Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De vergeestelijking van ziel en lichaam Wat is het materiële lichaam?

Elke vraag wil IK u beantwoorden op een manier die voor u begrijpelijk is, zelfs als de diepste samenhangen u nog niet begrijpelijk zijn vanwege uw lage zielerijpheid. Toch zult u over vraagstukken die u bezig houden en die u alleen niet vermag op te lossen niet in 't onzekere gelaten worden.

Het zal net zo licht in u worden als u licht begeert. De samenstelling van de ziel van de mens heeft zich op dezelfde wijze toegedragen als het uiteenvallen van het wezen en heeft plaatsgevonden na haar afval van MIJ, na de verharding van zijn substantie.

De afzonderlijke partikeltjes die door de scheppingswerken zijn heen gegaan met het doel uit te rijpen, worden weer verzameld: gesteenten, het planten- en dierenrijk lieten alle partikeltjes die tot een gevallen wezen behoren weer vrij, en deze sloten zich tenslotte weer aaneen en vormden dan de ziel van de mens. Dus is deze ziel de eens gevallen oergeest die moet terugkeren tot MIJ, van WIE hij is uitgegaan, als hij in het aardse leven zijn laatste wilsproef doorstaat - waarvoor zijn vrije wil noodzakelijk is. Deze ziel belichaamt zich in een omhulsel van vlees, in een stoffelijk lichaam en dit bestaat uit ontelbare geestelijke substanties die nog in het begin van hun positieve ontwikkeling staan. Want alle materie is het geestelijke dat aan het begin van zijn ontwikkeling staat, dat reeds het rijpere geestelijke in zich bergt, dat daarin dienen moet en zo tot ontwikkeling komt. De "materie" dus heeft een zeer lange weg voor zich tot ook zijzelf zich als "ziel" kan belichamen. Toch kan de weg van elke geestelijke substantie van verschillend lange duur zijn. Het geestelijke in de materie kan sneller uitrijpen, ook kan echter de materie zelf sneller tot 'n uiteenvallen komen als haar dienende functie zonder weerstand vervuld wordt, als de tegenstand van het geestelijke dat nog gekluisterd is in de materie vlugger afneemt, en dienstbaar is.

Dit zal steeds dan het geval zijn als het zich in een omgeving bevindt waarin een bewust streven naar MIJ te bemerken is, wat al het geestelijke als een weldaad ondervindt en waarvan de ontwikkelingsweg ook afgekort wordt, omdat het vaak de mogelijkheid krijgt te dienen. (Onder "dienen" is te verstaan dat de partikeltjes hun hoogmoedige weerstand opgeven en zich dienstbaar opstellen tegenover het volgen van de natuurwetten, het verrichten van functies of het voldoen aan het levensdoel.= opm. v.d.uitgever).

U moet dat zo verstaan: waar nog een hang naar de materie is, waar geen geestelijk streven te bemerken is - daar wordt de materie "opgepot". Haar wordt weinig gelegenheid gegeven te dienen, en de gekluisterde toestand in deze materie wordt verlengd, zoals hij echter ook zeer verkort kan worden als de mens geen vermeerdering van aardse goederen nastreeft, en het weinige dat hij bezit steeds gelegenheid geeft te dienen.

Dan draagt de mens zelf door zijn instelling tegenover MIJ en de materie bij tot een sneller uiteenvallen ervan, en het daarin gebonden geestelijke zal heel wat vaker zijn uiterlijke gedaante kunnen verwisselen en sneller tot rijpheid komen en ook in minder tijd dat stadium bereiken waarin alle partikeltjes zich verzameld hebben en waarin nu de belichaming als ziel in de mens kan plaatsvinden. Zo ook is de aards- lichamelijke omhulling van de ziel nog geconsolideerde materie waarvan de substanties tot een eertijds gevallen oergeest behoren, die eveneens ooit zelf als ziel de wilsproef op aarde af moet leggen. Gelukt het nu een mens tijdens zijn leven op de aarde tegelijk met zijn ziel ook zijn vleselijk lichaam te vergeestelijken, wat weliswaar zelden voorkomt maar toch mogelijk is, dan zullen de geestelijke substanties ervan zich bij de ziel aansluiten en een bepaalde geestelijke rijpheids - toestand bereiken, zodat nu ook van de kant van de lichtwezens aan wier zorg de gevallen geesten zijn toevertrouwd, ook op het nog in de uiterlijke vorm gekluisterd wezenlijke zo ingewerkt wordt dat het snel tot uitrijpen komt - omdat een ziel die zo'n vergeestelijking tegelijk met het lichaam tot stand zou brengen overal veel kracht uitstraalt op alle substanties van die ziel - die de ontwikkelingsgang nog moet afleggen.

