Er bestaat geen aards- materiële wereld, waarvan de bewoners zuiver lichamelijk die wereld kunnen verlaten zonder hun leven te verliezen - helemaal onverschillig of hieronder deze aarde of andere hemellichamen te verstaan zijn die levende wezens dragen van 'n vaste consistentie, die afhangt van de gesteldheid van het hemellichaam, d.w.z. zich aan deze aard aanpast. En daarom bestaat nooit de mogelijkheid dat bewoners van een hemellichaam zich op een ander kunnen begeven, omdat altijd alleen dät hemellichaam de levensvoorwaarden aan het schepsel biedt hetgeen hem is toegewezen door de Wil van GOD.
Weliswaar zijn er geestelijke verbindingen tussen verschillende werelden, die echter altijd alleen geestelijke doeleinden nastreven en beogen, maar nooit de desbetreffenden bewoners van een hemellichaam concrete voordelen zouden willen of kunnen bezorgen, zoals de mensen zich dat voorstellen of hopen. Er zijn geen verbindingen tussen verschillende hemellichamen, tenzij, er een geestelijke verbinding tot stand wordt gebracht tussen de wezens van geestelijke scheppingen, die naar alle hemellichamen heen hun licht kunnen laten uitstralen, en dus ook d.m.v.gedachten met de mensen op aarde verbonden zijn, als dezen zo'n verbinding willen - als zij zich openstellen voor hun uitstralingen. Dan kunnen die lichtwezens ook wel raad geven in aards opzicht, zij kunnen zich om alle aardse noden van de mensen bekommeren en in werkelijk goddelijke zin hun invloed op de mensen uitoefenen. Maar dat zij aan de mensen zichtbaar verschijnen zal een grote uitzondering blijven in zeer bijzondere gevallen en om een heel bijzondere reden, wat echter niet algemeen genomen mag worden, doordat een massaal optreden van zulke wezens verwacht of als zeker op handen zijnd aangekondigd wordt.
De mensen moesten bedenken dat zij in de tijd van het einde leven. Ze moesten bedenken wat het betekent dat de tegenstander van GOD kort vóór het einde van zijn vrijheid staat - dat hij opnieuw gekluisterd wordt en dat hij het weet dat hem nog maar weinig tijd overblijft. En toch gelooft hij in zijn verblinding nog dat zijn macht zal zegevieren - en daarom schrikt hij voor niets terug om zijn vermeende overwinning te behalen. En als de mensen dit weten, dan kunnen zij ook veel zaken verklaren die hen ongewoon raken of hun raadselachtig schijnen, en de wetenschap geeft op velerlei gebied opheldering. Onopgehelderde verschijnselen echter duiken op buiten de wetenschap - in gebieden, die meer als buitenzintuiglijk te betitelen zijn.
En juist deze gebieden benut de tegenstander opdat zijn ontmaskering er niet zo makkelijk valt - opdat hij de mensen laat geloven dat zij worden aangesproken uit de geestenwereld vol van licht en zich nu overgeven aan zijn invloed. Deze invloed heeft altijd tot doel de mensen van de waarheid af te leiden, hun denken door dwaling te verduisteren - dus de terugkeer tot GOD te verhinderen. Want de gedachten van de mensen worden weer naar de materie toe geleid, die overwonnen moet worden tijdens het leven op de aarde.
Wat door de kant van GOD als "zeer binnenkort" wordt aangekondigd - wat met het "nabijzijnd einde" samenhangt, wordt door GOD's tegenstander genegeerd. En zo worden in de mensen valse verwachtingen gewekt die onverschilligheid tegenover hun ziel als gevolg heeft en een groot gevaar voor de zielen zijn, dat zij het einde onvoorbereid meemaken en weer voor eeuwige tijden verloren gaan. Mensen die hun zinnen niet op de wereld hebben gericht vallen niet ten prooi aan deze verleidingskunsten van de tegenstander, want hun op GOD gerichte blik en hun verlangen naar waarheid verzekert hun ook een juist denken. En al kunnen zij ook zulke verschijnselen niet verklaren, ze maken geen diepere indruk op hun levenswandel - zij gaan vastberaden hun weg tot aan het einde, steeds onder de bescherming van lichtwezens die verhinderen dat de tegenstander van GOD zich van hen meester maakt. Want uiteindelijk is de wil van de mens zelf beslissend of, en in hoever hij in de waarheid wandelt.
