Door het heelal trekken ontelbare hemellichamen hun baan en alle hebben hun taak - te helpen bij de voltooiing van het onvolkomen geestelijke. En zo begrijpt u nu ook de Woorden: "In het huis van Mijn VADER zijn vele woningen!". En elk hemellichaam neemt die zielen op van wie de toestand van rijpheid aan de omstandigheden op dat hemellichaam is aangepast - of anders gezegd - de mogelijkheden zich te voltooien zijn op elk hemellichaam andere en naargelang hiervan worden ook de zielen die tot voltooiing moeten komen, daarheen overgeplaatst. Maar steeds zijn ook de levensvoorwaarden anders, omdat alle hemellichamen naar hun aard en hoedanigheid verschillend zijn van elkaar, en er kan aan de mensen op aarde geen nadere beschrijving worden gegeven, omdat veel er van voor hen onbegrijpelijk zou zijn en een geestelijk inzicht voorop stelt om begrepen te kunnen worden.
Maar er zijn voor alle zielen, voor zielen in elke graad van rijpheid ook de geëigende hemellichamen om tot voltooiing te komen, waar die zielen zich positief kunnen ontwikkelen als zij van goede wil zijn. Want ook daar wordt met de vrije wil van het geestelijke wezen rekening gehouden, ook daar is geestelijke dwang uitgeschakeld, ofschoon de desbetreffende levensvoorwaarden het wezen in een zekere dwangpositie plaatsen, zich daarin te voegen, omdat anders een bestaan op zo'n hemellichaam niet mogelijk zou zijn. En overal wordt de wezens opheldering geschonken over het doel van hun bestaan. Of zij nu dat licht aannemen en benutten staat hun vrij, is echter beslissend voor hun opwaartse ontwikkeling. Maar al deze scheppingswerken van GOD zijn "woningen in het huis van de VADER". En bijgevolg zal eenmaal al het geestelijke toch die graad van voltooiing bereiken, waarin het aards- materiële scheppingen kan verruilen voor zuiver geestelijke scheppingen, die u mensen met uw aardse ogen niet vermag te aanschouwen. Want alles wat voor u zichtbaar is,zijn steeds nog scheppingen, die wezens herbergen die zich nog moeten voltooien. Daarentegen zijn de reeds volmaakte wezens dan ook in het Lichtrijk werkzaam en hebben geen zichtbare scheppingen als verblijfplaats meer nodig.
Maar al deze scheppingen zijn eindeloos ver van elkaar verwijderd en ook niet voor elkaar bereikbaar. De bewoners van al deze hemellichamen zijn aan hun eigen wereld gebonden - aan het hemellichaam dat hen draagt. Alleen na het bereiken van een bepaalde graad van rijpheid kunnen zij van verblijfplaats wisselen, maar niet willekeurig, maar altijd volgens de grondwet van GOD, waar al Zijn scheppingen zich naar moeten voegen - zoals ook al de wezens die aan deze scheppingen zijn toebedeeld. Daarom is het onzinnig aan te nemen dat zich bewoners van deze hemellichamen willekeurig verwijderen en naar andere hemellichamen zouden kunnen gaan, zonder bevreesd te moeten zijn voor hun eigen vernietiging. Want de levensomstandigheden zijn op alle hemellichamen anders en die kunnen niet eigenmachtig terzijde worden geschoven.
In de eindtijd zal echter ook met zulke plannen gemanipuleerd worden. De tegenstander van GOD zal de lichtgelovigheid van de mensen gebruiken, doordat hij hen voorspiegelt, dat zij verbindingen kunnen hebben met bewoners van andere werelden - en dat dezen uit schijnbaar goede motieven eveneens contact willen opnemen met de mensen op aarde. Want de tegenstander probeert daarmee een ding te bereiken: het geloof aan een einde van de oude aarde te ondermijnen, om zo de mensen te verhinderen zich op dat einde voor te bereiden.
De mensen moeten echter daarover worden ingelicht, dat de aarde een hemellichaam op zichzelf is, dat geen verbinding heeft met andere werelden en dat elke verbinding met de bewoners ervan alleen geestelijk tot stand kan komen. Dat de mens zich dus wel met bewoners van hogere werelden van het Lichtrijk kan verbinden door goede gedachten - vragend om hulp in geestelijke nood - die hem geestelijk ook wel gegeven wordt - maar dat het voor hem niet raadzaam is wezens aan te roepen van hemellichamen, van wie hij niet weet in welke graad van geestelijke rijpheid zij zich bevinden en of zij hem geestelijke hulp verlenen kunnen. In elk geval komt aardse hulp niet in aanmerking, zoals GOD's tegenstander de mensen zou willen doen geloven - dat die wezens vóór een vernietiging van de aarde hun invloed op de bewoners van de aarde zouden kunnen doen gelden. Echte hulp kan alleen GOD verlenen, als de tijd die u, mensen vreest, is gekomen, als u daaraan gelooft, maar HIJ verleent ze ook aan ieder die HEM er om bidt. En HIJ heeft waarlijk engelen genoeg die alleen op Zijn Wil acht slaan om die uit te voeren - en dezen zullen zich ook om de mensen bekommeren, als het uur gekomen is.
Maar GOD's tegenstander heeft in de lichtgelovigheid van de mensen een goede bodem gevonden, waarin hij waarlijk veel slecht zaad kan zaaien. En de mensen nemen al deze onderrichtingen van zijn kant eerder aan dan de zuivere waarheid, wat ook kenmerkend is voor de waarde van zijn zaaigoed. Want steeds probeert de mens een voordeel voor zichzelf uit de dwaling te behalen, en wijst hij de waarheid af, die hem dit voordeel niet belooft.
Het einde is dichtbij en komt onherroepelijk - en elke leer is vals die het einde in twijfel trekt, of aan de mensen een uitweg verkondigt die niet volgens de Wil van GOD is. Want GOD voert Zelf ieder mens uit elk gevaar - die tot HEM vlucht - die tot de zijnen behoort, die een einde niet hoeven te vrezen.
Amen
VertalerV vesolju kroži nešteto zvezd (planetov) in vse (vsi) imajo nalogo pomagati nezrelim dušam, da dosežejo zrelost.... In tako lahko sedaj razumete tudi besede: "V hiši mojega Očeta je mnogo bivališč...." (Janez 14:2). In vsaka zvezda sprejema duše, katerih stanje zrelosti ustreza pogojem na tej zvezdi (planetu); z drugimi besedami: možnost za dozorevanje se razlikuje na vsaki zvezdi, in skladno temu so tja prestavljene tudi duše, katere morajo dozoreti. Vendar pa so tudi pogoji za življenje vedno drugačni, saj se vrste zvezd in njihova sestava med seboj razlikujejo. Podroben opis ne more biti dan ljudem na Zemlji, ker bi jim veliko tega bilo nerazumljivo, in potrebno je duhovno znanje, da bi to razumeli.
Toda za vse duše, ne glede na njihovo stopnjo zrelosti obstajajo tudi primerne zvezde za dozorevanje, kjer se duše dobre volje lahko (v razvoju) povzpnejo navzgor. Ker celo tudi tam je svobodna volja duhovnih bitij upoštevana, tudi tam se ne uporablja duhovna prisila, čeprav posamezni pogoji življenja omejujejo bitje do te mere, da se mora v te vklopiti (jih sprejeti), sicer obstanek na tej zvezdi ne bi bil mogoč. In povsod bodo ta bitja prejela Svetlobo, ki razkriva namen njihovega obstoja.... Ali bodo oni Svetlobo sprejeli in uporabili, je odvisno od njih samih, vendar je to ključnega pomena za njihov vzpon. In vsa ta dela Božjega stvarstva so "stanovanja v Očetovi hiši....". Zatorej bo vsa duhovna bit nekega dne dosegla stopnjo zrelosti, katera ji bo omogočila menjavo fizičnih stvaritev s tistimi čisto duhovnimi stvaritvami.... katere vi ljudje ne morete videti s svojimi zemeljskimi očmi. Kajti vse kar je vam vidno, so še vedno stvaritve, ki udomačujejo (prikrivajo) bitja, ki se še morajo izpopolniti (dozoreti), ker so popolna bitja potem tudi dejavna v kraljestvu Svetlobe in več ne potrebujejo "vidne" stvaritve za svoje prebivališče.
