Wie zoekt die zal ook vinden, doch nooit zal alleen het verstand kunnen beoordelen wat waarheid en wat dwaling is. Zijn wil om vast te staan in de zuivere waarheid moet uit het diepst van het hart komen, dan zal ook het hart in staat zijn waarheid van dwaling te onderscheiden. Er is heel veel dwaling in de wereld verbreid, zodat wel van een dichte duisternis gesproken kan worden, want alleen de waarheid is licht. En bijna lijkt het als zou de waarheid geen ingang meer kunnen vinden en door de duisternis verslonden worden. Toch zal ze steeds weer doorbreken als een lichtstraal en opheldering brengen aan de mens die vurig naar de waarheid verlangt. Doch zuiver verstandelijk zal ze niet verworven kunnen worden, anders zouden intelligente mensen ook altijd de waarheid moeten bezitten - en voor een minder begaafd mens zou dan elk licht afgesloten zijn. Een andere factor is echter beslissend om in het bezit van de zuivere waarheid te komen.
Het hart moet in staat en bereid zijn lief te hebben, dan wordt het licht in de mens zelf ontstoken en hij zal dan waarheid van dwaling kunnen onderscheiden. Hij zal de waarheid begerig aannemen en elke dwaling afwijzen. Dat de aarde nu in de diepste duisternis ligt heeft zijn grond in de liefdeloze levenswijze van de mensen. De liefdeloosheid is synoniem met de verduistering van de geest. Liefde alleen is het licht dat het helderste inzicht schenkt. Liefde wekt de geestvonk in de mens tot leven en liefde straalt het licht van de wijsheid uit. Wie dus een hart dat bereid is liefde te schenken, het zijne noemt, zal ook niet ten prooi vallen aan dwaling. Zijn denken zal naar waarheid zijn, want hij is door de liefde reeds met Mij verbonden - en dan kan de lichtstraal van mijn liefde zijn hart binnenvallen en hem inzicht verschaffen in alles wat hij begeert te weten.
Ook zal alleen een liefdevol mens er over nadenken of hij juist denkt wanneer hem geestelijke leringen worden aangeboden, of hij de waarheid bezit of in dwaling is vervallen. Want het laat een liefdeloos mens onverschillig of zijn denken juist is of niet. Doch gelukkig zal alleen die mens zijn die de waarheid herkent en aanneemt, want de waarheid maakt hem vrij en geeft ook zijn aardse leven pas de juiste inhoud. Alleen de waarheid zal hem opheldering geven over de zin en het doel van zijn aardse bestaan. De waarheid zal altijd innerlijke vrede schenken en het doel dat hij meent te onderkennen in de waarheid, zal hij nastrevenswaardig achten.
Door de waarheid zal de mens ook nader tot Mijzelf komen. Hij zal Mij herkennen en op Mij aansturen en hij zal elke dwaling als tegen Mij gericht beschouwen, en afwijzen of bestrijden. Ook zijn aardse leven zal hem dan pas nastrevenswaardig voorkomen, als hem een waarheidsgetrouw weten werd overgebracht over elke samenhang en de juiste verhouding van de mens tot God, zijn Schepper en Bewaarder en hij zal op Hem toesnellen in het besef, de gelukzaligheid te bereiken die hij als mens nog niet vermag te ervaren. Het aardse leven zal hem ook dan pas zinvol voorkomen als hij over alles naar waarheid onderwezen is. De duisternis daarentegen kan een mens niet gelukkig maken en elke dwaalleer is geestelijke duisternis die nooit een mens verblijden kan, maar die doorbroken zou moeten worden door een lichtstraal, die een waarheidsgetrouw weten betekent.
Hoe rijk is een mens die naar de waarheid verlangt, want hij zal ze ook onherroepelijk ontvangen, omdat Ik zelf de Waarheid ben en elk verlangen naar Mij vervuld wordt. Maar het is heel moeilijk om in de diepe geestelijke duisternis, waarin de mensen momenteel verkeren, een licht naar binnen te brengen, juist omdat de mensen blind zijn en ook niet meer in staat zijn een lichtstraal te zien. Hun ogen zijn door verblindende lichten verzwakt en kunnen een zachte lichtstraal niet meer onderkennen. En deze schijnlichten jagen zij na en ze komen in steeds diepere duisternis terecht. Ze kunnen echter niet gedwongen worden om een echt licht aan te nemen. Ze moeten in de duisternis met hun gehele hart naar een lichtstraal verlangen, dan zal die ook in hen oplichten en hen zo weldadig beroeren dat zij de duisternis ontvluchten willen. En Ik laat steeds weer het licht naar de aarde stralen en Ik weet, wie naar de waarheid verlangt. En waarlijk, hij zal ze ontvangen, maar het ernstige verlangen ernaar moet eraan voorafgaan.
Doch de wil van ieder mens is vrij. En keert die zich naar het licht, dan zal hij het waarlijk niet hoeven te betreuren. Zoekt hij echter de duisternis, dan zal hij in de duisternis omkomen, want die zal hem altijd alleen maar binnen het bereik van mijn tegenstander voeren, terwijl de waarheid naar Mij leidt - die alleen door de waarheid te bereiken ben. Want de waarheid geeft u mensen een duidelijk beeld van wat u nodig hebt voor uw ziel, zodoende is de waarheid de weg die naar Mij leidt en naar het eeuwige leven. De waarheid is het licht dat van Mij uitstraalt in elk mensenhart die in de liefde leeft en zich met Mij, als de eeuwige Liefde, aaneen wil sluiten. Hij zal zijn doel bereiken en met licht doorstraald terugkeren in zijn vaderhuis.
