• Terug

De voorbede voor zielen in de diepte

U weet niets van al het lijden van een niet verloste ziel in de diepte. En al wordt ze u ook beschreven, dan zult u er zich toch geen voorstelling van kunnen maken. Want het is ondraaglijk en geen mens zou in het lichamelijke leven zulke kwellingen kunnen verdragen zonder zijn aardse leven daarbij te verliezen. En toch blijven deze zielen in de duisternis waar hun zulke kwellingen worden aangedaan, omdat ze in hun wezen nog zo halsstarrig zijn en God weerstrevend, dat hun geen ander lot te wachten kan staan, want het is hun eigen schuld. Het is een toestand die ze te allen tijde zouden kunnen veranderen, wanneer ze het maar wilden. En “hij die wil, hem geschiedt geen onrecht” wanneer hij een lot moet dragen dat nu eenmaal zijn weerstand zelf heeft veroorzaakt. Toch zijn deze zielen te beklagen, want hun halsstarrigheid laat ook geen klein lichtvonkje opflitsen. Want ze keren zich er koppig van af en blijven vaak eeuwige tijden in hun door eigen schuld ontstane gemoedstoestand, eer er een kleine vermindering van hun weerstand te bespeuren valt. Maar eerder kan hun lot ook niet worden verbeterd. En daarom kan er van eeuwige kwelling en verdoemenis worden gesproken, wanneer daarmee het lot bedoeld wordt van de zielen die op de grootste afstand van God verblijven en niet in het minst bereid zijn hun opvatting te veranderen. Maar deze zielen proberen zich ook te handhaven en hun slechte lusten en neigingen over te dragen op zwakke mensen, in wier nabijheid ze zich soms verdringen om zich door die andere te uiten. Alle mensen worden door verderfelijke geesten lastig gevallen en hoe zwakker een mens is, des te minder lukt het hem ze te verdringen. En vaak wordt hij dan een slachtoffer van deze kwade geesten. Maar iedere mens kan zich tegen hen beschermen doordat hij voor zulke zielen bidt.

Het mag u vreemd in de oren klinken dat u nog uw gebeden zou moeten schenken aan diegenen, die openlijke tegenstanders zijn van uw God en Vader, die als ware duivels te keer gaan in het rijk hierna en ook op aarde in deze laatste tijd, waarin de hel alles heeft uitgebraakt en de aarde door zulke verderfelijke geesten is overspoeld en hun de tol betaalt wanneer de mensen aan hen en hun op- en aandringen toegeven.

Maar tegen al het kwade zult u zich kunnen beschermen door de liefde.

U moet niet houden van hun slechte driften. U moet hun wezen niet vergoelijken of aan hun verlangens toegeven, maar u moet weten dat ze meelijwekkend zijn, dat ze kwellingen hebben te verduren die u door een gebed of een liefdevolle gedachte voor hen zult kunnen lenigen. En u moet hun deze genade van een gebed of liefdevolle gedachte niet weigeren en proberen ze te kalmeren. Dan zult u ook waarlijk door hen gespaard blijven, want ze voelen uw liefde en laten u met rust, omdat ook zij zich van de genade van een gebed voelbaar bewust worden, omdat er zelfs een mogelijkheid bestaat dat ze verslappen in hun praktijken en zich bezinnen op iets beters, wat weliswaar bewuste voorbede vergt, omdat zulke zielen al te zeer verhard zijn om zich dadelijk aan een verandering te onderwerpen.

Maar het is niet zonder hoop. En eraan denkend dat u voortdurend door zulke verderfelijke geesten bent omgeven in deze laatste tijd voor het einde, zou u zich bewust om hen moeten bekommeren en steeds weer liefdevolle gedachten uitzenden naar die wezens, die zich werkelijk in een beklagenswaardige toestand bevinden, waardoor ze hulp nodig hebben. Ze bevinden zich echter in deze toestand door eigen schuld, daarom is er niet steeds succes te verwachten. Maar geen gebed is zonder uitwerking van kracht en geen gebed is daarom tevergeefs. Het helpt zielen te verlossen uit de diepte, wanneer het is uitgaat naar zulke wezens die zonder hulp niet uit de diepte kunnen worden verlost. Wees daarom niet bang voor hun kwellingen, waaraan u allen bent blootgesteld. Bejegen ze daarentegen alleen met goede gedachten en een liefdevolle wil om te helpen, en ze zullen dat voelen en u vooreerst met rust laten. En ze zullen niet meer van u weggaan, wanneer ze voelen dat er verlossende kracht van u uit gaat. U hebt zoveel mogelijkheden om verlossend bezig te zijn en u doet het niet bewust. Slechts een medelijdende gedachte is toch al voldoende voor die zielen uit de diepte, die zonder hulp de kracht en de wil niet kunnen opbrengen zich uit de diepte los te maken. Eerst moet hun weerstand worden gebroken en daar is liefde voor nodig.

Van zulke wezens uit de diepte te houden, kan van u mensen niet worden verlangd, omdat u tot dergelijke liefde niet in staat bent. Maar diep medelijden moet u vervullen wanneer u aan de onmetelijke kwellingen denkt, waaraan deze wezens zijn overgeleverd. En deze zult u moeten proberen te verzachten, en u kunt het door medelijdende gedachten en de wil om hen te helpen. Er kan u niet worden beschreven, van welke aard hun kwellingen zijn. Maar dat ze onuitsprekelijke kwellingen te verduren hebben, is zeker. En dat moet u aansporen tot liefdevolle voorbeden, vanuit de wil ze hulp te bieden. En de sfeer rondom u zal gereinigd worden, want ze zullen u allen met rust laten - u, die voor hen als vrienden herkenbaar bent door uw licht en de kracht die van u uitgaat. Op deze manier zult u veel verlossingswerk kunnen verrichten, die u eens grote dankbaarheid zal opleveren in de eeuwigheid.

Amen

Fürbitte für Seelen in der Tiefe....

Ihr wisset nichts von den Leiden einer unerlösten Seele in der Tiefe, und ob sie euch auch geschildert werden, so könnet ihr sie euch doch nicht vorstellen, denn sie sind unerträglich, und kein Mensch würde im Leibesleben solche Qualen erdulden können, ohne sein irdisches Leben dabei zu verlieren. Und dennoch bleiben diese Seelen in der Finsternis, wo ihnen solche Qualen bereitet werden, weil sie in ihrem Kern noch so verstockt sind und Gott-widerstrebend, daß ihnen kein anderes Los blühen kann, denn es ist ihre eigene Schuld, es ist ein Zustand, den sie jederzeit wenden könnten, wenn sie es nur wollten, und dem "Wollenden geschieht kein Unrecht....", wenn er ein Los ertragen muß, das eben sein Widerstand selbst heraufbeschworen hat. Dennoch sind diese Seelen bedauernswert, denn ihre Verstocktheit lässet auch keinen Lichtfunken aufblitzen, denn sie wenden sich ihm stur ab und bleiben in ihrer selbstverschuldeten Verfassung oft ewige Zeiten, ehe ein kleines Nachlassen ihres Widerstandes zu verzeichnen ist. Aber eher kann auch nicht ihr Los sich bessern, und darum kann von "ewiger" Qual und Verdammnis gesprochen werden, wenn damit das Los der Seelen gemeint ist, die in weitester Entfernung von Gott weilen und nicht im geringsten zu einer Sinnesänderung bereit sind. Diese Seelen aber suchen sich auch durchzusetzen und ihre bösen Gelüste und Veranlagungen zu übertragen auf schwache Menschen, in deren Nähe sie sich zuweilen drängen, um sich durch jene zu äußern. Alle Menschen werden von Ungeistern bedrängt, und je schwächer ein Mensch ist, desto weniger gelingt es ihm, sie abzudrängen, und er wird dann oft ein Opfer dieser Ungeister. Aber ein jeder Mensch kann sich vor ihnen schützen, indem er für solche Seelen betet.... Es mag euch das seltsam klingen, daß ihr denen noch eure Gebete schenken sollet, die offene Gegner eures Gottes und Vaters sind.... die als wahre Teufel wüten im jenseitigen Reich und auch auf Erden in dieser letzten Zeit, wo die Hölle alles hinausgeworfen hat und die Erde von solchen Ungeistern überfüllt ist und ihnen den Tribut zollt, wenn die Menschen ihnen und ihrem Drängen nachgeben.... Aber gegen alles Böse könnet ihr euch schützen durch die Liebe.... Ihr sollt nicht ihre bösen Triebe lieben, ihr sollt nicht ihr Wesen beschönigen oder ihrem Begehren nachkommen, aber ihr sollt wissen, daß sie erbarmungswürdig sind, daß sie Qualen zu leiden haben, die ihr ihnen durch ein Gebet oder einen liebenden Gedanken lindern könnet, und ihr sollt ihnen diese Gnade eines Gebetes oder lieben Gedankens nicht versagen und versuchen, sie zu sänftigen, und ihr werdet wahrlich auch von ihnen verschont bleiben, denn sie fühlen eure Liebe und lassen ab von euch, weil auch sie der Gnade eines Gebetes spürbar innewerden.... weil es sogar eine Möglichkeit ist, daß sie nachlassen in ihrem Tun und sich eines Besseren besinnen.... was zwar bewußte Fürbitte erfordert, weil solche Seelen schon zu sehr verhärtet sind, um sofort sich einer Wandlung zu unterziehen.... Aber es ist nicht hoffnungslos, und dessen eingedenk, daß ihr ständig von solchen Ungeistern umgeben seid in dieser letzten Zeit vor dem Ende, solltet ihr euch derer bewußt annehmen und immer wieder liebende Gedanken hinaussenden, jenen Wesen zu, die wirklich in einem bedauernswerten Zustand sich befinden, daß ihnen Hilfe not tut.... jedoch aus eigener Schuld. Darum ist nicht immer auf Erfolg zu rechnen, aber kein Gebet ist ohne Kraftwirkung und kein Gebet daher vergeblich.... es hilft Seelen aus der Tiefe erlösen, wenn es solchen Wesen zugedacht ist, die ohne Hilfe nicht aus der Tiefe erlöst werden können. Darum fürchtet euch nicht vor ihren Bedrängungen, denen ihr alle ausgesetzt seid, sondern begegnet ihnen nur mit guten Gedanken und liebendem Hilfswillen, und sie werden das spüren und euch vorerst auslassen, um dann nicht mehr von euch zu gehen, wenn sie es fühlen, daß von euch erlösende Kraft ausgeht. Ihr habt so viele Möglichkeiten, erlösend tätig zu sein, und tut ihr es nicht bewußt, so genügt doch schon ein mitleidiger Gedanke für jene Seelen aus der Tiefe, die ohne Hilfe nicht die Kraft und den Willen aufbringen können, sich aus der Tiefe zu lösen. Erst muß ihr Widerstand gebrochen werden, und dazu ist Liebe erforderlich.... Solche Wesen aus der Tiefe zu lieben ist von euch Menschen nicht zu verlangen, weil ihr zu einer solchen Liebe nicht fähig seid. Aber tiefes Erbarmen soll euch erfüllen, wenn ihr an die unermeßlichen Qualen denket, denen diese Wesen ausgeliefert sind. Und diese sollet ihr zu lindern suchen, und ihr könnt es durch mitleidige Gedanken und dem Willen, ihnen zu helfen. Welcher Art ihre Qualen sind, das kann euch nicht geschildert werden, aber daß sie unsagbare Qualen zu erdulden haben, das ist gewiß, und das soll euch anspornen zu liebender Fürbitte, im Willen, ihnen Hilfe zu bringen. Und es wird die Sphäre um euch gereinigt werden, denn sie alle werden ablassen von euch, die ihr ihnen als Freunde erkenntlich seid durch euer Licht und die Kraft, die von euch ausgehen.... In dieser Weise könnet ihr viel Erlöserarbeit leisten, die euch einmal großen Dank eintragen wird in der Ewigkeit....

Amen