Ik zal u de mensen op uw weg voeren aan wie u het evangelie zult moeten verkondigen, maar het zijn er altijd maar weinige die naar u luisteren en uw woorden ter harte zullen nemen. Het is maar een kleine kudde die Mij - haar Herder - volgt en deze kleine kudde zal Ik bijstaan. En Ik laat niet toe dat er in mijn stal wordt ingebroken en mijn schapen van Mij weg worden geroofd, want Ik ben een goede Herder die Zijn leven geeft voor Zijn schapen. U allen behoort tot mijn kudde, die naar mijn roep luistert zodra hij voor u weerklinkt.
En mijn roep is altijd mijn woord waardoor Ik zelf u aanspreek van boven. Mijn roep is de lokroep van een goede herder, die niet wil dat een schaapje uit Zijn kudde voor Hem verloren zal gaan en die ook tot u woorden van liefde spreekt om u bij zich te houden, om u te waarschuwen en te vermanen opdat u niet bij diegene in de valstrikken terecht komt die u van Mij wil ontvreemden. Ik laat u wel uw vrije wil en wanneer u over verre velden gaat, dan zult u allen uw weg kunnen kiezen, waarheen u wilt. Maar een goede herder volgt zijn schaapjes en hij zoekt die verdwaald zijn, die zich verwijderden van de goede weg, die in ravijnen of op hoogten te ver zijn gegaan. Een goede herder lokt en roept zodat ze de weg naar hem terugvinden, zodat ze bescherming zoeken, zich verdringen om hem en met hem samen naar het vaderland gaan, waar rust en stilte hen omgeeft aan het einde van de dag en na de lange omzwervingen door de velden.
En dat is het kenmerk van een goede herder, dat hij zijn schaapjes niet aan hun lot overlaat wanneer de nacht is aangebroken. Want zo menig schaapje zal verdwalen, het zal van de goede weg afgaan en op de bergen te hoog klimmen, het zal zijn weg richten op vreemd gebied waar het gevangen genomen en gedood worden kan, het zal de verkeerde weg opgaan en zijn kudde en herder verliezen. En dan zal een goede herder hem volgen en net zo lang roepen tot hij het heeft gevonden. En vol vreugde zal hij zich voorover buigen en het schaapje in zijn armen nemen, om het weer terug te dragen naar de kudde en ze naar de vertrouwde stal terug te drijven. En zo ga ook Ik alle mensen achterna die Mij als de goede Herder hebben verlaten en hun eigen wegen gaan, die in de wereld verzeild zijn geraakt en proberen hierin op te klimmen. Het zijn allen verdwaalde schaapjes die Mij aan het hart gaan en die Ik graag weer voor Mij terug wil winnen, die Ik graag tot de mijnen wil rekenen en daarom steeds weer lok en roep door mijn woord, zodat ze daar gevolg aan geven en Mij weer in liefde naderbij komen, van wie ze zich hebben verwijderd. En daarom weerklinkt steeds weer mijn woord van boven en wie het ontvangt moet het verder uitdragen in de wereld, want de mensen hebben mijn woord dringend nodig, mijn liefdevolle lokroep die hen weer naar hun vaderland terug moet roepen.
En Ik weet waarlijk wie mijn woord nodig hebben en deze leid Ik op uw weg, opdat u bij hen het werk in de wijngaard zult kunnen verrichten, opdat u Mij als de goede Herder diensten van liefde zult kunnen bewijzen en Mij ook de schaapjes weer terug kunt brengen die zich van de kudde verwijderden en die toch weer tot Mij moeten komen omdat ze zonder Mij niet zalig kunnen worden.
Het zullen er niet veel meer zijn op wie mijn woord nog indruk zal maken. Veeleer zullen de meeste mensen zich verzetten u aan te horen, want mijn kudde is verstrooid en ver weg gedreven door de vijand, die zich wederrechtelijk toe-eigent wat zich vrijwillig aan hem overgeeft. En toch moet de lokroep van de goede Herder steeds opnieuw weerklinken. Want zodra zij vrijwillig weer naar Mij terugkeren, kan Ik hen ook terughalen en naar de vertrouwde stal leiden.
Daarom, lok en roep ook u, die mijn evangelie in de wereld uitdraagt. Maak de mensen de goede Herder bekend die onophoudelijk Zijn schaapjes zoekt en hen onder Zijn trouwe hoede wil nemen. Verkondig de mensen dat er een God van liefde bestaat die er alleen maar op wacht dat ze naar Hem toekomen in al hun noden, die als een goede Herder elk schaapje in Zijn armen wil nemen, die het alle bescherming biedt bij zich zelf, opdat alle mensen bij Hem goed geborgen zijn.
Amen
VertalerIch werde euch die Menschen in den Weg führen, denen ihr das Evangelium künden sollet, doch es sind immer nur einzelne, die euch anhören und eure Worte beherzigen werden. Es ist nur eine kleine Herde, die Mir, ihrem Hirten, folget, und diese kleine Herde halte Ich Mir zusammen, und Ich lasse es nicht zu, daß in Meinen Stall eingebrochen wird und Mir Meine Schafe geraubt werden, denn Ich bin ein guter Hirt, Der Sein Leben lässet für Seine Schafe. Ihr alle gehöret zu Meiner Herde, die ihr auf Meinen Ruf höret, sowie er euch ertönet.... Und Mein Ruf ist allzeit Mein Wort, durch das Ich Selbst euch anspreche aus der Höhe.... Mein Ruf ist der Lockruf eines guten Hirten, Der nicht will, daß Ihm ein Schäflein aus Seiner Herde verlorengehe, und Der auch zu euch Worte der Liebe spricht, um euch zu halten, um euch zu warnen und zu mahnen, auf daß ihr nicht jenem in die Fallstricke geratet, der euch Mir entwenden will. Ich lasse euch wohl freien Willen, und wenn ihr wandelt auf weiter Flur, so könnet ihr alle euren Weg nehmen, wohin ihr es wollt, aber ein guter Hirt verfolgt seine Schäflein, und er suchet, die sich verirrt haben, die sich entfernten vom rechten Wege, die sich verstiegen haben in Abgründe oder auf Anhöhen. Ein guter Hirt locket und rufet, daß sie zu ihm zurückfinden, daß sie sich Schutz-suchend um ihn drängen und mit ihm zusammen der Heimat zugehen, wo sie Ruhe und Stille umfängt nach des Tages Ablauf und langen Wanderungen durch die Felder. Und das ist das Merkmal eines guten Hirten, daß er seine Schäflein nicht ihrem Schicksal überläßt, wenn die Nacht hereingebrochen ist.... Denn so manches Schäflein wird sich verirren, es wird abweichen vom rechten Weg und sich auf die Höhen versteigen, es wird seinen Weg lenken auf fremdes Gebiet, wo es eingefangen und getötet werden kann, es wird abseits gehen und seine Herde und den Hirten verlieren.... Und dann wird ein guter Hirt ihm folgen und so lange rufen, bis er es gefunden hat.... Und voller Freude wird er sich niederbeugen und das Schäflein auf seine Arme nehmen, um es wieder zurückzutragen zu der Herde und dem heimatlichen Stall zuzutreiben. Und so auch gehe Ich allen Menschen nach, die sich von Mir als dem guten Hirten getrennt haben, die ihre eigenen Wege gehen, die sich in die Welt verirrt haben und in der Welt aufwärtszusteigen trachten.... Alle sind es verirrte Schäflein, die Mir am Herzen liegen und die Ich gern wieder zurückgewinnen will für Mich, die Ich zu den Meinen zählen möchte und darum immer wieder locke und rufe durch Mein Wort, daß sie ihm Folge leisten und sich Mir wieder in Liebe nahen, von Dem sie sich entfernt haben. Und darum ertönt immer wieder Mein Wort aus der Höhe, und wer es empfängt, der soll es weitertragen in die Welt, denn die Menschen benötigen dringend Mein Wort, Meinen liebevollen Lockruf, der sie wieder zur Heimat zurückrufen soll.... Und Ich weiß es wahrlich, wer Mein Wort benötigt, und diese führe Ich euch in den Weg, auf daß ihr an ihnen Weinbergsarbeit verrichten könnet, auf daß ihr Mir als dem guten Hirten Liebedienste erweisen könnet und Mir auch die Schäflein wieder zurückbringen könnt, die sich von der Herde entfernten und die doch wieder zu Mir kommen sollen, weil sie ohne Mich nicht selig werden können. Es werden nicht viele mehr sein, auf die Mein Wort noch Eindruck machen wird (15.11.1959) es werden vielmehr die meisten Menschen sich sträuben, euch anzuhören, denn Meine Herde hat sich zerstreut und ist vom Feind hinweggetrieben worden, der sich widerrechtlich aneignet, was sich ihm freiwillig ergibt.... Und dennoch soll der Lockruf des guten Hirten immer wieder ertönen, denn sowie sie sich freiwillig Mir wieder zukehren, kann Ich sie auch zurückholen und dem heimatlichen Stall zuführen. Darum locket und rufet auch ihr, die ihr Mein Evangelium hinaustraget in die Welt. Kündet den Menschen vom guten Hirten, Der unentwegt Seine Schäflein suchet und sie in Seine treue Hut nehmen will.... kündet den Menschen, daß es einen Gott der Liebe gibt, Der nur darauf wartet, daß sie zu Ihm kommen in allen ihren Nöten, Der wie ein guter Hirt jedes Schäflein auf Seinen Arm nehmen will, Der ihm Schutz und Schirm bietet bei Sich Selbst, auf daß alle Menschen bei Ihm wohlgeborgen sind....
Amen
Vertaler