• Terug

Materie is een groot gevaar voor de ziel

De geestelijke ontwikkeling van de mens, die het doel is waarvoor hij op aarde leeft, is steeds in gevaar, wanneer hij zich helemaal door de materie gevangen laat nemen en hij dus geen enkele verbinding heeft met het geestelijke rijk. Dan wordt de ziel geheel door het lichaam beheerst, dan zijn de gedachten van de mens alleen op de aarde en haar goederen gericht, dan gelooft hij ook niet in een God en Schepper, want hij zal geen gedachten aan Hem laten opkomen. Zijn ziel is geheel gebonden aan de materie en ze wordt opnieuw de diepte in getrokken. En komt ze tot aan het einde van haar lichamelijk leven niet tot een beter inzicht, dan zal de materie ook haar hernieuwd omhulsel worden, wanneer het einde van deze wereld is gekomen. En daarom moet de mens ernstig voor ogen worden gesteld, dat de materie niet blijft bestaan, dat ze vergankelijk is en dat de mens niets verwerft, al komt hij in het bezit ervan, want hij moet alles afgeven wanneer het uur van zijn dood is gekomen.

En er zullen ook veel mensen voortijdig hun aardse have en goed moeten afgeven, wanneer door het ingrijpen van God de grote chaos zal komen; de grote nood, die door de wil van God de mensheid treffen zal. Dan zullen ze inzien hoe vergankelijk al het aardse is en gelukkig degenen, die nu nog het juiste inzicht verkrijgen, die de ziel nog geestelijke goederen proberen te verschaffen, eer het te laat is. Zolang de mens leeft, kan hij nog tot dit inzicht komen en dan de ziel helpen zich positief te ontwikkelen. Maar zolang de materie haar nog gevangen houdt, behaalt de ziel geen geestelijk gewin. En daarom wordt de mens ook vaak middels het lot aards goed afgenomen, vaak valt materieel goed ten prooi aan de vernietiging, er gaan waardevolle voorwerpen verloren of de mens worden dingen afgenomen, waaraan zijn hart bijzonder sterk is gehecht. Maar dit zijn allemaal alleen maar hulpmiddelen van God die de ziel vrij wil maken van aardse lasten die haar klim omhoog verhinderen en het komt dan steeds op de instelling van de mens tegenover zulke slagen van het noodlot aan, of ze ook van nut waren voor zijn ziel. De materie is een groot gevaar voor de ziel, want ze moet er gedurende het leven op aarde vrij van worden.

De wil van de mens moet zich afkeren van de wereld en de goederen ervan, en naar geestelijke rijkdom verlangen. De mens moet aan het lot van zijn ziel na zijn dood denken en deze helpen rijper te worden.

Het hart moet zich losmaken van alles wat de wereld biedt en haar verlangen moet op geestelijke goederen zijn gericht, dan zal de wereld haar bekoring vanzelf verliezen en heeft de ziel haar leven op aarde niet tevergeefs afgelegd.

En wanneer u dus aardse goederen verliest, beschouw dat dan als een hulpmiddel van God om uw ziel er vrij van te maken. Wees dankbaar voor de hulp en bezin u op het doel van uw aardse leven.

Want u weet allen, dat al het aardse vergankelijk is en dat uw leven op aarde niet eeuwig duurt.

Verschaft u daarom geestelijke goederen die met u meegaan in de eeuwigheid.

Geef vrijwillig op wat u toch eens zult verliezen en verschaf u daardoor een rijkdom waarmee u kunt werken in het rijk hierna.

Dan leeft u uw aardse leven bewust en u zult ook niet verloren kunnen gaan wanneer het einde voor u komt, wanneer de graad van rijpheid van de ziel wordt beoordeeld, evenals uw levenswandel op deze aarde.

Amen

Materie ist große Gefahr für die Seele....

Die geistige Entwicklung des Menschen, zwecks derer er auf Erden lebt, ist immer dann gefährdet, wenn er sich ganz von der Materie gefangennehmen läßt und er also keinerlei Verbindung hat mit dem geistigen Reich. Dann wird die Seele gänzlich vom Körper beherrscht, dann sind des Menschen Gedanken nur der Erde und ihren Gütern zugewandt, dann glaubt er auch nicht an einen Gott und Schöpfer, denn er lässet keine Gedanken an Ihn aufkommen, es ist seine Seele gänzlich der Materie verhaftet, und sie wird erneut herabgezogen zur Tiefe. Und kommt sie bis zur Beendigung ihres Leibeslebens nicht zu einer besseren Erkenntnis, dann wird auch die Materie ihre erneute Hülle werden, wenn das Ende dieser Erde gekommen ist. Und darum soll den Menschen ernsthaft vor Augen gestellt werden, daß die Materie nicht bestehenbleibt, daß sie vergänglich ist und daß der Mensch nichts gewinnt, auch wenn er in deren Besitz kommt, denn er muß alles hergeben, wenn die Stunde seines Todes gekommen ist.... Und es werden auch viele Menschen vorzeitig ihr irdisches Hab und Gut hingeben müssen, wenn durch den Eingriff Gottes das große Chaos kommen wird.... die große Not, die durch den Willen Gottes die Menschheit betreffen wird. Dann werden sie erkennen, wie vergänglich alles Irdische ist, und wohl denen, die nun noch die rechte Erkenntnis gewinnen, die der Seele noch geistige Güter zu verschaffen suchen, ehe es zu spät ist. Solange der Mensch lebt, kann er noch zu dieser Erkenntnis gelangen und dann der Seele zur Aufwärtsentwicklung verhelfen. Doch solange die Materie ihn noch gefangenhält, erzielt die Seele keinen geistigen Gewinn. Und darum wird auch den Menschen oft schicksalsmäßig irdisches Gut genommen, es fällt oft materielles Gut der Vernichtung anheim, es gehen irdische Werte verloren, oder es werden dem Menschen Dinge genommen, an denen sein Herz besonders stark hängt.... aber es sind dies alles nur Hilfeleistungen Gottes, Der die Seele frei machen will von irdischen Belastungen, die ihren Aufstieg hindern, und es kommt dann immer nur auf die Einstellung des Menschen zu solchen Schicksalsschlägen an, ob sie auch von Nutzen waren für seine Seele. Es ist die Materie eine große Gefahr für die Seele, denn sie soll während des Erdenlebens frei werden von ihr.... Der Wille des Menschen soll sich abwenden von der Welt und ihren Gütern und nach geistigem Reichtum verlangen, der Mensch soll an das Los der Seele nach seinem Tode denken und dieser zur höheren Reife verhelfen.... Es soll das Herz sich lösen von allem, was die Welt bietet, und ihr Verlangen soll auf geistige Güter gerichtet sein, dann wird von selbst die Welt ihren Reiz verlieren, und die Seele hat ihr Dasein auf Erden nicht vergeblich zurückgelegt.... Und wenn ihr also irdische Güter verlieret, so erkennet das an als eine Hilfeleistung Gottes, eure Seele davon frei zu machen; seid dankbar für die Hilfe und besinnet euch eures Erdenlebenszweckes.... Denn das wisset ihr alle, daß alles Irdische vergänglich ist und daß euer Leben auf Erden nicht ewig währet.... Darum schaffet euch geistige Güter, die euch nachfolgen in die Ewigkeit.... Gebet freiwillig dahin, was ihr doch einmal verlieret, und schaffet euch dadurch einen Reichtum, mit dem ihr arbeiten könnet im jenseitigen Reich.... Dann lebet ihr euer Erdenleben bewußt, und ihr könnet auch nicht verlorengehen, wenn das Ende für euch kommt, wenn der Seele Reifegrad gewertet wird sowie euer Lebenswandel auf dieser Erde....

Amen