Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

GOD's Liefde - De eindtijd

U allen moet aanspraak maken op Mijn Liefde. U moet weten dat u een liefdevolle VADER hebt, DIE voor u zorgt en DIE u ook vreugden bereidt, als die bevorderlijk zijn voor uw voltooiing.

Mijn Liefde tot Mijn kinderen kent geen grenzen, en allen die op MIJ toesnellen, die zelf willen dat IK hun VADER ben, zijn Mijn kinderen. Mijn Liefde zal nooit ophouden Zich weg te schenken - en Ze zal u alles geven wat u lichamelijk en geestelijk nodig hebt. En het staat u dus zelf vrij van Mijn Vaderliefde gebruik te maken. U moet u slechts open stellen en u door MIJ laten aanspreken, en u zult dan beslist niet met lege handen heengaan.

Want IK heb u nog veel te zeggen omdat de tijd op haar einde loopt, en omdat alles zo geschieden zal zoals het verkondigd is in woord en geschrift. U moet dit ook aan uw medemensen vertellen, maar u zult niet vaak ontvankelijke harten vinden die u aanhoren en geloven. Toch maakt de nood van deze tijd het noodzakelijk gewag te maken van dat wat op korte termijn gebeuren zal - en wie er dan gelooft die zal gered worden. Maar wie niet gelooft en zich niet voorbereidt op het einde die zal ten onder gaan, d.w.z. het gericht zal hem overvallen als IK Mijn eeuwige ordening herstellen zal, als het einde van deze aarde gekomen is.

Deze tijd gaat u, mensen met reuzenschreden tegemoet. En ook Mijn Liefde kan dat einde niet tegenhouden, omdat Mijn Liefde al het geestelijke omvat waartoe ook het nog gebonden geestelijke behoort dat zijn ontwikkelingsgang nog moet beginnen of voortzetten. Dat nu de mensen merendeels falen en hun aardse leven niet benutten om hun ziel te laten rijpen is hun eigen schuld, hun vrije wil, die MIJ daarom geen aanleiding kan geven om van Mijn heilsplan af te zien en het nog onverloste geestelijke aan zijn ellende over te laten.

Maar IK zal nog alles doen om de mensen bij te staan, dat zij een uitweg vinden uit hun geestelijke nood. IK zal steeds weer door u de mensen aanspreken en hen wijzen op de tijd die voor hen ligt. IK zal openlijk en in het verborgene tot hen komen en zij zullen MIJ ook kunnen herkennen, opdat zij niet kunnen zeggen niet gewaarschuwd te zijn.

En wie dus MIJ belijdt, wie probeert Mijn Wil te vervullen, die kan er ook zeker van zijn dat hij tot de mijnen behoort, dat IK hem Liefde schenk en dat IK hem behoeden en verzorgen zal tot aan het einde van de wereld; tot de strijd die de mensen nog te wachten staat, ten einde is: De geloofsstrijd, die Mijn tegenstander zal laten ontbranden. Want hij woedt tot het einde toe onder de mijnen om hen nogmaals van MIJ te laten afvallen. Want het is zijn doel dat hij het geloof vernietigen wil dat nog sporadisch onder de mensheid te vinden is.

Maar dit geloof is meestal ook nog echt zwak en daarom wil IK het sterk maken door Mijn rechtstreekse aanspreken, opdat dit geloof overeind blijft en onwankelbaar standhoudt - als Mijn Naam beleden moet worden voor de wereld. Wie IKZelf kan aanspreken, hetzij direct of ook door Mijn dienaren, die zal een levend geloof verkrijgen en geen bedreigingen zullen hem verschrikken, omdat hij zijn VADER heeft herkend en HEM niet meer kan opgeven. Wie echter geen levend geloof heeft, die zal MIJ prijsgeven terwille van de wereld - en hij zal zijn leven aan Mijn tegenstander verliezen, hij zal met alle winden meewaaien.

En gezegend als hij zich nog aan u opricht, als hij zich door u laat onderwijzen - en nog te elfder ure de weg tot MIJ terugvindt. Want IK wil ieder aannemen die nog op het laatste ogenblik tot MIJ komt, omdat IK niet wil dat hij verloren gaat, omdat IK u allen het eeuwige leven wil schenken.

Daarom moet Mijn Woord nog ijveriger verspreid worden, daarom wil IK u steeds weer aanspreken. IK wil ZELF door u tot de mensen spreken die anders hun hart niet vrijwillig voor MIJ openen. Ja, u kunt in Mijn plaats aankloppen. En als IK dan Zelf kom en zij hun deur voor MIJ openen, dan zal IK ook tot hen spreken en zij zullen zalig zijn. Want Mijn Liefde houdt nooit op - en wie MIJ Zelf liefde schenkt, die zal IK duizendvoudig belonen. IK wil hem geestelijk en aards gelukkig maken. Want dan lijdt zijn ziel geen schade meer, dan is zij MIJ toegedaan en zij zal dan ook voor eeuwig de band met MIJ niet meer kunnen verbreken, want haar liefde behoort MIJ toe en wordt daarom door MIJ op zijn innigst beantwoord - en zij zal daardoor voor eeuwig zalig zijn en blijven.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Gottes Liebe.... Endzeit....

