Een overvloed van genade zal Ik uitstorten in de laatste tijd voor het einde, want de mensen hebben dat nodig. Zij hebben veel ondersteuning nodig om de laatste etappe van hun aardse weg met goed gevolg te kunnen afleggen. En er moeten ook nog veel mensen eerst op de juiste weg worden geleid en ook deze hebben daartoe hulp nodig. Want zij bevinden zich nog op de weg naar de afgrond en moeten daarvan teruggeroepen worden en in de goede richting geleid. Alle middelen die Ik toepas voor het einde zijn genademiddelen, want de mensen zelf doen er niets voor. Ze gaan onverschillig hun levensweg en verdienen daarom ook geen hulp, daar zij zich nog eerder verzetten dan hulp aannemen. Maar Ik heb al mijn schepselen lief en wil niet dat één van hen verloren gaat. Ik wil niet dat zij weer een eindeloos lange tijd in een ellendige toestand moeten smachten en daarom laat Ik genade gelden voor recht.
Ik laat niets onbeproefd om hen nog te redden voor het einde. En Ik weet ook wat goed is voor ieder wezen. Ik weet wat geschikt is om het op de juiste weg te leiden. En dat pas Ik ook toe, zonder echter dwang uit te oefenen op de wil van de mens, want hij moet vrij beslissen. Het wordt hem echter gemakkelijk gemaakt, omdat hem de genademiddelen zo duidelijk worden aangedragen, dat hij ze ook als zodanig kan herkennen.
Steeds weer wordt de mens gewezen op het geestelijke rijk. Steeds weer komt hij op de een of andere manier met de dood in aanraking. Hij beleeft deze in zijn omgeving, hij moet afstand doen van mensen die hem lief en dierbaar zijn, hij hoort van sterfgevallen van allerlei aard. Steeds weer wordt hij gewezen op zijn eigen vergankelijkheid en nu kan hij zich bezig houden met de gedachte, wat er komt na de dood. Zijn gedachten worden dan geleid naar het geestelijke rijk, omdat ze ook vaak afdwalen naar de gestorvenen en in hem de vragen opkomen: waar verblijven ze? Zijn zij geheel vergaan of bestaat er het uitzicht op een weerzien? En dan schakelen zich altijd de leidende geesten in aan wier bescherming de mensen zijn toevertrouwd. Zij proberen hun gedachten te beïnvloeden en hun opheldering te geven. Zij maken het mogelijk, dat deze mensen nu kennis verkrijgen van mijn woord dat rechtstreeks naar de aarde wordt geleid, of zij laten boeken en geschriften in uw handen komen die hun opheldering geven. Zij doen alles om hun gedachten te richten op het rijk dat hun ware vaderland is, en dat ook zij zullen betreden bij het verlaten van deze wereld. Ook de gestorvenen werken mee vanuit het hiernamaals doordat zij zich gedurig in de gedachten mengen en daardoor wordt in zekere zin een verbinding tot stand gebracht van het geestelijke rijk naar de aardse wereld.
Mijn mate van genade is onuitputtelijk en een ieder zou er gebruik van kunnen maken als zijn wil er maar toe bereid was. Daarom laat Ik ook mijn woord weerklinken, want wie dit hoort en aanneemt maakt waarlijk gebruik van dit grootste geschenk van genade dat hem ook zeker het juiste resultaat oplevert, dat hem helpt bij het rijp worden van zijn ziel en hem nog op deze aarde zijn doel laat bereiken: dat hij de weg naar Mij vindt en de verbinding met Mij tot stand brengt die hem dan ook zijn voltooiing garandeert. Want één ding is belangrijk, dat de mens de verbinding met Mij tot stand brengt nog voordat zijn ziel het lichaam verlaat, voordat het uur van afscheid van deze aarde gekomen is. Zodra hij zich bewust is van Mij en Mij erkent, zal hij niet meer verloren gaan. Want dan zal hij ook de weg nemen tot het kruis, tot de goddelijke Verlosser Jezus Christus. Hij zal Mij in Hem herkennen en dan ook de weg genomen hebben tot Mij. En dan is hij voor eeuwig aan mijn tegenstander ontrukt, want Jezus verlost hem uit zijn boeien. Jezus heeft zijn schuld op zich genomen en voor hem de weg vrijgemaakt tot de Vader.
Jezus en Ik zijn Een. Dit in te zien is voorwaarde voor de terugkeer van het eens gevallen wezen tot Mij, en daarom zal Ik de mensen steeds weer opheldering verschaffen door mijn woord. Daarom is mijn woord de grootste en doeltreffendste genadegave die Ik de mensen nog voor het einde kan aanbieden, en zalig is degene die dit nog aanneemt, want deze zal waarlijk niet meer verloren gaan.
De tijd is nog maar kort en van de kant der duisternis wordt er om de zielen hevig strijd gevoerd. Maar ook Ik vecht voor u, mijn schepselen, en Ik sta u bij, opdat u, die deze strijd moet uitvechten, ook de juiste beslissing neemt. Opdat u de weg neemt tot Jezus Christus in wie Ik zelf mens ben geworden om u te verlossen. Doe een beroep op dit grote genadewerk der verlossing door Jezus Christus - en waarlijk, u zult de overwinning behalen en vrij worden van hem die u te gronde wil richten.
