Hoe ver verwijderd zijn de mensen nog van Mij, die geen geloof hebben in een God en Schepper, die zichzelf slechts beschouwen als een product van een natuurkracht en niets willen erkennen wat wijst op een machtig Wezen.
De afkerige wil in hen is nog niet gebroken. Ze wijzen Mij af en willen geen band met Mij en daarom zijn ze nog helemaal in de macht van mijn tegenstander. Ze zijn diens helpers, omdat ze ook hun medemensen ervan willen overtuigen dat er niets bestaat dat als een alwijze macht te erkennen zou zijn. Weliswaar gaan ze de weg over de aarde als mens, maar ze bevinden zich vlak bij de afgrond, waarin mijn tegenstander ze weer omlaag zal storten, wanneer ze niet nog voor hun dood van mening veranderen.
Want van zulke geheel ongelovige mensen is ook een opklimmen in het rijk hierna moeilijk te verwachten, omdat ze voor geen enkele opheldering toegankelijk zijn en op hun standpunt zullen blijven staan. Ze gebruiken in het aardse leven ook de gave van het verstand verkeerd. Want ze zouden ook door middel van hun verstand tot andere gevolgtrekkingen kunnen komen, wanneer ze de serieuze wil zouden hebben, ware opheldering te verkrijgen over het doel van hun bestaan op deze aarde. Maar zulke gedachten - wanneer ze in hen boven komen - worden afgewezen. En er bestaat geen andere mogelijkheid hen tot geloof te laten komen, want bewijzen zouden dwangmiddelen zijn, die echter nooit worden toegepast. Meestal is bij zulke ongelovige mensen ook het hart verhard en daar het hun dus aan liefde ontbreekt, blijft het ook in hun hart duister en alleen de vijandige wil is sterk, die ook proberen zal in dezelfde zin invloed uit te oefenen op de medemensen, omdat hij als aanhanger van de tegenstander door deze wordt aangezet om voor hem te werken. En wilt u zulke mensen proberen te overtuigen van de waarheid, dan zult u nauwelijks succes kunnen boeken. En het enige wat u voor hen zult kunnen doen, is voorbede, omdat - wanneer deze in liefde wordt verricht - ze als kracht weer op die mensen terug straalt en dan ook een zodanige uitwerking kan hebben, dat de mens nadenkt en zijn afkerige wil zwakker wordt.
En daarom zult u alle ongelovigen ook in het gebed moeten gedenken, opdat hun hart zich laat raken door de kracht van de voorbede.
U zult er steeds aan moeten denken dat deze zielen nog helemaal in de macht van mijn tegenstander zijn en er hulp aan hen moet worden verleend, willen ze van hem vrij worden.
Onder dwang kan hij niet worden veranderd. De rechtstreekse straal van mijn liefde wijst hij af en daarom verliest ze ook aan doeltreffendheid. Maar uw liefde maakt het doen toekomen van kracht mogelijk, die hij als weldadig ervaart en die zijn denken veranderen kan, zonder dat hij daartoe gedwongen wordt. En wanneer u bedenkt dat zo’n ziel buitengewoon zwak is en daarom de tegenstander geen weerstand kan bieden, dan moest deze zwakheid uw medelijden opwekken en uw wil om lief te hebben aansporen alles te doen wat voor haar redding mogelijk is.
En in dit geval blijft alleen de liefdevolle voorbede over, die de tegenstander toch nog de ziel kan ontworstelen, omdat ze niet zonder uitwerking blijft. De vrije wil is het goddelijke in de mens en toch is deze vrije wil ook de reden geweest voor de diepste val. En hij is het nog steeds, dus daarom vergt de terugkeer van een gevallen ziel ook vaak eeuwige tijden, wanneer de liefde haar niet te hulp komt tijdens haar aardse bestaan. Want de liefde vermag alles.
En de tegenstander legt het af tegen de liefde.
Dan kan hij de ziel niet vasthouden. Ze zal zich van hem vrijmaken en aansturen op Diegene, Die de Liefde is.
Dus zal ze Mij nu ook erkennen als haar God en Schepper en is ze gered voor tijd en eeuwigheid.
Er hoefde geen mens op aarde verloren te gaan, wanneer er voor elke ziel vanuit diepe liefde zou worden gebeden.
Want alleen zo’n gebed heeft resultaat, maar niet de lippendienst van massa’s mensen, die niet in geest en in waarheid naar Mij opstijgt, doch slechts een gebed voor de vorm is, zonder kracht.
Zou iedere mens zich de redding van een ziel maar ten doel stellen, dat hij deze ziel zijn liefde doet toekomen. En zou hij maar tot Mij bidden om redding, opdat ze niet weer voor eindeloze tijden verloren gaat. Dan zouden de mensen waarachtig veranderen en tot een waar geloof komen en ze zouden alles doen om het doel van hun leven te bereiken.
Doch de liefde onder de mensen is bekoeld en ieder denkt alleen maar aan zichzelf. Hij kan daarom ook niet geloven en hij kan zijn doel ook niet bereiken. Veeleer stuurt hij onverstoorbaar weer op de afgrond aan en moet nogmaals in kwelling beginnen aan een eindeloos lange weg en ongelukkig zijn. Want mijn macht kan niet ingrijpen waar de wil tegen Mij gericht is.
Amen
VertalerCombien sont encore loin de Moi les hommes qui n'ont aucune foi dans un Dieu et Créateur, qui se considèrent seulement comme le produit d'une force de la nature et ne veulent reconnaître rien qui leur indique une Entité puissante ! En eux la volonté de refus de Moi est encore intact, ils Me refusent et ils ne veulent aucun contact avec Moi et donc ils sont encore totalement dans le pouvoir de Mon adversaire, ils sont son aide, parce qu'ils veulent aussi convaincre leur prochain qu’il n'existe rien dans lequel serait reconnaissable un Pouvoir rempli de Sagesse. Ils parcourent certes leur chemin sur la Terre en tant qu’homme, mais ils se trouvent très près de l'abîme dans lequel Mon adversaire les fera tomber de nouveau si avant leur mort ils ne se décident pas autrement. Parce que pour de tels hommes totalement mécréants il faut difficilement s'attendre à une remontée dans le Règne de l'au-delà, parce qu'ils ne sont ouverts pour aucun éclaircissement et ils resteront rigides sur leur point de vue. Dans la vie terrestre ils abusent du don de l'entendement, parce que même sur la voie de l'entendement ils pourraient arriver à d’autres déductions s'ils avaient la sérieuse volonté de recevoir une Lumière sur le but de leur existence sur cette Terre. Mais de telles pensées, lorsqu’elles se lèvent en eux, sont refusées, et il n'existe aucune autre possibilité de les aider à la foi, parce que les preuves seraient des moyens de contrainte qui cependant ne doivent jamais être employés. De tels hommes mécréants sont presque toujours de cœur endurci, et vu qu’à eux il manque l'amour, dans leur cœur il reste sombre et la volonté contraire est si forte qu'il cherchera seulement à agir sur le prochain dans le même sens, parce qu’en tant que disciple de l'adversaire il est stimulé par celui-ci à agir pour lui. Et si vous voulez chercher à convaincre de tels hommes à la Vérité, vous ne pourrez presque jamais enregistrer un succès et l’unique chose que vous pouvez faire pour eux, est la prière parce que, si celle-ci est faite dans l'amour, elle rayonne en retour de nouveau comme une force sur ces hommes et ensuite elle peut même avoir un effet qui pousse l'homme à réfléchir et sa volonté de refus devient plus faible. Donc vous devez vous rappeler de tous les mécréants dans la prière, pour qu'ils se laissent toucher dans leur cœur par la Force de la prière. Vous devez toujours penser que ces âmes sont encore entièrement dans le pouvoir de Mon adversaire et qu'à elles il doit être donné de l'aide pour qu’elles puissent se libérer de lui. Elles ne peuvent pas être changées par contrainte si elles refusent Mon Rayonnement direct d'Amour et donc il perd son efficacité, mais votre amour rend possible l'apport de Force qu'elles perçoivent avec bienveillance et qui peut changer leurs pensées, sans qu'elles y soient forcées. Et si vous pensez qu’une telle âme est outre mesure faible et que donc elle ne peut prêter aucune résistance à l'adversaire, alors cette faiblesse devrait vous attendrir et stimuler votre volonté d'amour à faire tout ce qui est possible pour son salut. Dans ce cas il reste uniquement l'affectueuse prière qui peut encore enlever les âmes à l'adversaire, parce qu'elle ne reste pas sans effet. La libre volonté est la Partie divine dans l'homme et cette libre volonté a été aussi le motif de la chute la plus profonde, et elle l’est toujours encore, donc le retour d'une âme tombée demande souvent des temps éternels si l’amour ne lui vient pas en aide pendant son existence terrestre. L'amour peut tout. Et l'adversaire succombe à l'amour. Il ne peut alors pas retenir l'âme, elle se libérera de lui et tendra vers Celui Qui est l'Amour. Ainsi elle Me reconnaîtra maintenant comme son Dieu et Créateur, alors elle est sauvée pour ce temps et pour l'Éternité. Aucun homme sur la Terre ne serait perdu si pour chaque âme il était prié intimement avec un profond amour. Parce que seulement une telle prière réussit, mais pas les prières des lèvres des masses, qui ne montent pas à Moi en Esprit et en Vérité mais qui sont presque toujours des prières formelles sans Force. Mais si chaque homme se posait comme but le salut d'une âme, et s’il tournait à cette âme son amour et M’en demande le salut, pour qu'elle n’aille pas de nouveau se perdre pour des temps infinis, en Vérité, les hommes changeraient et arriveraient à une juste foi et se donneraient du mal pour accomplir le but de leur vie terrestre. Mais l'amour s'est refroidi parmi les hommes et chacun pense seulement à lui-même, donc il ne peut pas croire et il ne peut pas arriver au but, mais il entame de nouveau insensiblement la voie vers l'abîme et il doit à nouveau commencer une voie infiniment longue dans le tourment et dans le malheur, parce que Mon Pouvoir ne peut pas intervenir là où la volonté est tournée contre Moi.
Amen
Vertaler