• Terug

Gods nabijheid betekent vrede en liefde

Zolang u mensen zich nog op verre afstand van Mij bevindt, zult u ook geen ware vrede hebben, al bent u aards nog zo rijkelijk met goederen gezegend. Want u waakt dan angstvallig over uw bezit, in plaats van ervan uit te delen aan uw medemensen, wat steeds liefde zou betekenen en de liefde u dan al met Mij zou verbinden. De verre afstand van Mij is niets anders dan liefdeloosheid. En zou u de liefde hebben, dan zou ook de verwijdering van Mij geringer zijn geworden, dan zou u in Mij geloven en uw best doen mijn wil te vervullen. Er ontbreekt u dus de liefde en daarom zult u op aarde ook nooit gelukkig kunnen zijn, omdat een liefdeloze mens ook voortdurend in conflict is met zijn medemensen en omdat hem de innerlijke vrede ontbreekt, die hem alleen verzekert van de verbondenheid met Mij.

Van Mij verwijderd te zijn betekent ook ongelukkig te zijn. U wereldse mensen zult u weliswaar kunnen verdoven met aardse vreugden en genoegens en dus de verwijdering van Mij niet zo ellendig voelen, maar het zullen dan ook slechts voorbijgaande verdovingen zijn, doch een blijvend geluksgevoel doen ontberen, dat alleen in de liefde is gefundeerd. Liefde is aaneensluiting met Mij en dus ook gelukzaligheid. Liefdeloosheid is verwijdering en daarom moet de mens ook de ware gelukzaligheid ontberen, zelfs wanneer hij het aan zichzelf niet wil toegeven. De mens die aards rijk is gezegend, is daarom niet altijd gelukkig te noemen, tenzij hij zijn rijkdommen alleen als geleend beschouwt en ze gebruikt in de geest van mijn goddelijke liefde. Hij geeft waar nood is en tracht die mensen gelukkig te maken die gebrek hebben aan stoffelijk goed. Dan is in hem de liefde voor de naaste ook diep en hij bewijst zijn liefde voor God, wanneer hij de naaste bijstaat naar vermogen.

Dan zal ook zijn aardse rijkdom gezegend zijn. Hij zelf zal zich ook daarin kunnen verheugen, er zullen hem ook aardse genoegens niet ontzegd blijven die Ik zelf hem bereid, omdat hij ervan kan genieten zonder daardoor zijn ziel schade toe te brengen, want hij blijft in elke levenssituatie innig met Mij verbonden door zijn liefde. Hij heeft de grote afstand al overwonnen en kan daarom ook aardse goederen zijn eigendom noemen, omdat hij ze juist benut, dat wil zeggen in dienst van de naastenliefde.

Steeds weer wordt u mensen daarom de liefde gepredikt, als u zich met Mij wilt verenigen, als u de verre verwijdering van Mij wilt opheffen, als u op aarde al vrede en gelukzaligheid wilt genieten, die u alleen in de verbinding met Mij zult kunnen vinden. En alleen de liefde brengt deze band met Mij tot stand. Alleen de liefde verzekert u mijn tegenwoordigheid en alleen door de liefde verkrijgt u uw oerstaat terug die in onmetelijke gelukzaligheid bestond, die u zo stevig met Mij verbond dat Ik u kon doorstralen met mijn liefde. Doch zolang de liefde u ontbreekt, bent u ook van Mij verwijderd en zult u daarom ook niet gelukzalig kunnen zijn.

Amen

Gottes Nähe bedeutet Frieden und Liebe....

Solange ihr Menschen euch noch in weitem Abstand von Mir befindet, werdet ihr auch keinen rechten Frieden haben, und ob ihr irdisch noch so reichlich mit Gütern gesegnet seid. Denn ihr hütet dann ängstlich euren Besitz, anstatt davon auszuteilen an eure Mitmenschen.... was immer Liebe bedeuten würde und die Liebe euch dann schon Mir verbinden würde. Der weite Abstand von Mir ist nichts anderes als Lieblosigkeit.... und hättet ihr die Liebe, dann wäre auch die Entfernung von Mir geringer geworden, dann würdet ihr an Mich glauben und euch bemühen, Meinen Willen zu erfüllen. Es mangelt euch also die Liebe, und darum werdet ihr auch niemals auf Erden glücklich sein können, weil ein liebeloser Mensch auch in ständigem Konflikt steht mit seinen Mitmenschen und weil ihm der innere Friede fehlt, den nur die Verbundenheit mit Mir ihm sichert. Von Mir entfernt zu sein bedeutet auch Unseligkeit.... Ihr Weltmenschen könnet zwar euch mit irdischen Freuden und Genüssen betäuben und also die Entfernung von Mir nicht so unselig empfinden, aber es werden dann auch nur vorübergehende Betäubungen sein, aber eine dauernde Beseligung vermissen lassen, die allein in der Liebe begründet ist. Liebe ist Zusammenschluß mit Mir und also auch Seligkeit.... Lieblosigkeit ist Entfernung, und darum muß der Mensch auch die rechte Seligkeit entbehren, selbst wenn er es sich nicht eingestehen will. Der Mensch, der irdisch reich gesegnet ist, ist darum nicht immer glücklich zu nennen, es sei denn, er sieht seine irdischen Reichtümer nur als geliehen an und verwendet sie im Sinne Meiner göttlichen Liebe.... Er gibt, wo Not ist, und suchet solche Menschen zu beglücken, die Mangel leiden an irdischem Gut. Dann also ist auch in ihm die Liebe tief zum Nächsten, und er beweiset seine Liebe zu Gott, wenn er dem Nächsten beisteht nach seinen Kräften. Dann wird auch sein irdischer Reichtum gesegnet sein, er selbst wird sich auch daran erfreuen können, es werden ihm auch irdische Genüsse nicht versagt bleiben, die Ich Selbst ihm bereite, weil er sie genießen kann, ohne dadurch seiner Seele Schaden zuzufügen, denn er bleibt Mir in jeder Lebenslage innig verbunden durch seine Liebe, er hat die weite Entfernung schon überwunden und kann darum auch irdische Güter sein eigen nennen, weil er sie recht verwertet, d.h. im Dienst der Nächstenliebe. Immer wieder wird daher euch Menschen die Liebe gepredigt, wollet ihr euch mit Mir vereinen, wollet ihr die weite Entfernung von Mir aufheben, wollet ihr auf Erden schon Frieden und Seligkeit genießen, die ihr nur in der Verbindung mit Mir finden könnet. Und nur die Liebe stellt diese Bindung mit Mir her, nur die Liebe sichert euch Meine Gegenwart, und nur durch die Liebe gewinnet ihr euren Urzustand zurück, der in unermeßlicher Seligkeit bestand, der euch so fest mit Mir verband, daß Ich euch durchstrahlen könnte mit Meiner Liebe.... Doch solange euch die Liebe mangelt, seid ihr auch von Mir entfernt und könnet darum auch nicht selig sein....

Amen