Amen
VertalerEin Übermaß von Gnade schütte Ich aus in der letzten Zeit vor dem Ende, denn die Menschen brauchen sie; sie brauchen viel Unterstützung, um die letzte Strecke ihres Erdenweges noch mit Erfolg zurücklegen zu können. Und es müssen auch noch viele Menschen erst auf den rechten Weg geführt werden, und auch diese brauchen dazu Hilfe, denn sie bewegen sich noch auf dem Weg zum Abgrund und müssen von diesem zurückgerufen und recht geleitet werden. Alle Mittel, die Ich in Anwendung bringe vor dem Ende, sind Gnadenmittel, denn die Menschen selbst tun nichts dazu, sie gehen gleichgültig ihren Erdenweg und verdienen daher auch keine Hilfe, weil sie sich eher noch widersetzen als Hilfe annehmen. Doch Ich liebe alle Meine Geschöpfe und will nicht, daß eines von ihnen verlorengehe.... Ich will nicht, daß sie wieder endlos lange Zeit in einem unglückseligen Zustand weilen müssen.... Und darum lasse Ich Gnade vor Recht ergehen.... Ich lasse nichts unversucht, ihnen Rettung zu bringen vor dem Ende. Und Ich weiß auch, was jedem einzelnen dienet, Ich weiß, was geeignet ist, ihn auf den rechten Weg zu lenken. Und das wende Ich auch an, ohne jedoch auf den Willen des Menschen Zwang auszuüben, denn er muß sich frei entscheiden. Es wird ihm dies aber leichtgemacht, weil die Gnadenmittel so offensichtlich an ihn herangetragen werden, daß er sie auch erkennen kann als solche. Immer wieder wird der Mensch hingewiesen auf das geistige Reich.... Immer wieder tritt der Tod in irgendeiner Form an ihn heran, er erlebt ihn in seiner Umgebung, er muß Menschen hingeben, die ihm lieb und teuer sind, er erfährt von Todesfällen mancherlei Art. Immer wird er an die Vergänglichkeit seiner selbst gemahnt, und er kann sich nun mit den Gedanken befassen, was nach dem Tode kommt.... Seine Gedanken werden hingelenkt auf das geistige Reich, weil sie oft auch den Verstorbenen folgen und in ihm die Fragen auftauchen: Wo weilen sie? Sind sie restlos vergangen? Oder besteht die Aussicht auf ein Wiedersehen?.... Und dann schalten sich immer wieder die Führergeister ein, deren Schutz die Menschen anvertraut sind, und suchen sie gedanklich zu beeinflussen und ihnen Aufklärung zu geben.... Sie ermöglichen es, daß jene Menschen nun Kenntnis erlangen von Meinem Wort, das direkt zur Erde geleitet wird, oder sie lassen Bücher in ihre Hände kommen, die ihnen Aufschluß geben, sie tun alles, um ihre Gedanken in das Reich zu richten, das ihre wahre Heimat ist, das auch sie betreten werden beim Abscheiden von dieser Welt.... Auch die Verstorbenen wirken vom Jenseits ein, indem sie ständig sich in die Gedanken einschalten und dadurch in gewisser Weise eine Verbindung geschaffen wird von der geistigen zur irdischen Welt. Mein Gnadenmaß ist unerschöpflich, und jeder könnte es ausnutzen, wenn nur sein Wille dazu bereit wäre. Darum lasse Ich auch Mein Wort ertönen, denn wer dieses hört und annimmt, der nützet wahrlich das größte Gnadengeschenk aus, das ihm auch sicher den rechten Erfolg einträgt, das ihm zum Ausreifen seiner Seele verhilft und sein Ziel erreichen lässet noch auf Erden, daß er zu Mir findet und die Verbindung mit Mir eingeht, die ihm dann auch seine Vollendung sichert.... Denn eines ist wichtig, daß der Mensch noch mit Mir die Bindung herstellt, bevor seine Seele den Leib verläßt, bevor die Stunde des Abscheidens von dieser Erde gekommen ist.... Sowie er Mich erkannt und anerkannt hat, geht er nicht verloren, denn dann wird er auch den Weg nehmen zum Kreuz, zum göttlichen Erlöser Jesus Christus, er wird Mich in Ihm erkennen und somit auch den Weg zu Mir genommen haben. Und dann ist er auf ewig dem Gegner entwunden, denn Jesus erlöst ihn aus seiner Fessel, Jesus hat seine Schuld auf Sich genommen und ihm den Weg frei gemacht zum Vater.... Jesus und Ich ist eins.... Dies zu erkennen ist Gewähr für die Rückkehr des einst Gefallenen zu Mir, und darum werde Ich immer wieder den Menschen Aufschluß geben durch Mein Wort, darum ist Mein Wort die größte und wirksamste Gnadengabe, die Ich noch vor dem Ende den Menschen anbieten kann, und selig, wer sie annimmt, denn dieser wird wahrlich nicht mehr verlorengehen.... Die Zeit ist nur noch kurz, und der Kampf um die Seelen wird von seiten der Finsternis heftig geführt.... Aber auch Ich kämpfe um euch, Meine Geschöpfe, und stehe euch bei, auf daß ihr selbst, die ihr diesen Kampf zum Austrag bringet, euch recht entscheidet, auf daß ihr den Weg nehmet zu Jesus Christus, in Dem Ich Selbst Mensch geworden bin, um euch zu erlösen.... Nehmet dieses übergroße Gnadenwerk der Erlösung durch Jesus Christus in Anspruch, und wahrlich, ihr werdet den Sieg erringen und frei werden von dem, der euch verderben will....
Amen
Vertaler