• Terug

Verrijzenis en vergeestelijking van Jezus

U zult gerust als waarheid kunnen aannemen, dat mijn lichaam zich tegelijk met mijn ziel heeft vergeestelijkt. Dat Ik kon opstaan uit de dood, omdat er niets materieels meer in het graf achterbleef dat de gang van zijn ontwikkeling nog verder zou hebben moeten gaan.

Ik was in het aardse bestaan ook over mijn lichaam Heer geworden. Ik had alle substanties vergeestelijkt, dat wil zeggen: ze als mens Jezus op mijn Vader gericht. Er was niets meer aan het lichaam wat zich verzette tegen de Vader in Mij. En Ik heb de kwellingen aan het kruis niet om mijnentwil - ter wille van de vergeestelijking van mijn lichaam - ondergaan, maar hiermee alleen de zonden van de mensheid teniet gedaan.

Maar mijn lichaam was toch nog menselijk ingesteld, zodat het de grote pijnen gevoeld en gedragen heeft. Maar toen Ik met mijn dood aan het kruis het verlossingswerk voor de mensheid voltooide, wilde Ik u nog het bewijs leveren van mijn vergeestelijking die mijn opstanding uit de dood tot gevolg had. Lichaam en ziel konden dus verrijzen, omdat ze het werk van de vergeestelijking hadden volbracht. En niets was in staat dit geestelijke nu vast te houden in het graf, want de geest doordringt alles, zelfs de hardste materie.

Deze vergeestelijking van het lichaam was wel mogelijk voor Mij, omdat Ik helemaal vervuld was van de liefde en omdat de liefde elke onreine substantie oplost. Omdat daar, waar liefde is, zich niets onrijps meer staande kan houden. Omdat de liefde een samensmelten met de eeuwige Liefde garandeert. Omdat ze alles verteert en alleen het zuiver geestelijke achterblijft, dat zich nu aaneen kan sluiten met de Oer-geest van eeuwigheid. Ik leefde in deze liefde. En als u mensen u eveneens tot liefde vormt, zult u eveneens uw lichaam kunnen vergeestelijken. U zult alle materiële substanties in de juiste ordening brengen en al het daarin gebonden geestelijke zal zich op Mij, de eeuwige Liefde, richten en elke weerstand opgeven, die eens zijn substanties verhardde en de reden van de verbanning in de materie is geweest.

Maar deze vergeestelijking van het lichaam zal maar weinig mensen nog op aarde lukken, doch het is mogelijk. En dan zal ook het lichaam kunnen opstaan, tegelijk met de ziel. Alleen zal dit voor u mensen niet vaak zichtbaar zijn, omdat het voor het zielenheil niet nodig is dat u ongewone dingen meemaakt die voor de mensen in het algemeen niet begrijpelijk zijn.

Maar dat Ik zelf ben opgestaan uit de dood, dat ook mijn lichaam aan het graf ontsteeg, zult u kunnen geloven. Want mijn leven als mens was waarlijk zodanig dat de vergeestelijking van het lichaam kon plaatsvinden, dat er niets meer hoefde achter te blijven om een verdere ontwikkelingsfase door te maken. Ik had de aaneensluiting gevonden met de Vader van eeuwigheid. Ik was volledig van Hem doordrongen. Ik stond niet meer buiten Zijn wezen, Ik was met Hem versmolten tot in alle eeuwigheid.

Maar voor u is het wezen van God niet begrijpelijk te maken, want Hij is een Geest die alles vervult en alles doordringt. Hij kan niet als persoon worden aangeduid. Hij is ook niet zichtbaar. Hij, die in Mij was gedurende de tijd van mijn aards bestaan als mens, is kracht en licht in zo’n mate dat alles zou verteren wanneer het zich niet tot een hoge graad van liefde zou hebben gevormd. En daarom kon Ik volledig worden doorstraald door dit licht en deze kracht, zonder te vergaan. Maar ook mijn vergeestelijkt lichaam behield zijn gedaante, ondanks de volheid van de goddelijke Geest, zodat Ik dus zichtbaar bleef voor de wezens die in een hoge graad van rijpheid Mij zelf tegemoet treden.

De grote Geest van eeuwigheid die het heelal vervulde, had zich gemanifesteerd in een menselijke gedaante. Ik werd zichtbaar voor mijn geschapen wezens in Jezus Christus, want Ik zelf ben ook een Wezen - wat voor u mensen pas begrijpelijk zal zijn wanneer u zelf vol van liefde de vereniging met Mij zult zijn aangegaan.

En dan begrijpt u ook het probleem van mijn opstanding, de verheerlijking van lichaam en ziel en mijn volledige samensmelting met de geest van de Vader van eeuwigheid. Dan pas begrijpt u de eenheid van Jezus en de Vader. Dan pas bent u geheel met Mij verbonden en herkent u Mij zelf, uw God en Vader van eeuwigheid in Jezus Christus. Want Hij en Ik zijn één en wie Mij ziet, ziet ook de Vader.

Amen

Auferstehung und Vergeistigung Jesu....