Ihr sollet alle Meine Liebe in Anspruch nehmen, ihr sollt wissen, daß ihr einen liebevollen Vater habt, Der für euch sorgt und euch auch Freuden bereitet, wenn sie euch dienen zu eurer Vollendung. Meine Liebe zu Meinen Kindern ist grenzenlos, und Meine Kinder seid ihr alle, die ihr zu Mir strebet, die ihr selbst wollet, daß Ich euer Vater bin. Und Meine Liebe wird nie aufhören, sich zu verschenken, sie wird euch alles geben, was ihr irdisch und geistig benötigt. Und es bleibt euch selbst also überlassen, von Meiner Vaterliebe Gebrauch zu machen, ihr sollt euch nur öffnen und euch von Mir ansprechen lassen, und ihr werdet gewißlich nicht leer ausgehen. Denn Ich habe euch noch viel zu sagen, weil die Zeit ihrem Ende zugeht und weil alles so kommen wird, wie es verkündet ist in Wort und Schrift. Und ihr sollt euch euren Mitmenschen mitteilen.... aber ihr werdet nicht oft aufnahmebereite Herzen finden, die euch anhören und glauben. Dennoch gebietet es die Not der Zeit, dessen Erwähnung zu tun, was kommen wird in kurzer Frist.... Und wer da glaubet, der soll gerettet werden, wer nicht glaubt und sich nicht vorbereitet auf das Ende, der wird untergehen, d.h., das Gericht wird ihn ereilen, wenn Ich Meine ewige Ordnung wiederherstellen werde.... wenn das Ende dieser Erde gekommen ist. Und dieser Zeit gehet ihr Menschen mit Riesenschritten entgegen. Und auch Meine Liebe kann das Ende nicht aufhalten, weil Meine Liebe alles Geistige umfaßt, wozu auch das noch gebundene Geistige gehört, das seinen Entwicklungsgang beginnen oder fortsetzen soll. Daß nun die Menschen zumeist versagen und ihr Erdenleben nicht ausnutzen zum Ausreifen ihrer Seelen, ist ihre eigene Schuld, ihr freier Wille, der darum Mich nicht veranlassen kann, von Meinem Heilsplan abzugehen und das noch unerlöste Geistige in seiner Pein zu belassen. Aber Ich werde wahrlich noch alles tun, um den Menschen beizustehen, daß sie herausfinden aus ihrer geistigen Not.... Ich werde immer wieder durch euch die Menschen ansprechen und sie hinweisen auf die Zeit, die vor ihnen liegt.... Ich werde offen und versteckt zu ihnen kommen, und sie sollen Mich erkennen können, auf daß sie nicht sagen können, nicht gewarnt worden zu sein. Und wer sich also zu Mir bekennt, wer Meinen Willen zu erfüllen trachtet, der kann auch dessen gewiß sein, daß er zu den Meinen gehört, daß Ich ihm Meine Liebe schenke, daß Ich ihn schützen und betreuen werde bis an der Welt Ende.... bis der Kampf zu Ende geführt sein wird, der den Menschen noch bevorsteht: der Glaubenskampf, den Mein Gegner entbrennen lassen wird, weil er bis zum Ende wütet unter den Meinen, um sie Mir nochmals abtrünnig zu machen. Und das ist sein Ziel, daß er den Glauben zerstören will, der noch unter der Menschheit vorhanden ist. Aber dieser Glaube ist zumeist noch recht schwach, und darum will Ich ihm Stärkung verleihen durch Meine direkte Ansprache, auf daß der Glaube sich festige und unerschütterlich standhalten wird, wenn Mein Name bekannt werden soll vor der Welt. Wen Ich Selbst ansprechen kann.... sei es direkt oder auch durch Meine Boten, der wird einen lebendigen Glauben gewinnen, und ihn werden keine Drohungen schrecken, weil er seinen Vater erkannt hat und nicht mehr von Ihm lassen kann. Wer aber nicht lebendig ist im Glauben, der wird Mich dahingeben um des Irdischen willen, und er wird selbst sein Leben verlieren an Meinen Gegner.... er wird wie ein schwankendes Rohr im Winde sein, und gesegnet, wenn er sich an euch noch aufrichtet, wenn er sich von euch belehren lässet und noch in letzter Stunde zu Mir zurückfindet. Denn Ich werde jeden annehmen, der noch in letzter Stunde zu Mir kommt, weil Ich nicht will, daß ihr verlorengehet, weil Ich euch allen das ewige Leben schenken will. Darum soll noch eifrig Mein Wort verbreitet werden, darum will Ich euch immer wieder anreden, Ich will Selbst durch euch zu den Menschen sprechen, die sonst Mir ihr Herz freiwillig öffnen. Aber ihr könnt an Meiner Statt anklopfen, und wenn Ich Selbst dann komme und sie öffnen Mir ihre Tür, dann werde Ich sie auch Selbst ansprechen, und sie werden selig sein. Denn Meine Liebe höret nimmer auf, und wer Mir Selbst Liebe entgegenbringt, den will Ich tausendfach beschenken, Ich will ihn geistig und irdisch beglücken, denn dann erleidet seine Seele keinen Schaden mehr, dann ist sie Mir zugetan und wird nun auch ewiglich die Bindung mit Mir nicht zu lösen vermögen.... Denn ihre Liebe gilt Mir und wird von Mir aufs innigste erwidert, und sie wird selig sein und bleiben ewiglich....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde