Het is moeilijk de mensen ervan te overtuigen dat Ik Mij niet tevreden kan laten stellen met uiterlijkheden - en hieronder versta Ik het formalistisch meelopen met menselijke zeden en gebruiken die geheel waardeloos zijn, juist omdat ze slechts een "meelopen" betekenen, overgenomen gewoontes of gebruiken die maar schijn zijn en Mij dus niet welgevallig kunnen zijn. Want Ik wil waarheid, een levend christendom. Ik wil dat de mensen ijverig meedoen en zelf meeleven, want voor het dode zal Ik nooit en te nimmer begrip hebben of mijn toestemming kunnen geven. Dood is echter alles wat de mensen zich eigen maken of van medemensen overnemen, zonder zelf eenmaal serieus daarover een standpunt te hebben ingenomen. En wanneer een mens dus door zijn opvoeding tot een bepaalde opvatting werd gebracht, heeft hij de plicht zodra hij denken kan, zichzelf een mening te vormen, en pas wat hij dan in vrije wil aanneemt of afwijst, is zijn eigen gedachtegoed waarvoor hij zich moet verantwoorden, hoe hij het benut heeft.
Maar hij zal zich ook moeten verantwoorden voor een blind geloof. Zo'n geloof zal hem nooit kunnen worden aangerekend als aan God welgevallig, want Ik kan het niet goedkeuren als gedachteloos en zonder bezwaar alles wordt geloofd en de mens zelf in het geheel niet onderzoekt wat er van hem verlangd wordt te geloven. Hij zal er zich ook nooit op kunnen beroepen door leraren zo onderwezen te zijn, want hij is, als mens die zelf denken kan, ook in staat na te denken over wat men van hem verlangt te geloven. En hij zal ook in zijn denken juist geleid worden als het hem ernst is achter de waarheid te komen. Deze ernstige wil echter ontbreekt de meeste mensen, en zij nemen daarom veel gedachteloos aan en zijn nu van mening ware christenen te zijn, wanneer zij de leerstellingen die Jezus Christus betreffen niet afwijzen. Het is echter nog lang geen geloof dat zij bezitten, want een geloof dat voor Mij waarde heeft moet levend zijn en kan alleen door een serieuze instelling verworven worden. Waar is deze echter te vinden?
De mensen nemen vaak genoegen met het eenmalig onderricht uit hun jeugd, dat zij nu in het leven meenemen en dat hen nu geloven laat dat de kennis ervan voldoende is, en zij voelen zich nu niet verder verantwoordelijk tegenover hun God en Schepper. Hoe ver bevinden dezen zich nog op een dwaalspoor en hoe leeg zullen zij eens voor Mij staan, wanneer Ik van hen verantwoording verlang voor hun aardse leven. Doch zij zijn niet te overtuigen van hun verkeerde denken, anders zouden zij zich moeite geven er dieper in door te dringen en zij zouden zich met een levendige geest bezighouden met de tot dusver dode kennis die zij bezitten.
Er zijn er maar weinige die daar geen genoegen mee nemen en op zoek gaan om de waarheid te vinden. En deze weinigen zullen haar ook vinden omdat zij in hun binnenste Mijzelf zoeken, die de eeuwige Waarheid ben. Maar alle mensen zouden kunnen Mij zoeken. Want alle mensen kunnen denken en iedere ernstige gedachte zou hen op de juiste weg leiden, daar Ik dan zelf al bereid ben mijn handen uit te strekken en allen die licht verlangen uit de duisternis in het licht te trekken. Doch zolang een mens niet inziet dat hij zich op de verkeerde weg bevindt, ziet hij ook niet om naar de juiste weg. En de mensen geloven over de juiste weg te gaan, omdat het hun ingeprent wordt door leiders die zelf nog niet de juiste weg gevonden hebben.
En zo is het aan ieder persoonlijk overgelaten, maar indirect wordt ook ieder afzonderlijk steeds weer geholpen. Hij wordt in gedachten aangespoord over zichzelf na te denken en zich af te vragen hoe hij zich wel staande zal houden als hij zich zal moeten verantwoorden tegenover Mij. En als hij bij zulke innerlijke vragen langere tijd blijft stilstaan, zal Ik ze hem ook beantwoorden, want alleen zijn wil vraag Ik, dat die zich bewust naar Mij wendt. Dan zal Ik nimmer van zijn zijde wijken tot hij op de juiste weg gaat, waar hij Mij zoekt en heel zeker ook vinden zal.
Amen
VertalerE’ difficile convincere gli uomini che non Mi posso accontentare di una formalità, e sotto “formalità” intendo un correre insieme in usi e costumi umani, che sono totalmente inutili, proprio perché soltanto quelli che “corrono insieme”, sono una usanza accettata, che è soltanto apparenza, e perciò non può compiacerMi. Voglio in Verità un cristianesimo vivo, voglio, che gli uomini partecipino con fervore e loro stessi lo vivano, perché per la cosa morta non avrò mai e poi mai comprensione o potrei dare il Mio Assenso. Ma morto è tutto ciò che gli uomini si appropriano oppure i prossimi accettano, senza aver mai preso una volta loro stessi una seria posizione. E quando un uomo per educazione è stato portato ad una certa opinione, allora ha il dovere, appena può pensare, di occuparsene, e solo ciò che ora accetta nella libera volontà, è un bene dei propri pensieri, di cui deve poi rispondere sul come lo valuta. Ma deve anche rispondere per una $$cieca$$ $$fede$$. Una tale fede non potrà mai essergli messa in conto come compiacente a Dio, perché non posso accettare quando tutto viene creduto senza pensiero e senza riflettere, e l’uomo stesso non sottopone ad alcun esame ciò che viene preteso da lui di credere. Non potrà nemmeno mai appellarsi, di essere stato istruito da “maestri”, perché lui stesso è, come uomo capace di pensare, anche nella situazione, di riflettere su ciò che viene preteso da lui di credere. E lui verrà anche guidato giustamente nel suo pensare, quando intende seriamente di comprendere la Verità. Ma questa seria volontà manca nella maggioranza degli uomini, perciò accettano spensieratamente molto, e vivono ancora nella fede di essere veri cristiani, se non rifiutano gli insegnamenti di fede, che riguardano Gesù Cristo. Ma non è di gran lunga nessuna fede questo che possiedono, perché una fede, che ha valore davanti a Me, deve essere viva, e può essere conquistata solamente mediante una seria predisposizione. Ma dove la si trova? Agli uomini basta sovente un unico ammaestramento nella gioventù, che ora si portano nella vita e che ora fa loro credere, che il sapere di ciò ora basti ed ora non porterebbero alcun altra responsabilità nei confronti del loro Dio e Creatore. Quanto lontano si trovano ancora in questo errore, e quanto vuoti staranno una volta davanti a Me, quando pretenderò da loro la responsabilità per la loro vita terrena. Ma non si possono convincere del loro falso pensare, altrimenti si sforzerebbero, di penetrare più a fondo, e poi si liberebbero anche con lo spirito vivo del sapere morto che finora possiedono. Sono solo pochi, coloro che non si accontentano ed ora cercano di trovare la Verità. E questi pochi la troveranno anche, perché interiormente cercano Me Stesso, perché Io Sono l’Eterna Verità. Ma tutti gli uomini potrebbero cercarMi, perché tutti gli uomini possono pensare, ed ogni serio pensiero li condurrebbe sulla giusta via, perché Io Stesso Sono sempre pronto a tendere le Mie Mani e tirarw dal buio alla Luce, tutti coloro che la desiderano. Ma se un uomo non ammette, che si trova sulla via sbagliata, non si guarda nemmeno intorno per la giusta via. E gli uomini credono di camminare giustamente, perché così è stato loro inculcato da guide, che loro stesse non hanno ancora trovato la giusta via. E così ognuno è abbandonato a sé stesso. Ma indirettamente ogni singolo viene anche sempre aiutato, viene ammonito mentalmente, di ricordarsi di sé stesso e di domandarsi, come resisterebbe, se dovesse prendersi le responsabilità nei Miei Confronti. E se si sofferma più a lungo con tali domande interiori, allora gli risponderò anche, perché chiedo solo la sua volontà, che questa si rivolga coscientemente a Me. Allora non andrò più via da lui, finché cammina sulla retta via, dove Mi cerca ed anche certamente MI troverà.
Amen
Vertaler