Die ziel neemt dus haar vergeestelijkt lichaam met zich mee in het geestelijke rijk en zij straalt deze vergeestelijkte substanties dan weer als kracht naar het oerwezen, aan wie ze toebehoren. Dit wezen legt dan zijn ontwikkelingsweg in veel kortere tijd af, omdat het uitgerijpte geestelijke ook een terugval verhindert, wanneer de ziel als mens over de aarde gaat. Want de substanties van het lichaam zijn verlost door de in het lichaam wonende ziel, en kunnen nu nooit meer een terugval ondervinden.

Bovendien zullen ze ook in vorm en kracht op de ziel inwerken en deze tot een verhoogd streven aanzetten, om welke reden de mens er een zeer grote opdracht in moet zien dat zijn lichaam eveneens zal worden vergeestelijkt. Daarom moet de mens alles doen om deze vergeestelijking te bereiken, om niet alleen zijn eigen ziel, maar ook de ziel van wie de substanties hem als stoffelijk omhulsel dient tijdens zijn aardse leven, te helpen.

De aardse materie vergaat wanneer het uur van de dood gekomen is. Maar een vergeestelijkt lichaam sluit zich aan bij de ziel en stroomt dan weer als kracht de oergeest toe aan wie ze toebehoort, zodat deze een merkbare hulp bespeuren zal en nooit meer naar de diepte kan afglijden, omdat de reeds vergeestelijkte substantie dat verhindert. En u kunt door lijden en smarten van het lichaam vele nog onrijpe substanties ervan helpen zich te ontwikkelen. U kunt voor deze geestelijke wezensdeeltjes kleine zoenoffers brengen door in bewuste overgave uw lijden te dragen, die de onrijpe substanties van het lichaam wel veroorzaken, die echter door uw liefde tot al het nog onverloste en uw wil te helpen bijdragen tot vergeestelijking van het lichaam.

U brengt in uw aardse leven niet alleen uw eigen ziel tot rijping, maar u helpt ook een andere oergeest zich sneller te ontwikkelen als u al het nog lage geestelijke in u, dat nog tot Mijn tegenstander behoort, verlost door uw liefde en uw wil te helpen, waar het maar mogelijk is.

Vindt deze verlossing niet plaats, dan gaat ook het lichaam zijn natuurlijke weg: het lost zich op en vergaat en dient weer voor ontelbare kleine en kleinste wezens tot opbouw. Zijn weg is dan heel veel langer, maar eenmaal zullen ook deze substanties alle bijeen komen en vindt ook de laatste belichaming in de vorm plaats op deze aarde.

Bedenk altijd dat de materie het in 't begin van zijn ontwikkeling staande geestelijke is, dat reeds het rijpere geestelijke bevat om dit het dienen mogelijk te maken, waardoor al het geestelijke zich positief ontwikkelt. En de scheiding van lichaam en ziel moet u altijd maken. Dan zult u ook makkelijker begrijpen welke bedoeling en beweegreden het lijden en de smarten van het lichaam hebben en waarom u,mensen de kruisweg van JEZUS altijd weer wordt voorgehouden, DIE moet u navolgen. Want HIJ droeg de zonden voor u, mensen. Zijn Ziel was geheel zonder schuld en toch heeft HIJ onuitsprekelijk geleden!

En wanneer u lijdt, bedenk dan dat u ook voor het geestelijke dat u als uiterlijke vorm dienstbaar is, tot een boetedoening bereid moet zijn, opdat u de volmaaktheid bereikt. Want u kunt de lijdensweg ervan ook belangrijk afkorten. En daarom moet uw liefde u ertoe brengen al wat zondig geworden is te helpen verlossen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Spiritualisation de l'âme et du corps - Ce qu'est le corps matériel ?

Je veux répondre à chaque question d’une manière compréhensible, même lorsque les liaisons les plus profondes ne vous sont pas encore tangibles à cause de votre basse maturité de l'âme. Malgré cela vous ne serez pas laissés dans l’obscurité sur les problèmes qui vous préoccupent et que vous n'êtes pas en mesure de résoudre tous seuls. Il doit vous arriver de la Lumière, lorsque vous la désirez. L'assemblage de l'âme de l'homme s'est produit de la même manière que celle dans laquelle s’est déroulée la dissolution de l'être après sa chute de Moi, c'est-à-dire après son durcissement substantiel. Les particules individuelles qui ont traversées toutes les Œuvres de Création pour mûrir ont été de nouveau rassemblées : Les Règnes minéral-végétal-Animal libèrent de nouveau toutes les particules qui appartiennent à un être mort et celles-ci sont enfin de nouveau réunies et forme maintenant l'âme de l'homme, donc cette âme est l'esprit primordial tombé dans le passé qui doit revenir à Moi, à son origine, lorsqu’elle soutient dans la vie terrestre la dernière épreuve de volonté ce qui est déterminé par sa libre volonté. Cette âme s'incarne dans une enveloppe de chair, dans un corps matériel, et cela est fait avec un nombre incalculable de substances spirituelles qui se trouvent encore au début de leur développement vers le haut. Parce que toute matière est du spirituel qui se trouve au début de son développement, il cache en lui déjà du spirituel plus mûr qui doit servir et arriver ainsi au mûrissement. La « matière » a maintenant un parcours beaucoup plus long devant elle, jusqu'à ce qu’elle-même puisse s'incarner comme « âme », mais le chemin de chaque substance spirituelle peut-être de durée différente. Du spirituel peut mûrir plus rapidement dans la matière, mais aussi la matière peut arriver plus rapidement à la dissolution lorsque sa fonction de servir est accomplie sans résistance, lorsque la résistance du spirituel qui est encore lié dans la matière cède plus rapidement et sert. Cela sera toujours le cas lorsqu’il se trouve dans une ambiance où est reconnaissable une tendance consciente vers Moi, que tout le spirituel perçoit comme bénéfique, et donc le développement est aussi d’autant plus abrégé que plus souvent il est admis au service. Vous devez comprendre cela ainsi : là où il existe encore une tendance pour la matière, là où aucune tendance spirituelle n’est reconnaissable, là la matière « est amassée ». Elle est peu admise au service, l'état de l'être lié dans cette matière est allongé, mais il peut aussi être très abrégé, lorsque l'homme ne désire plus quelque augmentation de ses biens terrestres et donne à ses quelques possessions toujours la possibilité de servir. Alors l'homme lui-même contribue par son attitude vis-à-vis de Moi et de la matière à une rapide dissolution de cette matière et du spirituel lié en elle, il peut changer plus souvent sa forme extérieure, mûrir plus rapidement et arriver à ce stade en moins de temps, lorsque toutes les particules se sont ramassées et l'incarnation comme âme dans l'homme peut maintenant avoir lieu. Ainsi même l'enveloppe terrestre-physique de l'âme est encore de la matière consolidée dont les substances appartiennent à un esprit primordial un temps tombé qui, à son tour, dans le futur, devra satisfaire en tant qu’âme la dernière épreuve de volonté sur la Terre. Si maintenant un homme réussit à spiritualiser pendant la vie terrestre en même temps que son âme aussi son corps de chair, chose qui se passe seulement rarement, mais qui est de toute façon possible, alors ses substances spirituelles s’agrègent dans l'âme et atteignent un certain degré de maturité spirituelle et maintenant de la part des êtres de Lumière auxquels il a été confié l'assistance des esprits tombés, il se produit une intervention sur l'essentiel encore lié dans la forme pour arriver vite au mûrissement, parce qu'une âme qui a accompli une telle spiritualisation en même temps avec le corps, rayonne partout beaucoup de force sur toutes les substances de cette âme qui doivent encore accomplir leur parcours de développement. Donc l'âme emporte avec elle son corps spiritualisé dans le Règne spirituel et elle rayonne ces substances spiritualisées ensuite de nouveau en tant que Force à l’être primordial auquel elles appartiennent, et cet être parcourra maintenant son chemin de développement dans un temps beaucoup plus bref, parce que le spirituel mûri empêche une retombée lorsque l'âme passe en tant qu’homme sur la Terre, donc les substances du corps qui demeurent en elle ont été libérées de l'âme et elles ne peuvent maintenant jamais plus subir de retombée. À leur tour elles influenceront l’âme sous la forme de force et exhorteront celle-ci à tendre plus haut, c’est pourquoi l'homme devrait avoir une énorme tâche dans le fait que son corps soit spiritualisé en même temps, et l'homme devrait se donner du mal pour atteindre cette spiritualisation, pour aider outre sa propre âme aussi ces substances animiques qui lui servent comme enveloppe matérielle pendant la vie terrestre. La matière terrestre passe lorsqu’est venue l'heure de la mort, mais un corps spiritualisé se réunit à l'âme et s'écoule ensuite de nouveau comme force vers l'esprit primordial auquel il appartient, de sorte que celui-ci perçoive une aide considérable et il ne peut jamais plus retomber dans l'abîme dans le stade comme homme, parce que cela est empêché par la substance spiritualisée. Et vous pouvez aider beaucoup de substances non mûres à travers les souffrances et les douleurs du corps à leur mûrissement. Vous pouvez porter à ces entités spirituelles de petits sacrifices de pénitence, lorsque vous supportez avec résignation vos souffrances dans l'état conscient, ce qui stimule les substances non mûres du corps, et donc vous contribuez par votre amour et votre volonté d'aider à la spiritualisation du corps et de tout ce qui est encore lié. Dans votre vie terrestre vous ne portez pas seulement votre propre âme au mûrissement, mais vous aidez aussi d’autres esprits primordiaux à un mûrissement plus précoce, lorsque vous libérez en vous tout le non-spirituel qui appartient encore à Mon adversaire, par votre amour et votre volonté d'aider partout où cela est seulement possible. Si ce salut n'a pas lieu, alors le corps fait son parcours naturel : il se putréfie et se dissout et il sert de nouveau à d’incalculables petits et très petits êtres vivants à leur propre édification et son chemin est ensuite beaucoup plus long, mais un jour ces substances se rassembleront aussi et il se déroulera la dernière incarnation dans la forme sur cette terre. Rappelez-vous toujours que la matière est du spirituel au début de son développement qui cache en lui déjà du spirituel plus mûr, pour rendre possible à celui-ci de servir, et avec cela tout le spirituel se développe vers le haut et vous devez toujours faire la séparation entre corps et âme. Alors vous comprendrez aussi plus facilement quel but et quel motif ont les souffrances et les douleurs du corps et pourquoi à vous les hommes il est toujours présenté la Croix de Jésus que vous devez suivre. Parce qu'Il a porté les péchés pour vous les hommes ! Son Âme était complètement sans faute, et malgré cela Il a souffert indiciblement. Et lorsque vous souffrez, alors rappelez-vous que vous aussi devez être prêt à une œuvre d'expiation pour ce spirituel qui vous sert comme forme extérieure, pour que vous arriviez à la perfection parce que vous pouvez ainsi abréger considérablement son parcours de souffrance. Et votre amour doit vous déterminer à aider au salut tout ce qui est devenu pécheur.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet