zich door de liefde verenigen met Mij, de eeuwige Liefde, en nu voor eeuwig zalig zijn.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

O amor de Deus é demonstrado através do amor ao próximo....

Uma e outra vez digo a mesma coisa: Cuide do seu vizinho na sua necessidade.... Ajude-o, independentemente de se encontrar em adversidade espiritual ou física; pratique o amor altruísta pelo próximo e cumprirá o seu propósito de existência. Pois só provas o teu amor por Mim virando o teu amor para o teu próximo que é teu irmão. Eu sou o Pai de todos vós, desejo o vosso amor, que se aplicará a todas as Minhas criações que surgiram de Mim. E o seu vizinho está muito frequentemente em perigo, e será predominantemente a dificuldade espiritual em que os deve ajudar, pois a dificuldade terrena passará, mas a dificuldade espiritual permanecerá e necessitará sempre de ajuda, independentemente de estar na terra ou no reino do além. As dificuldades espirituais consistem principalmente na indelicadeza e na natureza defeituosa resultante da alma, que no entanto deve amadurecer na vida terrena através do amor.... Se der amor ao seu próximo isto pode despertar o amor em troca e fazer com que o seu semelhante mude a sua natureza se ele quiser fazer o mesmo, se der um exemplo da vida certa de amor por ele.... Esta ajuda é a maior, que você dá amor.... mas também pregar o Evangelho ao próximo, ou seja, apresentar-lhe também o seu Criador e Sustentador como um Deus de amor, que é o Pai de todo o povo e que também quer ser chamado como Pai.... Só deverá tentar transmitir conhecimentos espirituais aos seus semelhantes, e ajudá-los-á a amadurecerem se tudo o que lhes oferecer for feito com amor. No entanto, também deves cuidar do teu próximo na adversidade terrena, e assim também despertarás o amor recíproco, pois o amor é força em si mesmo e nunca ficará sem efeito, a menos que o teu próximo ainda pertença completamente ao Meu adversário, então ele rejeitar-te-á e também não experimentará qualquer efeito de amor. E vós próprios só amadurecereis na vossa alma através da actividade amorosa.... por isso todas as oportunidades devem ser usadas onde possais trabalhar com amor.... E cada dificuldade em que o vosso semelhante se encontra deve ser respeitada, não o deixeis passar indiferente e deixai-o em dificuldades, pois então sereis desamorados e deixareis de cumprir o vosso propósito de vida terrena, que consiste unicamente em aceitardes de novo a vossa natureza original, de vos tornardes o amor que éreis no princípio. O mandamento do amor será sempre a primeira e mais importante coisa, e o Evangelho terá sempre de ser proclamado às pessoas que ensina o amor a Deus e ao próximo.... Mas nunca demonstrará amor por Mim se ignorar o seu próximo, por mais intensas que sejam as suas emoções.... O verdadeiro amor por Mim só pode ser expresso através de uma actividade amorosa para com o seu próximo. E através disto também prova o seu amor por Mim. Mas quem é morno e indiferente no seu amor pelo próximo nunca sentirá verdadeiro amor por Mim, pois como pode uma pessoa amar-Me a quem não vê se não respeita o seu irmão que vê....? Nos últimos dias, o amor tornou-se frio entre as pessoas e por isso também estão longe de Mim, que, como o Amor Eterno, só se pode unir a uma pessoa através do amor.... E é por isso que as dificuldades espirituais são tão grandes, pois ser sem amor também significa ser infiel, ignorante e impotente.... Além disso, significa ainda estar sob o controlo daquele que é desprovido de todo o amor e que também impedirá sempre que as pessoas trabalhem no amor.... mas que também quer a sua ruína, mantendo-o afastado de Mim. E deve resistir a isto, deve tentar chegar a Mim, e só o conseguirá através da actividade amorosa.... E por isso digo: "Tudo o que fizerdes ao menor dos Meus irmãos, a Mim foi-vos feito". Eu próprio avalio o vosso amor pelo próximo como amor por Mim.... (11.8.1963) De que outra forma poderia provar o seu amor por Mim?.... Se acreditam em Mim, que Eu como Pai dou amor a todos os Meus filhos, então também devem devolver o Meu amor a Mim como crianças, e então também saberão que todos vós, humanos, sois considerados por Mim como crianças, que sois todos iguais.... criaturas que saíram de Mim, e devem amar-se uns aos outros e empurrar juntos para Mim.... Mas também têm de se carregar um ao outro, têm de evitar que o outro sofra danos, têm de o ajudar em qualquer tipo de adversidade, têm de se manter unidos a ele e apenas estabelecer uma relação correcta de irmão para irmão e depois lutar juntos em direcção ao vosso Pai da eternidade. Só então terão o amor uns pelos outros que vos exijo, humanos, porque são iguais na vossa substância fundamental, porque emergiram da força divina do amor. E assim que a relação entre vós, humanos, tiver mudado, assim que o amor determinar todos os vossos pensamentos e acções, também aumentareis na perfeição, tornar-vos-eis novamente aquilo que outrora fostes: criaturas permeadas pelo amor que só trabalham para a felicidade um do outro.... Pois onde há amor também deve haver uma estação receptora para este amor irradiado, independentemente de eu próprio como fonte original ou vós como As minhas estações de força do amor continuam a irradiar amor.... Deve haver sempre um recipiente no qual possa deixar o seu amor irradiar.... E assim o semelhante na terra será este recipiente.... o vizinho a quem dás o amor que tu próprio recebes de Mim.... Pois não pode dar nada que não tenha recebido de Mim primeiro.... Eu alimento a centelha do amor em ti, irradiando cada vez mais o Meu amor em ti e impulsionando-te a ser activo no amor, e esta actividade voltará a acontecer com o teu próximo, pois serás impelido a ser constantemente activo no amor, logo que o Meu amor possa uma vez irradiar em ti. E a vossa actividade de amor pelo vosso próximo prova-Me que permitis que o Meu amor irradie para vós, que abrais os vossos corações e Me concedeis a mim e ao Meu amor a entrada.... Isso prova que Me dedicais novamente a Mim no amor, caso contrário manteríeis o vosso coração fechado e eu não seria capaz de trabalhar em vós. E amadurecerá sempre se não levar a sua própria vida unilateralmente mas pensar sempre no seu semelhante, se cuidar do seu destino físico e espiritual, se tentar conduzi-lo no caminho para Mim e também o ajudar na adversidade terrena se ele se aproximar de si e lhe pedir ajuda. Vivem juntos com o objectivo de amadurecimento mútuo. E ser-lhe-á sempre dada a oportunidade de ser activo no serviço do amor.... Só tendes de ser de boa vontade e deixar-vos sempre guiar por Mim, vosso Deus e Criador, a quem reconheceis como Pai e mostrareis a Ele o amor de uma criança.... Então amar-se-ão como irmãos e farão o bem um ao outro.... E então a tua alma amadurecerá na terra e alcançará o seu objectivo: através do amor unir-se-á a Mim, o Amor Eterno, e agora será eternamente feliz...._>Ámen

Vertaler
Vertaald door: DeepL