Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Strijden of dienen in het aardse leven

Voor geen mens zal de weg over de aarde zonder strijd blijven; ieder zal gevechten moeten doorstaan en hij moet er alles voor over hebben om overwinnaar te worden en te blijven. Want alleen door voortdurende strijd zal zijn ziel rijp worden, die bij het begin van haar belichaming als mens nog veel onrijp geestelijks bevat, dat haar des te meer zal aanvallen, hoe gewetensvoller zij de opgave op aarde wil vervullen. Want dat is ook de strijd, die Mijn tegenstander om die zielen voert, dat hij het nog onrijpe geestelijke tracht te beïnvloeden, om zich naar zijn wil te uiten. En verlangt nu de ziel ernstig naar Mij, dan moet ze weerstand bieden aan alle begeerten, die duidelijk de inwerkingen van Mijn tegenstander verraden, wat veel ernst en kracht vereist, maar wat toch mogelijk is bij voortdurend vragen om Mijn hulp door het schenken van kracht.

Maar elke overwinning in zo’n strijd tegen zichzelf - dat wil zeggen tegen zijn begeerten en slechte eigenschappen - zal zijn kracht vergroten en ook Mijn tegenstander steeds meer de toegang ontzeggen, want zo’n overwinning is tegelijkertijd een terugdringen van de eigenliefde. En daar het toesturen van kracht Mijnerzijds toeneemt, wordt deze nu aangewend om in onbaatzuchtige liefde werkzaam te zijn en dat betekent ook dichter bij Mij komen en zich losmaken van Mijn tegenstander. En daarom kan er ook worden gezegd: de mens moet gedurende zijn leven op aarde strijden of dienen, zoals een dienstbaar zijn getuigt van een doorstane strijd, die aan het dienstbaar zijn in liefde is voorafgegaan. Wiens innerlijk al van onbaatzuchtige liefde vervuld is, zal ook weinig zware gevechten hebben te doorstaan. Met andere woorden: hij zal gemakkelijker in staat zijn weerstand te bieden, als hij door Mijn tegenstander lastig wordt gevallen om hem terwille te zijn. Hij zal op grond van zijn liefde ook de nog onrijpe substanties van zijn ziel en zijn lichaam sneller rijp kunnen laten worden, want door zijn onbaatzuchtige liefde, door zijn dienstbaar zijn aan de naaste, verzekert hij zich ook van Mijn aanwezigheid en Ik ben dus ook de zekerste bescherming tegen de tegenstander.

Innerlijke gevechten zijn steeds nog tekenen van een zekere macht over u, terwijl een dienstbaar zijn in liefde al bewijst, dat u toebehoort aan Mij, Die u van zijn juk bevrijdt. Maar door liefdeloosheid toont u, dat u hem nog toebehoort en u zult daarom ook aan harde gevechten zijn blootgesteld; u zult als het ware geweld moeten gebruiken, om het hemelrijk voor u te verwerven. Maar is dit uw wil, dan zal u waarlijk ook kracht worden toegestuurd, om hem te overwinnen, die u wil verhinderen Mijn rijk te bereiken.

Doch wee diegenen, die alles onverschillig is, die noch bereid zijn in liefde te dienen, noch bij zichzelf bewuste arbeid aan de ziel willen verrichten; die daarom maar zelden innerlijke strijd zullen hebben uit te vechten, maar eerder bereid zijn, de wil van Mijn tegenstander te vervullen. Ze zullen weliswaar vaak een minder zwaar aards lot hebben te melden, tenzij Ik hen aanpak met ijzeren hand, doordat Ik ze door harde slagen van het lot op andere gedachten probeer te brengen. Maar dat zal dan ook harde innerlijke gevechten betekenen, waarin ze moeten standhouden. Zonder strijd kan er geen zege worden bevochten, zonder strijd kunnen onzuivere substanties van de ziel niet gelouterd worden en zonder strijd blijft de mens op dezelfde trede van ontwikkeling staan, wanneer de liefde in hem niet buitengewoon sterk is, zodat de liefde winnares is en blijft; dat dus de aanvallen en verleidingen van Mijn tegenstander direkt worden teruggeslagen met de kracht van de liefde, die kracht uit Mij is. Want de liefde brengt alles tot stand. De liefde zal ook met gemak de loutering van het nog onrijpe geestelijke aankunnen, de liefde zal steeds alleen maar willen dienen. En een liefdevol mens brengt vanzelf de aaneensluiting met Mij tot stand en hij heeft daarom een heel wat machtiger Heer en Beschermer aan zijn zijde, dan hij is, die zich graag tot heer wil opwerken.