Amen
VertalerEl que busca también hallará, pero nunca el mero intelecto será capaz de descubrir qué es Verdad y qué es error. Su voluntad de hallarse en pura Verdad debe originarse en el corazón más profundo, y entonces también el corazón será capaz de distinguir entre Verdad y error.
Hay mucho error extendido por el mundo, de modo que ya se puede hablar de unas tinieblas densas, porque únicamente la Verdad es Luz... Y casi parece que la Verdad ya no podrá imponerse sino que las tinieblas se la tragarán... Sin embargo, cuando el hombre aspira por la Verdad, esta cada vez de nuevo romperá las tinieblas –como rayo de Luz– y traerá al hombre Claridad. Pero nunca el mero intelecto será capaz de lograrla, porque entonces hombres muy inteligentes siempre deberían hallarse en la Verdad, mientras que un hombre poco dotado sería privado de toda Luz...
De modo que hay otro factor determinante para entrar en posesión de la pura Verdad: el corazón debe ser capaz y dispuesto a amar, entonces en el hombre mismo se enciende la Luz, con lo que sabrá distinguir la Verdad del error... De modo que aceptará la Verdad ávidamente y rechazará toda clase de error.
Que ahora la Tierra se encuentra en tinieblas más profundas, esto es la consecuencia del modo de vida de los seres humanos, carente de todo amor... La falta de amor corresponde al oscurecimiento del espíritu... Únicamente el amor es la Luz que proporciona el reconocimiento más claro... y únicamente el amor despierta a la Vida la chispa del espíritu en el hombre... y el amor irradia la Luz de la Sabiduría. De modo que aquel que tiene un corazón dispuesto a amar tampoco caerá en el error, y su pensar se desenrollará dentro de la Verdad, porque mediante el amor ya está unido conmigo, de modo que mi Rayo de Luz de Amor ya puede caer en su corazón e impartir conocimientos de todo lo que desea saber.
Consta que únicamente un hombre lleno de amor va a reflexionar si sus pensamientos se desenrollan correctamente, si lo que posee es Verdad o si está incurrido en el error cuando se le ha ofrecido bienes espirituales. Pues a un hombre frío le da igual si se halla en una manera correcta o equivocada de pensar... Pero feliz será únicamente aquel que reconoce la Verdad y la acepta, porque la Verdad le libera, e incluso da a su vida terrenal el único sentido correcto.
Únicamente la Verdad dará al hombre explicación sobre el sentido y la finalidad de su vida terrenal... La Verdad siempre proporcionará paz interior, y como el hombre entonces estará seguro de reconocer la Verdad, también la meta le parecerá deseable.
Mediante la Verdad el hombre también se acerca a Mí mismo, me reconocerá y me anhelará. También considerará y rechazará cualquier error como algo que está dirigido contra Mí, y luchará contra él. Incluso su vida terrenal sólo le parecerá digna de vivir si le ha llegado un saber veraz acerca de todas las correspondencias y la verdadera relación entre el hombre y Dios, su Creador y Mantenedor; y le acudirá al comprender que llegará a una bienaventuranza que como hombre en esta Tierra aún no puede percibir.
La vida terrenal sólo le parecerá razonable cuando él estará informado fielmente sobre todo. Las tinieblas, en comparación, no pueden deleitar al hombre - y todas doctrinas erróneas son tinieblas espirituales que nunca podrán alegrar a un hombre, pues deberían ser penetradas por un Rayo de Luz, el que significa saber verídico...
¡Lo rico que es un hombre que aspira por la Verdad, porque irrevocablemente la recibirá, pues Yo mismo soy la Verdad, y cada deseo por Mí será realizado! Pero es muy difícil aportar una Luz a las tinieblas espirituales en que se encuentra ahora la humanidad, precisamente porque los hombres son ciegos pues ya no pueden ver un Rayo de Luz... Sus ojos han sido debilitados por focos deslumbrantes y ya no pueden percibir un Rayo de Luz muy suave... pues van detrás de estos focos deslumbrantes por lo que incurren en tinieblas cada vez más espesas...
Pero los seres humanos no pueden ser obligados a aceptar una verdadera Luz, sino dentro de las tinieblas deben añorar de todo corazón un Rayo de Luz. Entonces este también relucirá en ellos y los conmoverá de una manera tan agradable que desean escapar de la tinieblas.
Cada vez de nuevo hago que irradie la Luz a la Tierra, y Yo sé muy bien quién aspira por la Verdad... Y él la recibirá - eso bajo previa manifestación del verdadero deseo por ella. Pero la voluntad de cada ser humano es libre, y si se dirige hacia la Luz, ¡seguro que no tendrá que arrepentirse de ello! Pero si acude a las tinieblas perecerá en ellas porque estas siempre sólo llevan al campo de mi adversario, mientras que la Verdad lleva a Mí; pues Yo sólo soy abordable vía la Verdad porque esta os da un concepto muy claro de todo que necesitáis para vuestra alma... de modo que la Verdad es el camino que lleva a Mí y a la Vida eterna.
La Verdad es la Luz que irradia de Mí, la que ilumina cada corazón humano que vive en el amor y que quiere unirse conmigo - que soy el Amor eterno... Así, penetrado de Luz, el hombre regresará a la Casa de su Padre.
Amén.
Vertaler