Vendar so vsa ta dela stvarstva med seboj neskončno oddaljena, in oni drug za drugega niso v dosegu.... Prebivalci vseh teh svetov so vezani na svoj planet, na zvezdo, na kateri živijo.... Šele potem, ko dosežejo določeno stopnjo zrelosti, lahko zamenjajo svoje prebivališče, vendar ne samovoljno, temveč v skladu z Božjim temeljnim zakonom.... kateremu se vse Njegove stvaritve morajo podrediti, kakor tudi vsa bitja, ki so tem stvaritvam dodeljena. Zatorej si je nesmiselno predstavljati, da bi prebivalci teh svetov lahko samovoljno odšli z njih in se približali drugim svetovom brez strahu, da ne bodo doživeli lastnega uničenja....
Kajti pogoji za življenje so na vseh zvezdah drugačni in teh ni mogoče samovoljno izključiti. Vendar se bo v času Konca manipuliralo tudi s takšnimi projekti (načrti).
(17. 5. 1960) Božji nasprotnik bo izkoriščal lahkovernost ljudi s simulacijo, da lahko imajo oni stik s prebivalci drugih svetov in, da ti iz navidezno dobrih razlogov prav tako želijo vzpostaviti stik s prebivalci Zemlje. Kajti Nasprotnik s tem želi doseči naslednje: spodkopati verovanje v Konec na stari Zemlji, in s tem ljudem preprečiti, da bi se pripravili za ta Konec....
Vendar pa morajo biti ljudje obveščeni o tem, da je Zemlja ločen planet, ki nima nobenega stika z drugimi svetovi in, da se bilo kakšna povezava z drugimi svetovi lahko vzpostavi le duhovno.... Zato je človek v resnici sposoben priti v stik s prebivalci naprednih svetov, s kraljestvom Svetlobe skozi dobre proseče misli za pomoč v duhovni stiski.... katera mu bo potem duhovno prav gotovo nudena.... vendar pa zanj ni priporočljivo, da pokliče bitja na drugih zvezdah, o katerih ne ve, na kakšni duhovni ravni se nahajajo in ali mu lahko dajo duhovno pomoč. Fizična pomoč definitivno ne pride v poštev, kot bi to Božji nasprotnik želel, da ljudje verjamejo, da lahko ta bitja pred dokončnim uničenjem vršijo svoj vpliv na prebivalce Zemlje .
Samo Bog lahko zagotovi pravilno obliko pomoči, ko pride čas, katerega se vi ljudje bojite, če vi v to verujete. Toda On (Bog) bo dodelil to pomoč vsakemu, kateri Ga zanjo prosi. In On ima resnično dovolj angelov, ki so izključno pozorni na Njegovo voljo, da jo izvajajo, in ti bodo prav tako poskrbeli za ljudi, ko pride čas.... Toda Božji nasprotnik je v človeški lahkovernosti našel plodna tla, v katera resnično lahko posadi veliko slabih semen. In ljudje pa vse te njegove zavajajoče nauke sprejemajo prej kot pa Čisto Resnico, kar je tudi pokazatelj vrednosti njihove setve.
Kajti zmota bo vedno raje sprejeta kot pa Resnica; ljudje vedno poskušajo, kako pridobiti prednost od zmote, in zavračajo Resnico, katera jim te prednosti ne obljublja. Konec je blizu in bo prišel nepreklicno.... In napačno je vsako učenje, ki postavlja pod vprašaj Konec, ali zagotavlja ljudem izhod, ki ne ustreza volji Boga.... Kajti Bog Osebno bo izpeljal-rešil iz nevarnosti vsakega, kdor Mu zaupa sebe, kateri v Njem najde zatočišče, kateri pripada Njegovim Lastnim, ki se ne rabijo bati Konca. AMEN
Vertaler