Dies könnet ihr getrost als Wahrheit annehmen, daß sich Mein Körper zugleich mit Meiner Seele vergeistigt hat, daß Ich also deshalb auferstehen konnte von den Toten, weil nichts Materielles mehr im Grabe zurückblieb, das den Gang seiner Entwicklung noch hätte weitergehen müssen. Ich war im Erdenleben Herr geworden auch über Meinen Körper, Ich hatte alle Substanzen vergeistigt, d.h. sie als Mensch Jesus Meinem Vater von Ewigkeit zugewendet; es war nichts mehr am Körper, was sich dem Vater in Mir widersetzte, und Ich habe die Qualen am Kreuz nicht um Meinetwillen.... um der Vergeistigung Meines Körpers willen.... erlitten, sondern mit diesen nur die Sünden der Menschheit getilgt. Aber Mein Körper war doch noch menschlich ausgerichtet, so daß er die großen Schmerzen gefühlt und ertragen hat.... Doch als Ich mit Meinem Tod am Kreuz das Erlösungswerk für die Menschheit vollendete, wollte Ich euch noch den Beweis bringen von Meiner Vergeistigung, die zur Folge hatte Meine Auferstehung von den Toten.... Körper und Seele also konnten auferstehen, weil sie das Werk der Vergeistigung vollbracht hatten, und nichts war fähig, dieses Geistige nun im Grabe festzuhalten, denn der Geist durchdringt alles, selbst die festeste Materie. Diese Vergeistigung des Körpers war Mir wohl möglich, weil Ich ganz von der Liebe erfüllt war und weil die Liebe jegliche unreine Substanz auflöst, weil.... wo Liebe ist.... sich nichts Unreifes mehr halten kann, weil die Liebe ein Verschmelzen mit der Ewigen Liebe garantiert, weil sie alles aufzehrt und nur das Reingeistige zurückbleibt, das sich nun zusammenschließen kann mit dem Urgeist von Ewigkeit. Ich stand in dieser Liebe, und so ihr Menschen euch gleichfalls zur Liebe gestaltet, werdet ihr auch gleichfalls euren Körper vergeistigen können, ihr werdet alle materiellen Substanzen in die rechte Ordnung bringen, und alles darin gebundene Geistige wird sich Mir als der Ewigen Liebe zuwenden und jeglichen Widerstand aufgeben, der einstmals seine Substanzen verhärtete und Ursache der Bannung in der Materie gewesen ist. Aber diese Vergeistigung ihres Körpers wird nur wenigen Menschen noch auf Erden gelingen, doch sie ist möglich. Und dann wird auch der Körper auferstehen können zugleich mit der Seele, nur wird euch Menschen dies nicht oft ersichtlich sein, weil es für das Seelenheil nicht nötig ist, daß ihr ungewöhnliche Dinge erlebet, die den Menschen allgemein nicht verständlich sind. Doch daß Ich Selbst auferstanden bin von den Toten, daß auch Mein Leib dem Grabe entstieg, könnet ihr glauben, denn Mein Leben als Mensch war wahrlich so, daß die Vergeistigung des Körpers stattfinden konnte, daß nichts mehr zurückzubleiben brauchte, um eine weitere Entwicklungsphase durchzumachen. Ich hatte den Zusammenschluß gefunden mit dem Vater von Ewigkeit.... Ich war völlig durchdrungen von Ihm, Ich stand nicht mehr außerhalb Seines Wesens, Ich war mit Ihm verschmolzen bis in alle Ewigkeit. Doch euch ist das "Wesen Gottes" nicht verständlich zu machen, denn Er ist ein Geist, Der alles erfüllt und alles durchdringt.... Er kann nicht personifiziert werden, Er ist auch nicht schaubar, Er ist Kraft und Licht in einem Ausmaß, das alles verzehren würde, wenn es sich nicht zu einem hohen Grad der Liebe gestaltet hätte, die in Mir war während der Zeit Meines Erdenwandels als Mensch. Und darum konnte Ich völlig durchstrahlt werden von diesem Licht und der Kraft, ohne zu vergehen, aber auch Mein vergeistigter Leib behielt seine Form trotz der größten Fülle des göttlichen Geistes, so daß Ich also schaubar blieb den Wesen, die in einem hohen Reifegrad Mir Selbst gegenübertreten.... Der große Geist von Ewigkeit, Der das ganze All erfüllte, hatte Sich manifestiert in einer menschlichen Form.... Ich wurde schaubar Meinen erschaffenen Wesen in Jesus Christus, denn Ich Selbst bin auch eine Wesenheit, was euch Menschen erst begreiflich sein wird, wenn ihr selbst voller Liebe und die Vereinigung mit Mir eingegangen sein werdet.... Und dann fasset ihr auch das Problem Meiner Auferstehung, der Vergeistigung von Körper und Seele und Meiner völligen Verschmelzung mit dem Vatergeist von Ewigkeit.... Dann erst fasset ihr die Einheit Jesu und des Vaters.... Dann erst seid ihr Mir ganz verbunden, und ihr erkennet Mich Selbst, euren Gott und Vater von Ewigkeit, in Jesus Christus.... Denn Er und Ich sind eins, und wer Mich sieht, der sieht auch den Vater....

Amen