Amen
VertalerNon esiste nessun mondo terreno-materiale i cui abitanti potessero lasciare questo mondo in modo puramente corporeo senza perdere la loro vita – non importa, se è da intendere la Terra oppure altre costellazioni, che ospitano degli esseri viventi di consistenza solida, che è a seconda della costituzione della costellazione, cioè si adatta a questa costituzione. E per questo non esiste mai una possibilità che gli abitanti di una costellazione si possano recare su un’altra, perché soltanto quella costellazione offre all’essere vivente sempre le condizioni vitali la quale è assegnata dalla Volontà di Dio. Esistono bensì dei collegamenti spirituali tra differenti mondi, che perseguono comunque soltanto sempre delle mete spirituali ma a questo scopo, non vogliono o non possono mai creare dei vantaggi oggettivi ai relativi abitanti di una costellazione come se lo immaginano o sperano gli uomini. Non esiste nessun collegamento tra differenti costellazioni, a meno che non venga stabilito un collegamento spirituale tra gli esseri di Creazioni spirituali, che possono far irradiare la loro Luce a tutte le costellazioni e che sono perciò collegati mentalmente anche con gli uomini sulla Terra, se questi desiderano un tale collegamento, quando si aprono alle loro irradiazioni. Allora quegli esseri di Luce possono dare dei consigli anche in relazione terrena – si possono occupare di tutte le miserie terrene degli uomini ed esercitare la loro influenza sugli uomini nel vero senso divino. Ma che appaiano visibilmente agli uomini, rimarrà solamente un eccezione in casi del tutto particolari e per un motivo del tutto particolare – cosa che però non deve essere generalizzato mentre ci si aspetta o viene annunciato per sicuro una futura apparizione in masse di tali esseri. Gli uomini dovrebbero considerare che vivono nel tempo della fine. Dovrebbero considerare che cosa significa, che l’avversario di Dio si trova davanti al termine della sua libertà – che viene nuovamente legato e che egli sà che gli rimane soltanto poco tempo. Ciononostante egli crede ancora nel suo abbaglio, che il suo potere vincerà – e per questo non bada per nulla a spese per conquistare questa presunta vittoria. E quando gli uomini lo sanno, allora possono anche spiegarsi molto di ciò che li toccherà in modo insolito e apparirà loro in modo enigmatico – e la scienza chiarisce molto. Delle apparizioni inspiegabili però sorgono in regioni al di fuori della scienza – in regioni che si possono chiamare piuttosto trascendentali. E l’avversario usa proprio queste regioni, affinché non sia così facile smascherarlo - affinché possa far credere agli uomini che è il mondo spirituale luminoso che si rivolge a loro e si danno ora alla sua influenza. Quest’influenza ha sempre lo scopo di sviare gli uomini dalla Verità, di oscurare il loro pensare con l’errore – quindi per impedire il ritorno da Dio. Perché i pensieri degli uomini vengano di nuovo rivolti alla materia, che deve invece essere vinta durante la vita terrena. Quello che viene annunciato da Parte di Dio come “molto vicino” – che è collegato con la “vicina fine”, viene negato dall’avversario di Dio. E così gli uomini vengono indotti a false speranze, che hanno per conseguenza l’indifferenza delle loro anime e sono un gran pericolo per le anime che vivono la fine non preparate e vanno di nuovo perdute per tempi eterni. Uomini i cui sensi non sono rivolti al mondano, non cascano in quelle arti di seduzione dell’avversario, perché il loro sguardo rivolto a Dio ed il loro desiderio di Verità assicura loro anche un giusto pensare. E benché non siano in grado di spiegarsi tali apparizioni, rimangono non impressionati sul loro cammino di vita, continuano imperturbati la loro via fino alla fine, sempre sotto la protezione di esseri di Luce che impediscono che l’avversario di Dio s’impossessi di loro. Perché infine è determinante la volontà dell’uomo stesso, se e quanto lontano egli cammina nella Verità.
Amen
Vertaler