Uw menszijn is het gevolg van uw afval van MIJ voorheen in het geestelijke rijk. Het is u al vele malen uitgelegd dat u zelf de aanleiding gegeven hebt tot het ontstaan van de aardse schepping, waarin u als "kroon van de schepping" weer de oertoestand bereiken moet, die u eens vrijwillig weggeworpen hebt.
U zelf hebt MIJ ertoe gebracht de aardse schepping te laten ontstaan, want IK zocht en vond voor u een weg om terug te keren tot MIJ. En dat is deze weg door de materiële aardse scheppingswerken. En het laatste stadium op deze weg over de aarde is uw bestaan als mens. Want nu moet u weer de vrijwillige terugkeer tot MIJ aanvaarden, zoals u zich eens vrijwillig van MIJ verwijderd heeft.
U bent oorspronkelijk goddelijke wezens, die als teken daarvan een vrije wil bezitten, en het bestaan als mens geeft u de mogelijkheid uw goddelijkheid te bewijzen. En het geeft u ook de gelegenheid uw vrije wil weer naar MIJ te wenden, dus weer in verbinding met MIJ te treden. Want dan hebben de aardse scheppingen hun doel vervuld en hebben het "werk van terugvoering" tot stand gebracht, wat Mijn plan is sinds eeuwigheid.
En zo moet u alle scheppingen om u heen bezien als gevolg van uw verzet tegen MIJ, maar ook als middel om MIJ weer te leren kennen. U moet de scheppingen begrijpen als een "uiting van Mijn Liefde" voor u, die IK niet verliezen wil; en u moet weten dat Mijn niet te overtreffen wijsheid de schepping als het zekerste middel inzag om u weer terug te winnen.
En u zult ook eenmaal zelf de weg die u door de scheppingen hebt afgelegd kunnen overzien, en dan bovenmate dankbaar zijn voor de genade die Mijn eindeloze Liefde de eens verloren gegane wezens schonk. Dan zal voor u de schepping geen kluister meer zijn maar een grote bewijs van Mijn Liefde, En dan zult u zelf weer deel willen nemen aan het scheppen, om het geestelijke weer de mogelijkheid te bieden tot de uiteindelijke terugkeer tot MIJ.
Want evenals Mijn Liefde MIJ tot scheppen bewoog, zo zal ook de liefde u niet laten rusten. U zult dan de kracht die van MIJ tot u stroomt benutten naar Mijn Wil, en u zult scheppend en voorturend bezig zijn tot uw eigen gelukzaligheid. Maar daartoe behoort een bepaalde graad van geestelijke rijpheid, die u zich reeds in het aardse leven kan verwerven wanneer u slechts uw vrije wil op de juiste manier gebruikt, en hem MIJ toe keert. Want dan keert uw ziel terug tot de Oerbron van Licht en Kracht, van welke zij eens is uitgegaan. En dan zal zij onbegrensde kracht en licht mogen ontvangen, dan zal zij naast MIJ scheppen en werken kunnen, en zalig zijn.
En zo betekenen de scheppingswerken (mineralen-, planten en dierenrijk =opm.v.d.uitg.) enerzijds nog een dwang voor het onrijpe geestelijke, maar voor het vrije geestelijke (de mens/o.v.d.uitg.) de mogelijkheid in liefdedaden werkzaam te zijn en het onverloste te helpen. De scheppingswerken zijn enerzijds zelf het geestelijke dat gekluisterd is, en anderzijds brengen ze het geestelijke tot de vrijheid omdat alle scheppingen hun bestemming moeten nakomen, nml.dienen, zodat het daarin gebonden geestelijke vrij kan worden.
En het verloste geestelijke dat in het "licht" staat weet daarvan en is in zijn liefde voortdurend bezig, om naar Mijn Wil nieuwe scheppingen te doen ontstaan. Het neemt deel aan het scheppen omdat het ook Mijn heilsplan van eeuwigheid kent, en wil meehelpen bij het terugvoeren van al het geestelijke tot MIJ. En daarom is de (materiële) schepping als het rijk van Mijn tegenstander te bezien, omdat het al het nog niet verloste geestelijke in zich draagt.
Mijn tegenstander kan het geestelijke gedurende de tijd van zijn gebondenzijn niet beïnvloeden, terwijl de lichtwereld dit geestelijke kan bijstaan en het steeds weer bij het vrijworden kan helpen. Doch de mens heeft weer zijn invloed te vrezen maar behoeft alleen zijn wil juist te richten en naar MIJ toe te wenden, en IK zal hem aannemen en waarlijk uit de handen van Mijn tegenstander ontrukken.
Maar deze wilsproef moet de mens zelf afleggen, hij wordt noch door MIJ noch door Mijn tegenstander gedwongen zijn wil richting te geven. Hij moet zelf zijn goddelijkheid bewijzen doordat hij naar het licht verlangt, waarvan hij eens is uitgegaan.
Amen
VertalerVotre être humain est la conséquence de votre chute de Moi d'un temps dans le Règne spirituel. Cela vous a été déjà expliqué souvent que vous-mêmes avez donné motif pour le lever de la Création terrestre dans laquelle vous en tant que couronne de la Création vous devez de nouveau atteindre l'état primordial auquel un temps vous avez renoncé. Vous-mêmes M’avez donné motif à faire lever pour vous chaque Création terrestre parce que J’ai cherché et trouvé une voie pour votre retour à Moi et cette voie est le chemin à travers les Œuvres de la Création terrestres-matérielles. Et la dernière station dans ce chemin terrestre est votre existence en tant qu’homme. Maintenant vous devez de nouveau faire un retour volontaire à Moi, de la même façon que vous êtes sortis volontairement un temps de Moi. Parce qu’à l’origine vous êtes des êtres divins et en signe de cela vous avez une libre volonté. L’existence en tant qu’homme vous donne l'occasion de mettre à l'épreuve votre divinité, elle vous donne la possibilité de tourner vers Moi votre libre volonté et donc de prendre contact avec Moi. Et alors les Créations terrestres se sont acquittées de leur but, elles ont produit l'Œuvre de Retour dans son pays comme c’est Mon Plan depuis l'Éternité. Et ainsi vous devez considérer toutes les Créations autour de vous comme une conséquence de votre transgression contre Moi, mais aussi comme un moyen pour que vous appreniez de nouveau à Me reconnaitre. Vous devez reconnaitre les Créations comme une expression de Mon Amour pour ceux que Je ne veux pas perdre, vous devez savoir que Mon infranchissable Sagesse a reconnu la « Création » comme le moyen le plus sûr de vous reconquérir. Et vous-mêmes pourrez dans le futur contempler à travers les Créations le chemin que vous avez parcouru et vous serez indiciblement reconnaissant pour cette Grâce que Mon infini Amour a offerte à ce qui autrement aurait été perdu. Alors la Création ne sera plus une chaîne pour vous mais malgré cela une grande preuve d'Amour de Ma Part afin qu'ensuite vous-mêmes puissiez participer à créer, pour offrir de nouveau des opportunités au spirituel pour un retour définitif à Moi. Parce que comme l'Amour M’a stimulé à « Créer », vraiment ainsi l'amour ne vous laissera pas tranquille et maintenant vous emploierez la Force qui vous afflue de Moi dans Ma Volonté : vous serez actifs en créant et en formant pour votre propre béatitude et votre bonheur. Mais pour cela il faut un certain degré de maturité que vous pouvez déjà obtenir dans la vie terrestre, si seulement vous employez à juste titre votre libre volonté et la tournez vers Moi. Alors votre âme reviendra à la Source Primordiale de la Lumière et de la Force, d'où elle a eu son origine et alors elle pourra aussi recevoir la Force et la Lumière sans limites, alors elle créera auprès de Moi et pourra agir et être bienheureuse. Et ainsi les Œuvres de la Création signifient d'un côté une contrainte pour le spirituel encore non mûr, mais pour le spirituel libre une possibilité de s'activer dans l'amour et d'aider le spirituel non encore libéré. Elles-mêmes sont d'un côté du spirituel jugé et de l'autre côté elles apportent au spirituel la Liberté, parce que toutes les Créations doivent suivre leur destination qui est de servir et d’apporter au spirituel lié la Liberté. Et le spirituel libéré qui se trouve dans la Lumière, sait cela et dans son amour il est constamment actif pour faire se lever de nouvelles œuvres selon Ma Volonté, pour participer à créer, parce qu'il connaît Mon Plan de Salut depuis l'Éternité et veut coopérer à l'Œuvre de Retour dans son pays de tout le spirituel. Donc la Création est bien à considérer comme le Royaume de Mon adversaire, parce qu'elle cache en elle le spirituel non libéré. Lui-même ne peut pas influencer ce spirituel pendant le temps de sa captivité, tandis que le monde de la Lumière peut assister ce spirituel et l'aider toujours de nouveau à la libération, mais l'homme a de nouveau à craindre son influence. Il doit seulement orienter de la manière juste sa volonté, il a seulement besoin de l'orienter vers Moi et Je M’occuperai de lui et Je le sauverai vraiment des mains de Mon adversaire. Mais lui-même doit satisfaire cette épreuve de volonté, il n’est pas contraint par Moi ni par Mon adversaire pour l'orientation de sa volonté, lui-même doit mettre à l'épreuve sa divinité en demandant la Lumière d’où il a eu son origine.
Amen
Vertaler