Maar elke doorstane strijd zal ook de kracht van de liefde versterken. Daarom zult u steeds alleen maar Mij moeten vragen om het toesturen van kracht en die zal zijn uitwerking hebben in het in staat zijn alle hartstochten, fouten of kwalijke eigenschappen de baas te worden en nu, in plaats van de eigenliefde te bevredigen, onzelfzuchtige werken van liefde te verrichten. Want dit is uw opgave, uw doel op aarde: uw wezen tot liefde te vormen, wat Mijn tegenstander steeds zal willen verhinderen en wat van uw kant een voortdurende strijd vraagt. Maar u kunt in deze strijd overwinnaar zijn en blijven, wanneer u Mij in Jezus Christus zult aanroepen om versterking van uw wil, om het doen toekomen van kracht en om bevrijding van hem, die u nog gebonden houdt.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Combattere o servire nella vita terrena

Il corso terreno di nessun uomo rimarrà senza lotta, ognuno dovrà sostenere delle lotte e deve mettercela tutta, per diventare e rimanere vincitore, perché soltanto attraverso la costante lotta la sua anima maturerà. Che all’inizio della sua incorporazione come uomo cela ancora molto dello spirituale immaturo, che l’assedierà ancora di più, più coscientemente vuole adempiere il compito terreno, perché anche questa è la lotta, che il Mio avversario conduce per quelle anime, che cerca di influenzare lo spirituale ancora immaturo, a manifestarsi nella sua volontà. Se ora l’anima Mi desidera seriamente, allora dapprima deve prestare resistenza a tutto quel desiderare, che rivela chiaramente l’agire del Mio avversario, cosa che richiede molta serietà e Forza, ma è comunque possibile nella costante richiesta del Mio Aiuto mediante l’apporto di Forza. Ma ogni vittoria in tali lotte contro sé stesso, cioè contro le sue proprie brame e vezzi, aumenterà la sua Forza e vieterà anche sempre di più l’accesso al Mio avversario, perché una tale vittoria è anche contemporaneamente un respingere dell’amore dell’io. Dato che l’apporto di Forza da Parte Mia aumenta, viene ora impiegata per l’agire nell’amore disinteressato, e questo significa anche l’avvicinamento a Me ed uno staccarsi dal Mio avversario. Perciò si può anche dire, che un uomo deve combattere o servire durante la sua esistenza terrena, come un servire testimonia di una lotta sostenuta, che è preceduta ad un “servire nell’amore”. Chi è già colmo interiormente dell’amore disinteressato, avrà anche da sostenere meno lotte difficili, oppure anche, per lui sarà più facile prestare resistenza, quando viene oppresso dal Mio avversario, per eseguire la sua volontà. Grazie al suo amore potrà anche portare più rapidamente alla maturità le sostanze ancora immature della sua anima e del suo corpo, perché tramite il suo amore disinteressato, attraverso il suo “servire il prossimo”, si assicura anche la Mia Presenza, e quindi Io Sono anche la Protezione più sicura contro l’avversario. Lotte interiori sono sempre ancora dei segni di un certo potere su di voi, mentre un servire nell’amore dimostra già la vostra appartenenza a Me, che vi libera dal suo giogo. Tramite il disamore però mostrate che gli appartenete ancora, e perciò sarete esposti anche a dure lotte, dovrete pure impiegare violenza, per conquistarvi il Regno dei Cieli. Ma se questa è la vostra volontà, allora vi giunge davvero anche la Forza per vincere colui, che vi vuole impedire di arrivare nel Mio Regno. Ma guai a coloro ai quali tutto è indifferente, che sono né disposti a servire nell’amore, né vogliono svolgere loro stessi il cosciente lavoro sull’anima. i quali perciò avranno da combattere raramente delle lotte interiori, ma sono piuttosto pronti a compiere la volontà del Mio avversario. Terrenamente avranno da registrare sovente una sorte terrena meno difficile, a meno che Io non li riprenda con Mano ferrea, cercando di portarli ad un pensare diverso tramite duri colpi del destino. Ma questo significherà anche dure lotte interiori, nelle quali si devono affermare. Senza lotta non può essere combattuta nessuna vittoria, senza lotta le sostanze impure dell’anima non possono essere purificate, e senza lotta l’uomo rimane fermo sullo stesso gradino di sviluppo, se in lui l’amore non è insolitamente forte, perché l’amore è e rimane vincitore, in quanto gli attacchi e le tentazioni del Mio avversario vengono subito battuti con la Forza dell’amore, che è la Mia Forza, perché l’amore compie tutto, l’amore supererà anche con facilità la purificazione dello spirituale ancora immaturo, l’amore vorrà sempre soltanto servire, ed un uomo amorevole stabilisce da sé l’unificazione con Me, e perciò ha a fianco un Padrone e Protettore molto più potente che colui, che vorrebbe lanciarsi a padrone. Ogni lotta sostenuta però rafforzerà anche la Forza dell’amore, perciò dovete sempre soltanto chiedere a Me l’apporto di Forza che avrà l’effetto nella facoltà di diventare padroni su tutte le passioni, errori o vizi ed ora, invece di soddisfare l’amor proprio, svolgerete opere dell’amore altruistico, perché questo è il vostro compito, la vostra meta sulla Terra, di formare il vostro essere nell’amore, cosa che il Mio avversario vuole sempre di nuovo impedire e che da parte vostra richiede una costante lotta. Ma in questa lotta potete essere e rimanere vincitori, quando invocate Me in Gesù Cristo per la fortificazione della vostra volontà, per l’apporto di Forza e per la liberazione da colui che vi tiene ancora legati.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich