Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het heilsplan van GOD - Oerzonde Adam's val - Verlossing

Het werk van Verlossing werd begonnen met het ontstaan van de scheppingen in het heelal - het werd begonnen met het binden van verharde geestelijke substantie in de vorm - dus met het ontstaan van materiële vormen die vooreerst zelf in hun substantie geestelijk waren en vervolgens ook geestelijke substanties in zich bevatten die al een zekere ontwikkelingsgang hadden afgelegd.

Het van GOD afgevallen geestelijke had zich zo ver van HEM verwijderd dat de Kracht van GOD het niet meer aanraakte en het werd daardoor onbeweeglijk en star, het verhardde zich in zichzelf. En bijgevolg was het in het bezit van de tegenstander van GOD en het zou nooit zijn gesteldheid hebben veranderd.

Het plan van GOD bestond echter daarin, dit verharde geestelijke een mogelijkheid te verschaffen een heerlijkheid te bereiken die de vroegere gelukzaligheid nog ver overtreft. GOD wilde uit Zijn "schepselen"-"kinderen" vormen - een werk dat het schepsel echter zelf moest volbrengen. Het geschapene nu, dat in vrije wil in opstand kwam tegen GOD en daarom eindeloos diep gevallen is, had deze mogelijkheid, dat het weer opklom naar zijn rijpheid en in volledige vrije wil dan het werk van de vergoddelijking tot stand kon brengen.

Maar uit de diepste diepten moest het worden opgeheven, omdat het zelf niet in staat was omhoog te klimmen daar het geen enkele kracht meer bezat. En deze hulp verleende GOD het gevallene daardoor, dat HIJ de schepping liet ontstaan - dat HIJ de verharde geestelijke substantie bijgevolg door Zijn Wil vormde tot scheppingen van de meest uiteenlopende aard. En met deze scheppingen begon zodoende de verlossing ofwel het terugvoeren van het geestelijke naar GOD. Een opstijgen tot een zekere graad was voor het gevallene verzekerd omdat goddelijk Willen in dit scheppingsplan beslissend is en GOD's tegenstander geen enkele invloed heeft op het geestelijke dat in de scheppingen gebonden was.

Zo zou ook de verdere vooruitgang als mens verzekerd zijn geweest, wanneer de eerste mensen getrouw naar GOD's lichte geboden zouden hebben geleefd en aan de verzoekingen van de tegenstander van GOD weerstand geboden, waartoe de eerste mensen - Adam en Eva - ook de kracht bezaten. Maar omdat ze het recht hadden hun vrije wil te gebruiken en zij zich door de tegenstander lieten verleiden, faalden ze en maakten nu het verlossingswerk voor de gehele mensheid heel wat moeilijker dan het zou hoeven te zijn bij een juist gebruik van hun wil.

De mensen die na hen kwamen waren nu aanzienlijk verzwakt door deze zonde van de eerste mensen, ze bezaten niet meer de kracht die de eerste mensen ter beschikking stond, ze droegen a.h.w. de last van deze zonde en de tegenstander van GOD had een groot werk volbracht: hij bracht het laatste doel dat de mensen - de eens gevallen oergeesten - ooit de vergoddelijking zouden bereiken, in gevaar.

En daarom bracht GOD hun opnieuw hulp. HIJ zond Zijn ZOON naar de aarde, d.w.z. een hoogste Lichtwezen aanvaardde de weg over de aarde om als mens de voorwaarden te vervullen die de eerste mensen onvervuld lieten, waardoor ze schipbreuk leden. Deze "Mens" wilde daardoor alle mensen uit hun toestand van zwakheid bevrijden, HIJ wilde het hun weer mogelijk maken de vergoddelijking te bereiken.

Het was de mens JEZUS in WIE de goddelijke LIEFDE Zelf Haar intrek nam - de VADER - DIE zijn kinderen wilde helpen, vrij te worden van de tegenstander om naar HEM terug te keren. HIJ zond Zijn ZOON naar de aarde, een WEZEN, DAT eveneens uit Zijn scheppende Kracht was voortgekomen en dat een menselijk omhulsel betrekken moest om nu eerst voor de eeuwige GEEST GOD's tot Vat te kunnen worden, DIE in deze menselijke vorm Zijn schepselen verlossing wilde brengen.

Weer blijft echter de vrije wil van de mens het doorslaggevende. Want nu moet ook deze zich vooralsnog voor de goddelijke Verlosser JEZUS CHRISTUS uitspreken en Zijn verlossende hulp aannemen, wil hij het doel bereiken, de vereniging met GOD, het kindschap GOD's, dat een staat van hoogste volmaaktheid en van hoogste gelukzaligheid is. Al het gevallene kan dit hoogste niveau bereiken, omdat door het verlossingswerk van de mens JEZUS het bewijs geleverd is, dat de wil van de mens weerstand kan bieden aan zijn tegenstander en doodsvijand, dat de kracht om te weerstaan de liefde is, die ieder mens in zich kan ontsteken.

En ieder mens hoeft slechts de bijstand van de goddelijke Verlosser te vragen om dan ook als overwinnaar van de dood te voorschijn te komen, om nu het leven te bereiken dat alleen in de vereniging met GOD te vinden is - en dat ook het vrij worden van GOD's tegenstander bewijst, die zich steeds maar alleen inspant al het geestelijke in de diepte - in de toestand van dood zijn - te houden.

Verlossing betekent dus het vrij worden van hem die de dood in de wereld heeft gebracht, verlossing betekent het aannemen van de hulp van JEZUS CHRISTUS, want zonder HEM is de mens verzwakt als gevolg van de oerzonde en de zonde van zijn stamouders, die pas gedelgd werd door de dood van JEZUS CHRISTUS aan het kruis.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Il Piano di Salvezza di Dio – Il peccato primordiale – La caduta di Adamo – La Redenzione

L’Opera della Redenzione è iniziata con il sorgere delle Creazioni nel Cosmo – è cominciata con il legare la sostanza spirituale indurita nella forma – quindi con il sorgere delle forme materiali, che prima nella loro sostanza stessa erano dello spirituale e poi ospitavano in sé anche delle sostanze spirituali, che avevano già percorso un certo cammino di sviluppo. Lo spirituale una volta caduto da Dio si era talmente allontanato da Lui, che la Forza di Dio non lo toccava più e perciò è diventato immobile e rigido, si è indurito in sé stesso. E così era in possesso dell’avversario di Dio e non avrebbe mai modificato la sua consistenza. Ma il Piano di Dio consisteva nel fatto, di creare a questo spirituale indurito una possibilità, di giungere ad una Magnificenza, che supera di molto la beatitudine di un tempo. Dio voleva formare delle Sue “creature”, dei “figli”; un’Opera, che però la creatura doveva compiere da sé. La creatura ora, che si è ribellata contro Dio nella libera volontà e perciò è caduta infinitamente in basso, aveva questa possibilità, che saliva di nuovo alla maturità e nella piena libera volontà poteva svolgere l’Opera della divinizzazione. Ma doveva essere elevato dagli abissi più profondi, perché egli stesso non era più in grado di risalire, dato che non possedeva più nessuna forza. E Dio ha fornito quest’Aiuto al caduto, che ha fatto sorgere la Creazione, che Egli ha formato la sostanza spirituale indurita mediante la Sua Volontà in Creazioni di differenti generi. E con queste Creazioni dunque cominciava la Redenzione, il Rimpatrio dello spirituale a Dio. Allo spirituale era assicurato una salita fino ad un certo grado, perché in questo Piano di Creazione decide la Volontà divina, e l’avversario di Dio non ha alcuna influenza sullo spirituale legato nelle Creazioni. Anche l’ulteriore risalita sarebbe stata assicurata come uomo, se i primi uomini fossero vissuti fedeli ai facili Comandamenti di Dio ed avessero posto resistenza alle tentazioni dell’avversario di Dio, per cui i primi uomini, Adamo ed Eva, possedevano anche la forza. Ma dato che potevano usare la loro volontà e si sono lasciati sedurre dall’avversario, hanno fallito ed ora hanno reso molto più difficile l’Opera di Redenzione per l’intera umanità, di come avrebbe dovuto essere, nel giusto uso della loro volontà. Gli uomini posteri ora erano notevolmente indeboliti a causa di questo peccato dei primi uomini, non possedevano più la forza, che era a disposizione di quelli, portavano per così dire il peso di questo peccato e l’avversario di Dio aveva compiuto una grande opera: egli metteva in pericolo l’ultima meta che gli uomini, gli spiriti primordiali una volta caduti, non raggiungevano mai la divinizzazione. E per questo Dio ha portato loro un nuovo Aiuto, ha inviato il Suo Figlio sulla Terra, cioè un sublimissimo Essere di Luce cominciò il percorso sulla Terra, per compiere da Uomo le Condizioni, che i primi uomini lasciarono inadempiute, sui quali si spezzarono. Questo “Uomo” con ciò voleva aiutare tutti gli uomini ad uscire dal loro stato di debolezza, voleva di nuovo rendere loro possibile di raggiungere la divinizzazione. Era l’Uomo Gesù, nel Quale l’Amore Stesso ha preso dimora, il Padre, Che voleva aiutare i Suoi figli, di diventare liberi dall’avversario, per ritornare da Lui. Egli ha inviato Suo Figlio sulla Terra, un Essere Che era pure proceduto dalla Sua Forza creativa e che doveva prendere un involucro umano, per diventare soltanto ora un Vaso per l’Eterno Spirito Dio, Che in questa forma umana voleva portare la Redenzione alle Sue creature. Ma di nuovo rimane determinante la libera volontà dell’uomo, perché ora anche questa deve dapprima confessarsi per il divino Redentore Gesù Cristo ed accettare il Suo Aiuto liberatore, se vuole giungere alla meta, all’unificazione con Dio, alla figliolanza di Dio, che è uno stato della più sublime Perfezione e più sublime Felicità e Beatitudine. Tutto lo spirituale $$può$$ raggiungere la più sublime Altura, perché attraverso l’Opera di Redenzione dell’Uomo Gesù è stata portata la conferma, che la volontà dell’uomo può porre resistenza al suo avversario e nemico mortale, che la Forza per la resistenza è l’amore, che ogni uomo può accendere in sé. Ed ogni uomo ha soltanto bisogno di chiedere l’Assistenza del divino Redentore, per poi anche procedere come vincitore della morte, per giungere ora alla Vita, che si trova solamente nell’unificazione con Dio, e che dimostra anche la liberazione dall’avversario di Dio, che si sforza sempre soltanto di trattenere tutto l’essenziale nell’abisso, nello stato di morte.“ Redenzione” quindi significa “divenire libero” da colui, che ha portato la morte nel mondo, Redenzione significa l’accettazione dell’Aiuto di Gesù Cristo, perché senza di Lui l’uomo è debole come conseguenza del peccato Ur e del peccato dei suoi genitori Ur, che è stato soltanto estinto tramite la morte di Gesù Cristo sulla Croce.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich